Het indrukwekkende leven van Remi Bels: de fruitboer-burgemeester van Brustem

Hoe hard kan een vader een voorbeeld zijn voor zijn nageslacht? De twee zonen van Remi Bels werden fruitteler en stapten in de lokale politiek, net zoals hun vader hen dat had voorgedaan. “Voor papa was het vanzelfsprekend dat je je inzette voor het dorp.”

Sue SOMERS

‘Ereburgemeester van Brustem-Aalst-Ordingen’, vermeldt zijn overlijdensbericht. En hoewel dat nog maar weinig te maken heeft met het burgemeesterschap van de latere fusiegemeente Sint-Truiden, vandaag een stad van 40.000 inwoners, toch heeft het iets voornaams: blijkbaar was Remi Bels, bij leven en welzijn net als zijn mededorpsbewoners een gewone fruitboer, een primus inter pares. Dat blijkt uit de lange lijst eretitels die hij verzamelde: eresergeant van Saffraanberg, erevoorzitter van de fanfare Sint-Christina, erelid van de lokale kerkfabriek, zelfs ereschepen van Sint-Truiden.

“Op zijn twintigste, als jonge fruitboer, ging hij in de politiek”, zegt Luc Bels over zijn vader. “Eerst als gemeenteraadslid in Brustem, daarna werd hij schepen en burgemeester van het dorp. Papa was vergroeid met zijn dorpsgenoten. Als iemand een job nodig had, dan contacteerde hij de militaire overheid in Brustem of belde hij naar de Volvo-fabriek. Zo werkte de politiek vroeger.”

Maar Remi was nooit uit op zelfverrijking: als hij tussenkwam, dan was dat omdat hij de mensen wilde helpen. Niet om er zelf beter van te worden.

Partijman

Remi had de gave om vooruit te kijken. Als een van de eerste fruittelers in Haspengouw plantte hij in de jaren vijftig laagstambomen. Tegen de zin van zijn vader, die dat soort nieuwigheden maar niets vond. Maar Remi wist dat laagstamfruit rendabel kon zijn. Door jarenlang hard werk bouwde hij zijn fruitbedrijf uit tot een goed draaiende onderneming van bijna honderd hectare met appel-, peren- en kersenbomen.

© HBvL

“Het was van in het begin duidelijk dat een van zijn kinderen, mijn broer of ik, mee in de zaak zou stappen”, zegt Luc Bels. “Ik heb eerst nog industrieel ingenieur en politieke en sociale wetenschappen gestudeerd, maar op mijn 25ste ben ik toch fruitboer geworden. Mijn broer zat toen al in de zaak. Hij was van de tuinbouwschool in Sint-Truiden recht het bedrijf van papa ingerold.”

Remi bleef tot lang na zijn pensioen meedraaien in het bedrijf. “Tot anderhalf jaar geleden, op zijn 87ste, reed hij nog rond met de tractor”, aldus Luc. “Hij zat constant in de plantage. Als we hem aanporden om met mama eens een doordeweekse koffie te gaan drinken in Sint-Truiden, dan weigerde hij. Zijn werkweek begon op maandagmorgen om acht uur en eindigde zaterdagnamiddag om vijf uur. Ontspannen, dat was voor ’s avonds en op zondag.”

Zijn hele carrière combineerde Remi het boerenbestaan met dat van lokale politicus. Na de ‘kleine fusie’ van Brustem, Aalst en Ordingen begin jaren zeventig ging hij in 1976 mee op in de grote gemeentefusie, toen alle veertien kerkdorpen van Sint-Truiden overgeheveld werden naar de stad. “Hij is nog achttien jaar schepen geweest in Sint-Truiden”, zegt Luc. “Altijd bij de CVP, later de CD&V. Papa was een echte partijman.”

Militaire eer

Remi’s politieke succes was onder meer het resultaat van een nadrukkelijke aanwezigheidspolitiek. Hij steunde alle verenigingen in Brustem en was spelend lid van de fanfare in zijn dorp, waar hij de tuba voor zijn rekening nam. “Hij was niet veel thuis”, zegt Luc. “Overdag was hij bezig met zijn bedrijf, ’s avonds ging hij naar vergaderingen en in het weekend bezocht hij de bals, soupers en diners van de verenigingen. Hij stond erop dat mama altijd meeging. Onze grootouders, die thuis woonden, pasten dan op mijn broer en mij.”

Contacten leggen en onderhouden, dat moest niemand Remi leren. Hij stond op goede voet met de militaire korpsoversten in Brustem, die de leiding hadden over de onderofficierenschool Saffraanberg en de vliegbasis. En hij schudde handjes met de bazen van de Volvo-fabriek, die hij uitnodigde op het stadhuis. Dat de appreciatie wederzijds was, blijkt uit de militaire decoratie die Remi twee jaar geleden ontving. “Papa werd tot eresergeant van de luchtmacht benoemd”, zegt Luc. “Een eer die een burger normaal niet te beurt valt.”

Remi betrok zijn gezin bij alles wat hij deed. Als hij naar de fanfare ging, nam hij zijn zonen mee. “De grote mannen met de zware instrumenten zaten achteraan, terwijl wij, de kwajongens, vooraan moesten zitten tijdens de repetities”, herinnert Luc zich. “Mijn broer en ik speelden ook voetbal en we waren lid van de Chiro, mama was bij de KVLV. Onder impuls van papa was het hele gezin betrokken bij het verenigingsleven in het dorp. Voor papa en voor ons was dat vanzelfsprekend. Er werd thuis ook over politiek gesproken. Dat maakte deel uit van ons dagelijkse leven.”

Toen ze ouder werden, engageerden ook Luc en zijn broer Marc zich in de lokale politiek en bleven ze deel uitmaken van het bestuur van dorpsverenigingen. “Dat kwam vanzelf. Wij zijn zo opgevoed.”

Vijf generaties

Twee jaar geleden stelden dokters longkanker vast bij Remi. Hij onderging een operatie en kreeg bestralingen, waar hij telkens van herstelde. Maar afgelopen december was het gezwel terug, zonder hoop op beterschap. “Tot de laatste dag hebben we papa thuis verzorgd, dat wilde hij zo”, zegt Luc. “Het ziekenhuis was geen plek voor hem: hij wilde thuis zijn, bij zijn vrouw, kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen.”

Toen hij stierf, had Remi nog één wens: dat het fruitbedrijf in handen zou blijven van de familie, goed wetende dat zijn kleinkinderen de zaak niet gaan voortzetten. Maar misschien, zo hoopte Remi, willen de achterkleinkinderen ooit wel. Vijf generaties fruitbedrijf Bels, dat leek hem wel wat.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer