“Dit zou nooit gebeuren in 99 procent van de andere situaties”, aldus O’Connor. “Het is zonde dat we 2024 zijn en er nog altijd dinosaurussen zijn die de menselijke kant niet zien. Ik zou hem (Giro-organisator Vegni, red.) in onze positie willen zien. Buiten op een fiets gaan zitten, de start van de rit doen, en zien wat hij dan als antwoord geeft na een paar uur. Ik zou willen dat hij dat kan meemaken. Zodat hij doorheeft wat dit echt is.”

De zestiende rit van de Giro is omstreden door het winterweer. De renners wilden de Umbrailpas, met top op 2.498 meter hoogte, geschrapt zien omwille van de koude en de sneeuwval. De Giro lijkt in die wens mee te gaan, maar het is nog steeds niet duidelijk wat exact met de etappe zal gebeuren. De start werd intussen uitgesteld. “Ik zou de rit nog willen rijden”, zegt O’Connor. “Maar niet over een top van 2.500 meter. Het is daar aan het sneeuwen. Ik denk dat het duidelijk is dat we lager moeten starten, en dan de finale moeten rijden.” Intussen is het ook in startplaats Livigno aan het sneeuwen.

De 28-jarige O’Connor is het nummer 4 in het klassement van de Ronde van Italië.