Direct naar artikelinhoud
Op zoek naar Palestina

Onze man in Hebron, een heilige stad vol haat: "Je moet de vijand doden voor hij jou doodt"

Israëlische soldaten patrouilleren in Hebron.Beeld Pietro Masturzo/Prospekt

De stad Hebron staat symbool voor de omstreden Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden. 850 extreemrechtse kolonisten leven er op gespannen voet met 200.000 Palestijnen. Honderden zwaarbewapende militairen moeten instaan voor de orde. “Ik hou van Israël, maar op deze manier zullen we nooit tot een vreedzame oplossing komen”, zegt voormalig elitesoldaat Achiya Schatz.

Op uitnodiging van de EU-delegatie in de Palestijnse gebieden reisde De Morgen-journalist Koen Vidal naar Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever.

Het centrum van Hebron lijkt wel een spookstad. De straten van deze eeuwenoude plek zijn zo goed als leeg. Geen verkeer, stilte. Af en toe kom je een patrouille tegen van het Israëlische leger. Sommige militairen zien er indrukwekkend uit en dragen hun wapen pal voor hun borst, anderen slenteren verveeld rond en laten hun aanvalsgeweer als een rockgitaar van hun schouder bungelen.

Om velerlei redenen is Hebron een historische stad. Pal in het centrum bevindt zich de Grot van de Patriarchen die zowel voor moslims als voor joden een heilige plaats is. Ooit was dit een van de belangrijkste handelscentra van de regio waar elke dag duizenden Palestijnen kwamen winkelen.

Maar dan kwam die 24ste februari 1994 toen de Amerikaanse-Israëlitische militaire arts Baruch Goldstein met zijn aanvalsgeweer in de heilige moskee 29 biddende moslims vermoordde en 125 gewonden maakte. Het was de tragische escalatie van de spanningen tussen Palestijnen en een honderdtal joodse kolonisten die sinds de Israëlische bezetting van 1967 in Hebron waren neergestreken.

Kers op de taart

“De aanslag van Goldstein zou het gelaat van Hebron voorgoed veranderen”, zegt Achiya Schatz, een voormalige Israëlische elitesoldaat, maar tegenwoordig een van de gezichten van Breaking The Silence, een organisatie die de omstreden tactieken van het Israëlische leger in de bezette Westelijke Jordaanoever aan de kaak stelt. Schatz deed zijn dienstplicht in Hebron en liet zich inlijven bij de bekende Duvdevan-eenheid. “Duvdevan betekent ‘kers op de taart’ en is een contraterrorisme-eenheid die gespecialiseerd is in undercoveroperaties en het arresteren of vermoorden van wat wij ‘hogekwaliteitsdoelwitten’ noemen; dat is new speak voor Palestijnse terroristen.”

'Er is hier een absurde situatie ontstaan waarbij 850 kolonisten in een stad leven met 200.000 Palestijnen'
Achiya Schatz, voormalige Israëlische elitesoldaat

Maar tijdens zijn militaire dienst stonden Schatz en zijn medesoldaten vooral in voor de bescherming van de joodse kolonisten in Hebron. “Er is hier een absurde situatie ontstaan waarbij 850 kolonisten in een stad leven met 200.000 Palestijnen. Het gaat om radicaal religieuze Israëliërs die meestal gewapend zijn en voor enorme spanningen zorgen. In en rondom het stadscentrum moeten 650 Israëlische militairen permanent instaan voor de orde.”

Schatz omschrijft zichzelf als een product van Israël. “Ik hou van mijn land: mijn grootouders langs beide kanten waren slachtoffer van de Holocaust en ik groeide op in een gezin waar het bestaansrecht van Israël een centraal gegeven was. Vandaar dat ik ook absoluut bij een elite-eenheid mijn legerdienst wou doen.”

Maar de realiteit die Schatz in Hebron aantrof, was chaotisch en verwarrend. “Ik zag vooral dat die kolonisten systematisch geweld en pesterijen pleegden tegen Palestijnse burgers. Mijn moreel kompas raakte volledig ontregeld.”

Containers nabij een Israëlische legerbasis in Hebron. Hier zullen 31 woningen gebouwd worden.Beeld AFP

Nachtelijke operaties

Als Schatz over zijn militaire operaties vertelt, gebruikt hij een bevreemdend jargon. “We moesten straten en wijken steriliseren, wat erop neerkwam dat de Palestijnen verwijderd moesten worden. We kregen ook het bevel om de moraal van de Palestijnen te breken en dat deden we vooral tijdens nachtelijke operaties. Daarbij kregen we opdracht om binnen te vallen bij families waarvan we heel goed wisten dat ze geen enkele bedreiging vormden. Maar we zagen dat vooral als een vorm van intimidatie: brutaal binnenvallen bij Palestijnse families, zowel de volwassenen als de kinderen uit hun bed lichten, hen met de geweerloop tegen de muur duwen, mensen bang maken met ons gebrul.”

'We kregen het bevel om de moraal van Palestijnen te breken en dat deden we 's nachts: brutaal binnenvallen bij Palestijnse families en hen bang maken'
Achiya Schatz, voormalige Israëlische elitesoldaat

Dit soort operaties maakten van Hebron een gesegregeerde stad, legt Schatz uit. “In de sector waar de joodse kolonisten wonen, leefden aanvankelijk 38.000 Palestijnen, nu zijn het er nog maar 18.000. De 2.000 winkels van de oude markt hebben al jaren hun ijzeren rolluiken naar beneden. De Palestijnse economie kreeg een enorme dreun. Iedereen noemt het oude stadscentrum ghost town.”

Hypocrieten

Wanneer een wat oudere, orthodoxe jood ons passeert, onderbreekt Schatz zijn verhaal. “Die man is Baruch Marzel, een extreemrechtse kolonist die medeverantwoordelijk is voor het geweld tegen Palestijnen.” We vragen Marzel wat hij van die beschuldiging vindt. “Ik ben bereid om vreedzaam samen te leven met de Palestijnen”, antwoordt hij. “Maar het probleem is dat Hamas alle joden wil vermoorden. Mijn volk heeft niet de gewoonte om de vijand de andere wang aan te bieden. Je moet de vijand doden, alvorens hij jou doodt.” Op de vraag of hij daarmee alle Palestijnen viseert, komt een boos antwoord. “Als Europeaan hebt u echt geen recht van spreken. Wat jullie tijdens de Tweede Wereldoorlog met ons volk hebben gedaan, blijft onvergeeflijk. Hypocrieten, dat zijn jullie.” Waarna Marzel opstapt.

'Mijn volk heeft niet de gewoonte om de vijand de andere wang aan te bieden. Je moet de vijand doden, alvorens hij jou doodt'
Baruch Marzel, een extreemrechtse kolonist

Even later krijgen we bezoek van een van Marzels medestander: een struise man die naast ons komt lopen en voortdurend in ons oor roept. “Hebron is my home. My home!” Wanneer de man ziet dat we ook worden vergezeld door een Palestijnse vrouw, steekt hij een scheldtirade af en wil hij absoluut foto’s van haar nemen. Ondertussen komt er een tiental andere mensen rondom ons staan die roepen dat Schatz ons alleen maar leugens vertelt.

De situatie dreigt oververhit te raken en een agent stelt voor om ons met een gepantserd voertuig te volgen. Maar even later meldt hij dat hij onze veiligheid niet meer kan garanderen en dat het beter is om Hebron te verlaten.

We stappen het busje in en worden uitgewuifd door de man die ons daarnet nog belaagde en beledigde. “Hebron is my home”, roept hij nu met een brede glimlach. “My home!”