Direct naar artikelinhoud
Filmrecensie

‘Bad Times at the El Royale’: geweldige regisseur, degelijke film

Chris Hemsworth in ‘Bad Times a the El Royale’.Beeld Kimberley French

U zult vaak aan Quentin Tarantino moeten denken tijdens Bad Times at the El Royale. Gelukkig geldt dat vooral als een compliment aan het adres van regisseur Drew Goddard, die nog steeds naar een eigen stem zoekt, maar ontegensprekelijk over een stevige portie talent beschikt.

Halverwege de jaren 90, toen auteurscinema dankzij het succes van Reservoir Dogs en Pulp Fiction plots weer nieuw leven werd ingeblazen, stond er meteen een rist halfbakken Quentin Tarantino-imitators op – hallo, Guy Ritchie! Sindsdien hebben wij een hartsgrondige hekel aan filmmakers die denken dat ze de postmoderne spelletjes van Tarantino – een niet-chronologische vertelstructuur, geaffecteerde dialogen en een paar dozijn referenties aan retro-popcultuur – naar hun hand kunnen zetten. De uitzondering op die regel? Drew Goddard.

Goddard maakte enkele jaren geleden Cabin in the Woods, een horrorfilm én een pastiche op horrorfilms tegelijkertijd. In het laatste bedrijf bezweek die film onder zijn eigen meta-knipogen, maar het was wel uitkijken naar Goddards volgende worp. Die heet Bad Times at the El Royale, en ook nu wordt de postmoderne kaart getrokken. Net als een Tarantino-film barst Bad Times van de retro-tussentitels, van verwarrende sprongen in tijd en ruimte, en van slimme knipogen naar de cinemageschiedenis.

Het El Royale-hotel ligt op de grens van California en Nevada, en heeft een bizar cliënteel. Er is de mysterieuze priester Flynn (een, wederom, fantastische Jeff Bridges); er is de aan lager wal geraakte soulzangeres Darlene Sweet (Cynthia Erivo); er is Laramie Sullivan, de gladde verkoper met een dubbele agenda (Jon Hamm); er is de hippie-met-een-shotgun Emily Summerspring (Dakota Johnson); en er is de getraumatiseerde receptionist Miles (Lewis Pullman). Buiten de lobby loopt ook de gewelddadige sekteleider Billy Lee (Chris Hemsworth) rond.

Goddard heeft een oog voor sfeervolle details, weet met slimme montages en ongewone camerahoeken perfect spanning op te bouwen, en het ziet er allemaal nog fantastisch uit ook

Grote Voorbeelden

Al die personages hebben hun eigen belangen in het hotel, waar ongure dingen gebeuren en niets is wat het lijkt – hoe minder u daarover weet, hoe beter. Goddard weet het zelf overigens ook niet altijd even goed: soms loopt hij verloren in zijn eigen plot, en de flashbacks die op tijd en stond worden bovengehaald, doen vaak afbreuk aan de geheimzinnige, dreigende sfeer die in de hotelkamers hangt.

Grote Voorbeelden
Beeld Kimberley French

Maar hoe die hotelkamers, en de personages daarin, in beeld worden gebracht... Dat is klassecinema. Goddard heeft een oog voor sfeervolle details, weet met slimme montages en ongewone camerahoeken perfect spanning op te bouwen, en het ziet er allemaal nog fantastisch uit ook. In een scène waarin een hotelvloer wordt opengebroken op de deuntjes van ‘You Can’t Hurry Love’ toont Goddard dat er een geniale regisseur in hem schuilt.

Alleen kan die geniale regisseur zich nog te weinig tonen: Bad Times at the El Royale laat nog te weinig een eigen stem horen. Goddard loopt nog iets te veel zijn Grote Voorbeelden – naast Tarantino en de Coen Brothers zijn dat noir-auteurs als Dashiel Hammett en James Ellroy – achterna om een film te maken die het etiket van ‘degelijk’ overstijgt. Ook al komt u in de gangen van het El Royale nu en dan een fantastische brok cinema tegen, die doet uitkijken naar het meesterwerk dat Goddard in zich heeft.

Vanaf woensdag in de bioscoop.