Grens blok aan been voor gemeenten
Enschede
Dat blijkt uit de vijftiende editie van de Atlas voor gemeenten 2019, die vandaag wordt gepresenteerd tijdens een conferentie in de Grote Kerk in Enschede.
In de jaarlijkse rapportage vergelijken onderzoekers op basis van cijfers van onder andere het Centraal Bureau voor de Statistiek, de Basisregistratie Adressen en Gebouwen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de vijftig grootste gemeenten van Nederland. Dit gebeurt op vijftig punten op gebied van bijvoorbeeld werk, woonmilieu en bevolkingsontwikkeling. In de atlas wordt elk jaar voor een specifiek thema gekozen. Dit jaar draait het om de vraag welke Nederlandse gemeenten groeien en krimpen.
aantrekkelijke steden
Uit het 254 pagina’s tellende boekwerk blijkt dat – bezien over de afgelopen vijftig jaar – de meest aantrekkelijke steden van nu in de jaren zeventig juist de meeste bevolking verloren.
Utrecht en Amsterdam behoorden toen tot de vijf steden met de meeste bevolkingskrimp en zijn nu de twee meest aantrekkelijke steden van het land. De afgelopen tien jaar is de groei van de aantrekkelijke steden in de Randstad vooral ten koste gegaan van gemeenten in de grensregio’s.
grensregio’s
De vijf steden die het laatste decennium krompen – Roosendaal, Hengelo, Emmen, Sittard-Geleen en Heerlen – liggen zonder uitzondering in die grensregio’s, melden de onderzoekers. Volgens hen komt dat vooral door grensbarrières op de arbeidsmarkt. Hierdoor werkt maximaal 1,2 procent van de werkzame beroepsbevolking in het buitenland. Wanneer deze beperkingen opgeheven zouden worden, zouden met name de steden in Limburg profiteren en tot de meest aantrekkelijke steden van het land behoren. Dat geldt volgens de onderzoekers in mindere mate ook voor de Brabantse, Gelderse en Twentse steden. De grenssteden in het noorden van Nederland, zoals Emmen, zouden hier echter veel minder baat bij hebben, omdat er daar over de grens weinig werk te vinden is.
Tijdens de bijeenkomst in Enschede zullen staatssecretaris Raymond Knops (ministerie van Binnenlandse Zaken) en Coen Teulings (universiteitshoogleraar Universiteit Utrecht en University of Cambridge) uitgebreid op de bevindingen van de onderzoekers ingaan en speciale aandacht geven aan de positie van grensregio’s. <