Johan Petit zou nergens anders willen wonen dan in Borgerhout.© Jeroen Hanselaer

Acteur Johan Petit wordt 50 jaar en herneemt ‘Klein Jowanneke gaat dood’: “Iedere mens heeft een ‘schoon’ verhaal”

Borgerhout -

Acteur en theatermaker Johan Petit, alias ‘Klein Jowanneke’, wordt vandaag 50 jaar. De kleine is groot geworden, zoals blijkt uit de herneming van Klein Jowanneke gaat dood. “Op je 30ste is het leven plots serieus. Maar als je 50 bent, wordt het nog veel serieuzer.”

Ilse Dewever

Zet Johan Petit op een podium en de verhalen lijken uit hem te stromen. Over het leven, zijn stad en dromen die maar eens uit moesten komen. Wie is deze acteur die nergens anders zou willen wonen dan in Borgerhout? Het leven van ‘klein Jowanneke’ in vijf schellekens: “Het besef dat er waarschijnlijk meer achter je ligt dan voor je, doet iets met een mens.”

0-10: Leven om te sjotten

“Als kind was ik heel druk, ik vond de wereld wonderlijk. Een uur voor de bel ging, stond ik al aan de schoolpoort. Sjotten was mijn lang leven. Aan mijn tijd op Sint-Norbertus hield ik verscheidene vrienden over. Makkers die soms heel andere wegen insloegen, maar dat houdt het interessant. Op school vond ik het leuk om te leren lezen en was ik een krak in zinsontleding. Naar leraars die goed konden vertellen keek ik op. De liefde voor taal zat er dus al vroeg in.”

“Thuis was er een groot vertrouwen. Wat mijn twee jaar jongere zus Lieve en ik ook uitspookten, onze ouders – ons vader was computertechnicus bij Bell, ons moeder werkte bij het OCMW – stonden pal achter ons. In hen geloven is een van de grootste cadeaus die je je kinderen kan geven. Met het ouder worden besef je dat de wereld complex in elkaar zit. Dat is soms moeilijk om dragen, maar vertrouwen helpt om er voluit tegenaan te gaan.”

“Met het ouder worden besef je dat de wereld complex in elkaar zit. Dat is soms moeilijk om dragen, maar vertrouwen helpt om er voluit tegenaan te gaan”

Johan Petit

Acteur en theatermaker

10-20: Liefde voor schrijven

“Als puber heb ik in de humaniora het schrijven ontdekt. Gedreven leraars op het Xaveriuscollege dompelden ons onder in poëzie en zo begon ik ook zelf gedichten te schrijven. Toen ik in het vijfde middelbaar in de klas zat met Bart Van Nuffelen (met wie Petit later het Martha!tentatief oprichtte, red.), lazen we onze schrijfsels aan elkaar voor. Eerst droomde ik ervan acteur te worden, tot ik in een schooltoneel een scène had met Benjamin Verdonck. Die kon pas acteren! Als ik dan geen toneel kon spelen, zou ik het misschien wel kunnen maken, bedacht ik. Zo ging ik dus net als Bart toneelregie studeren op het RITCS. Wij zaten samen op kot aan het Brusselse Zuidstation. In een buurt vol Marokkaanse winkels en theehuizen was de diversiteit daar begin jaren negentig veel zichtbaarder dan in Antwerpen. Toch kwam ik als student vaak naar huis, al was het maar om te sjotten. Maar ik was ook graag in Borgerhout, en stilaan begon ik met Bart theater te maken. Hij werkte graag op locatie met een grote cast. Dat was nieuw in die tijd. Bart schreef de stukken. Ik regisseerde mee en stond vaak ook zelf op de planken.”

Met Bart Van Nuffelen stond Johan Petit in 1996 aan de wieg van het Martha!tentatief.© Jan Van der Perre

