© shutterstock

Gemeenschapsonderwijs rekent af met almachtig lessenrooster

Meer Nederlands en minder Frans in de ene school dan in de andere. Scholen die traditionele vakken samenvoegen in nieuwe ‘clusters’. Het Gemeenschapsonderwijs (GO!) geeft haar scholen veel vrijheid in de manier waarop zij de leerstof aanbieden vanaf 1 september 2019, met de start van het hervormde middelbaar. “We kiezen voor maatwerk voor scholen”, zegt topvrouw Raymonda Verdyck.

Jens Vancaeneghem

Ouders die hun kind inschrijven voor het eerste middelbaar in een school van het GO! zullen mogelijk vreemd opkijken volgend schooljaar. Het lessenrooster van hun kroost kan er helemaal anders uitzien dan dat vandaag het geval is.

Nu is dat in de meeste scholen duidelijk ingedeeld in de traditionele vakken. Twee uurtjes Nederlands op dinsdag, een uurtje aardrijkskunde op woensdag, wiskunde op donderdag, enzovoort. Het Gemeenschapsonderwijs biedt voortaan ook nieuwe modellen aan waarbij leerlingen de leerstof veel meer geïntegreerd krijgen. Zo zouden de zogenaamde STEM-vakken (wiskunde, wetenschappen en techniek) vanaf september 2019 in één vak kunnen. Het GO! werkt nog aan andere mogelijke ‘clusters’.

© Bart Dewaele, BDW

De nieuwe aanpak past in de hervorming van het secundair onderwijs, die volgend schooljaar ingaat. “We kiezen voor maatwerk voor scholen”, zegt topvrouw Raymonda Verdyck. “We gaan niet één model pushen of vakken afschaffen. Wel is het door de hervorming van het secundair mogelijk dat leerlingen los van vakken de eindtermen halen. Die geïntegreerde werking is belangrijk om leerlingen verbanden te laten zien. In een les over zonnepanelen bijvoorbeeld kan je het hebben over milieu, technologie, elektronica en elektriciteit.”

Vraag is wie dan lesgeeft in die ‘clusters’. Een leerkracht wiskunde kent wel iets van fysica, maar is daar niet specifiek voor opgeleid. “Ook dat moeten scholen bekijken en daarbij houden ze uiteraard rekening met het diploma. In een aantal gevallen kunnen ze leerkrachten bijscholen”, zegt Verdyck. “Ook verschillende leerkrachten in één grote klas behoort tot de mogelijkheden.”

Ook het aantal uren dat scholen reserveren voor talen of wetenschappen, kunnen ze voor een groot stuk zelf invullen. “Alles hangt af van de context van de school”, zegt Verdyck. “In Brussel zijn er veel Franstalige kinderen. Dan is het logisch dat er meer aandacht is voor Nederlands dan Frans. In Vlaanderen is meer inzetten op Frans dan weer belangrijker. Uiteraard moet er een minimumaantal uren zijn om de eindtermen te behalen. Voor Nederlands is dat vier uur (op de huidige tabel staat vijf uur, nvdr.)

“Geen revolutie”

Een aantal vakken blijft het GO! standaard aanbieden: lichamelijke opvoeding en levensbeschouwing. Daarnaast wil het scholen stimuleren om aparte vakken burgerschap en financiële geletterdheid te geven, omdat het om heel specifieke leerstof gaat.

Vraag is nu hoe het veld zal reageren op de plannen van het GO!. De voorbije maanden kreeg het katholiek onderwijs al bakken kritiek voor gelijkaardige – maar minder verregaande – plannen. Verdyck is zich daarvan bewust.“De focus ligt op het behalen van de eindtermen”, zegt ze. “Hoe scholen die in de lessenroosters omzetten, gebeurt in samenspraak met de leerkrachten en rekening houdend met de leerlingenpopulatie. Wij prediken geen revolutie.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer