Direct naar artikelinhoud
Documentaire

Undercover in Tibet: Vlaamse documentairemakers verschalken Chinese censuur en schieten uniek beeldmateriaal

Zeldzame beelden uit Tibet in 'De bergen van de goden'.Beeld RV

In een vorig leven waren ze cameraman en regisseur. Tegenwoordig runnen Paul De Cock (70) en Jean-Pierre Coppens (66) een reeks schooltjes in de uitlopers van het Himalaya-gebergte. Met een exclusieve documentaire over Tibet, die dit weekend in première gaat, willen ze extra geld in het laatje brengen.

Acht jaar geleden trokken Coppens en De Cock voor het eerst naar de Nepalese hoofdstad Kathmandu. Op zoek naar avontuur en als het even kon ook wat mooi beeldmateriaal. “Shit roken met de oude hippies die daar blijven plakken waren”, zegt Paul. 

Het draaide net iets anders uit. De twee belandden in de buitenwijken van de stad, waar duizenden arbeiders uit de bergdorpen aan de voet van het Himalaya-gebergte aan de slag waren in de plaatselijke steenbakkerijen. In erbarmelijke omstandigheden. “Er is daar helemaal niets”, vertellen ze. “Geen huizen, geen stromend water, amper elektriciteit. En naar de kinderen wordt amper omgekeken. Zolang die te jong zijn om in de fabriek aan de slag te gaan, scharrelen ze doelloos rond op de fabrieksterreinen."

Caermersklooster

Om dat aan de wereld te tonen, besloot het duo te doen wat ze de voorbije 38 jaar altijd samen hadden gedaan: een documentaire draaien. “We werkten voor het eerst samen in 1974”, herinnert Coppens zich. “Voor een Panorama-reportage over het Gentse Caermersklooster, dat afgebroken zou worden. Ik als regisseur, Paul als cameraman.” 

De twee konden het meteen met elkaar vinden. “We hebben allebei een grote liefde voor de schoonheid van het beeld”, legt De Cock uit. “De beeld-estheten noemden ze ons op de VRT.” Dat eerste gezamenlijke project leerde beiden ook de kracht van dat beeld kennen. “Die Panorama-repo heeft de afbraak gestopt”, vertelt Coppens. “Eigenlijk hebben wij het Caermersklooster gered.”

Terug naar Kathmandu, waar Coppens en De Cock de elfjarige Sunita leerden kennen. Het meisje was een van de gelukkigen die terechtkonden in het kleine schooltje dat de Brit David Phoenix te midden van de steenbakkerijen uit de grond stampte. Ze besloten van haar het onderwerp van hun documentaire te maken. 

Wekenland kampeerden ze in de buurt van de fabriek. “We waren op den duur even vuil van het stof als de mensen die er werkten”, vertellen ze. Er groeide een band tussen het meisje, haar gezin en de twee mannen. "We deden haar bij ons afscheid een waterverfdoosje cadeau. Omdat ze graag tekende", vertelt Coppens met haperende stem. "Het was vreselijk om haar daar in die omstandigheden achter te moeten laten. Op dat moment hebben we de klik gemaakt: we moesten daar terugkomen om iets voor die mensen te doen.”

Terug thuis verwerkten ze hun beeldmateriaal tot de documentaire Brick by Brick. Daarna gingen ze met de film de boer op. “Screenings in culturele centra, lezingen voor seniorenorganisaties, zelfs op wekelijkse markten gingen we dvd’s verkopen.” 

De camera’s en het technische materiaal werden gedemonteerd en verspreid over verschillende koffers. De tactiek werkte

Uiteindelijk kregen ze 30.000 euro bijeen. Genoeg om tussen de steenbakkerijen van Kathmandu een eigen school op te trekken. Na die eerste documentaire volgde een tweede, over de politieke situatie in Tibet, de regio in China die naar autonomie streeft en die grenst aan Nepal. En weer gingen beide heren op tournee. Met de opbrengst breidden ze hun scholenproject uit. Bijna 300 leerlingen lopen er ondertussen school. 

Nooit eerder getoond

Met het project groeide ook de vraag naar middelen. Zo ontstond het plan om in Tibet te draaien, een land onder Chinese dictatuur waar geen cameraploeg binnen raakt, tenzij onder strikte overheidscontrole. “Een risico", vertelt Coppens. "Wie de overheidscensuur probeert te ontlopen en betrapt wordt, verdwijnt in de gevangenis.” 

De camera’s en het technische materiaal werden gedemonteerd en verspreid over verschillende koffers. De tactiek werkte. De Chinese overheid zag geen bedreiging in de gepensioneerde documentairemakers. Enkel hun reisgids werd geconfisqueerd. “Er stond een voorwoord in geschreven door de dalai lama. Dat kon natuurlijk niet." 

'Dat wij die zaken konden filmen zonder dat de Chinese overheid over onze schouder meekeek, is uniek. Zelfs de BBC is daar nooit in geslaagd'
Jean-Pierre Coppens

Het resultaat van hun expeditie heet De bergen van de goden, een documentaire tjokvol nooit eerder zo uitgebreid gedocumenteerde taferelen. De oogst op de Tibetaanse hoogvlaktes bijvoorbeeld, of de Kora-bedevaart rond de heilige berg Kailas. 

“Dat wij die zaken hebben kunnen filmen zonder dat de Chinese overheid over onze schouder meekeek, is uniek”, zegt Coppens. “Zelfs de BBC is daar nooit in geslaagd.” 

Het exclusieve karakter van hun beeldmateriaal doet ze hopen op een internationale carrière met bijbehorende uitzendvergoedingen. “Dat zou het ons alvast een stuk makkelijker maken. Want nog eens heel Vlaanderen afschuimen met onze dvd’s, daar worden we stilaan te oud voor.” 

De bergen van de goden gaat zondagmiddag in première in GC Colomba, Wijngaardstraat 1, Kortenberg.

Meer info over het scholenproject vind je op www.brickbybrick.be.