20-30: Vlotte verteller

“Met Elias of het gevecht met de nachtegalen werd het Martha!tentatief in 1996 een feit. Met zestig man bespeelden we zeven plekken in het Militair Hospitaal. Het begrip ‘verwondering’ stond bij ons gezelschap centraal: de tijdgeest en de wereld moest zijn weerklank vinden in onze stukken. Tot mijn 26ste heb ik thuis gewoond, want die eerste jaren verdienden we nauwelijks iets. Twee jaar later stonden we in het theaterfestival met Ananas. Het hondje Candy, mijn eerste eigen stuk uit 1999 dat ik zelf had geschreven, werd een flop. Dat sneed diep. Even wilde ik weg van het theater, tot CC De Kern uit Wilrijk een stuk ‘bestelde’ over Het Kiel en den Beerschot. Op basis van getuigenissen groeide Mauve/wit (2001) uit tot een verhalenrevue. Sindsdien overviel me een enorme nieuwsgierigheid naar het verleden van onze stad. Hoe was het vroeger en hoe is het nu? Op basis van gesprekken met bezoekers en medewerkers van de Zoo kwam ook De Zoölogie (2002) er. Dat stuk was een hit. Tegelijk beviel het me om als mezelf, en met mezelf, op het podium te staan. Het deed me ook inzien dat iedere mens een schoon verhaal heeft.”

“Het begrip ‘verwondering’ stond bij ons gezelschap centraal: de tijdgeest en de wereld moest zijn weerklank vinden in onze stukken”

Johan Petit

Acteur en theatermaker

30-40: Oor voor de stad

“Beleefde ik mijn jaren als twintiger als een zorgeloze tijd, dan klopten na mijn dertigste de verplichtingen aan. Een half jaar nadat ik rond mijn dertigste mijn vrouw Tinneke had leren kennen, was ze zwanger. Dan ga je samenwonen, koop je een huis en ben je plots een ‘echte mens’. Met vier jaar ertussen kregen we twee dochters, Hanna en Louise. Die eerste jaren met de kinderen waren een constante rush. Mocht ik het kunnen overdoen, zou ik meer rust inbouwen.”

“Antwerpen kreeg de afgelopen dertig jaar een ander gezicht. Door die veranderende stad in kaart te brengen omarm je het vreemde”

Johan Petit

Acteur en theatermaker

“Ook m’n toneelavonturen kregen vastere grond. Met heel weinig middelen maakte ik samen met mijn zus Klein Jowanneke is een aardig manneke (2003). We speelden het zes keer in de zaal van café Venetië op de Turnhoutsebaan. Daaruit kwam de monoloog Klein Jowanneke zaaagt (2004) voort, en Klein Jowanneke gaat dood (2007). Dat stuk, waarmee ik op mijn 33ste afscheid nam van mijn jeugd, speelde ik plots in grote zalen en voor veel publiek. Sindsdien maak ik om de zoveel jaar een persoonlijk stuk, maar ik wil het niet alleen over mezelf hebben. Antwerpen kreeg de afgelopen dertig jaar een ander gezicht. Door die veranderende stad in kaart te brengen omarm je het vreemde. Ik hou enorm van 2060, Borgerhout. Ik ben er geboren en zou nergens anders willen wonen, ook al is er veel verborgen miserie. In onze toneelstukken proberen wij ook die rafelranden te tonen. Voor De Ontembare Stad (2012) brachten we 175 nationaliteiten samen op het podium van de Bourla.”

40-50: Blik op de ander

“Als coach stond ik de laatste jaren steeds vaker andere artiesten bij, zoals Jaouad Alloul en Manu Moreau. Mijn perspectief werd nog breder, al werd Nu het nog kan in 2021 dan een intieme voorstelling. Mijn ma was ziek geworden en plots gingen mijn teksten alleen nog over haar. Bij dat stuk over het verlies van een ouder had Tom Pintens pianomuziek geschreven, die hij zelf ook speelde. Helaas werd Tom tijdens de voorstelling zelf ziek. Maar ondanks de pijn om het heengaan van mijn moeder werd die voorstelling ook een ode aan de liefde. Op verdrietige momenten besef je dat dat het enige is wat telt.”

“De grote kunst is om niet te verstarren, wakker te blijven en het leven te omarmen”

Johan Petit

Acteur en theatermaker

“En nu is er dus Klein Jowanneke gaat dood, bis. Op je dertigste wordt het leven heel serieus. Wel, op je vijftigste is het nóg serieuzer. Dan voel je de eindigheid van het leven. Er sterven mensen, je lijf takelt af. Op je 30ste zie je daar glimpen van, maar op je 50ste kan je er niet omheen. Het besef dat er waarschijnlijk meer achter je ligt, dan voor je, doet iets met een mens. De grote kunst is om niet te verstarren, wakker te blijven en het leven te omarmen. Da’s gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar met wat begrip voor elkaar kom je al een heel eind.”

‘Klein Jowanneke gaat dood’ speelt onder meer nog in Arenberg (22/5), Mortsel (1/6) en Mechelen (5/6). Volledige speellijst: www.marthatentatief.be
Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners