Dat blijkt donderdag uit de nieuwste gegevens van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (Riziv), die De Tijd kon inkijken.

Het Riziv komt met specifieke statistieken over burn-outs en ­depressies doordat er bij de beleids­makers en werkgevers een grote vraag bestond naar meer inzicht in deze fenomenen. Het instituut benadrukt dat de aantallen een onderschatting zijn, omdat de statutaire ambtenaren, inclusief de vastbenoemde leerkrachten, niet zijn opgenomen in de cijfers. Zij vallen immers niet onder de ziekte- en uitkerings­verzekering.

Het totale aantal mensen in ­invaliditeit zit al sinds het begin van de jaren 2000 bijna ononderbroken in de lift. In 2022 over­schreden we de symbolische kaap van een half miljoen (502.371). ­Hoewel dat aantal ook tussen 2017 en 2022 stevig bleef groeien (+24 procent), was de toename in de groep met een burn-out of ­depressie (+43 procent) nog groter. Het maakt van deze twee ziektes de motor van het ­hoge aantal in­actieven in ons land. Binnen die groep is de ­stijging het grootst bij vrouwen. Meer dan twee derde (69 procent) van de mensen in invaliditeit door burn-out of depressie is een vrouw.

Ons land gaf in 2021 meer dan 1,8 miljard euro uit aan uitkeringen voor mensen die al langer dan een jaar buiten strijd waren wegens ­depressie of burn-out, berekende het Riziv. Dat is een toename van bijna 60 procent in vergelijking met vijf jaar voordien.