Ingezonden brief: Een tweede nationale taal voor Arabieren is niet wenselijk
Naar aanleiding van het bericht over de ‘natiestaatwet’ in Israël (over onder andere symbolische vastlegging van de Hebreeuwse taal) wil ik het volgende zeggen. In Nederland verlangen we van mensen met een migratieachtergrond snelle aanpassing, zoals het leren van Nederlands. Van vreemdelingen die als mede-Israëliet in Israël wonen, mag hetzelfde worden verwacht; niet dat ze een deel van het land voor zichzelf willen en Arabisch als ‘tweede nationale taal’, noch een deel van Jeruzalem als ‘hun hoofdstad’. We zouden Nederlanders met een migratieachtergrond, Marokkanen en Turken, ook niet toestaan dat Utrecht en Noord-Holland worden geclaimd als eigen staat met Amsterdam-Oost als hoofdstad.
De krant citeerde Hanna Luden, directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israël. Ik heb in Israël eens gevraagd hoe wij als christenen die voor Israël zijn, moeten reageren op relativerende tot kritische geluiden van Joden in Nederland. Ik had een lang antwoord verwacht maar hoorde één zin: ‘Ach, die zijn nog onder de verdrukking’; spreken en handelen niet met de vrijheid van Joden die al terugkeerden naar Israël, de staat mee opbouwen en daar in Gods belofte leven.’ <