Hoe de fiscus ‘Boer Clerck’ achtervolgt tot in het graf

Het Brusselse parket-generaal wil zeven mensen voor de strafrechter brengen wegens witwaspraktijken en valsheid in geschrifte, zo vlooide De Tijd uit. De verdachten, bij wie de topman van Beaulieu International Group Francis De Clerck, diens broer Luc, hun zus Ann alsook haar echtgenoot Stefaan Colle, worden ervan verdacht bijna 200 miljoen euro te hebben witgewassen via Luxemburgse postbusvennootschappen. Pikant detail: het bestaan van die constructie zou al dan niet bewust “geklikt” zijn door Jan en Dominiek De Clerck, twee andere broers die eerder al een deal sloten met de fiscus.

De 200 miljoen waarvan nu sprake, zouden een restant zijn van de “opbrengst” uit de fiscale fraude, waarvoor de fiscus in 1990 – 28 jaar geleden inmiddels – naar het Brusselse gerecht was gestapt. De Belastinginspectie verdacht Roger De Clerck er toen van jarenlang valse commissielonen te hebben betaald aan de Libanese familie Khatchadourian. Die zorgde ervoor dat het grootste deel van die bewuste sommen onder de vorm van leningen, investeringen of cash geld terugkeerde naar de West-Vlaamse familie. In november van dat jaar kwam er een eerste huiszoeking in de zaak-Beaulieu.

Door procedureslagen groeide de affaire uit tot de langst lopende rechtszaak in de Belgische geschiedenis. Het leverde ons land in 2007 een veroordeling op door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens omdat “de redelijke termijn ruimschoots overschreden” was. België moest Roger De Clerck – o ironie – zelfs een morele schadevergoeding betalen van 22.500 euro.

In 2016, een jaar na de dood van de pater familias, kwam het dan toch tot een “historische schikking” met de Bijzondere Belastinginspectie. Maar gesprekken met het gerecht om ook de strafprocedure af te kopen, lukten echter niet. En nu is er dus dit “nieuwe feit”.

Deur op een kier voor schikking

De strafzaak tegen de De Clercks, hun twee Libanese zakenpartners en de advocaat die de textielfamilie jarenlang bijstond (een plaatsvervangende vrederechter) wordt op 6 september behandeld voor de Brusselse kamer van inbeschuldigingstelling. Al is het lang niet zeker dat de zaak ook daadwerkelijk voor de rechtbank komt: het Brusselse parket-generaal zou de deur op een kier laten staan voor een minnelijke schikking. De betrokkenen zouden nog tot na het gerechtelijk verlof de tijd krijgen om de zaak alsnog af te kopen. Als dat gebeurt, dan zullen álle kinderen van “Boer Clerck” uiteindelijk eieren voor hun geld hebben gekozen. Iets wat de pater ­familias altijd ­mordicus heeft ­geweigerd.