Hemelen
Zou Pinksteren eigenlijk deel zijn van een rouwproces? Normaal gesproken ben ik tegen de tijd dat Pinksteren en Hemelvaart aanbreken, de hele treurnis van de veertigdagentijd en Goede Vrijdag allang weer vergeten. En ik leerde van bisschop N. T. Wright dat het ook hoog tijd was voor ten minste vijftig dagen feest na veertig dagen treurnis. Waarschijnlijk heeft hij gelijk.
En toch vertonen Hemelvaart en Pinksteren de trekken van een rouwproces om een dierbare overledene. Afgelopen zondag was er een jonge begrafenisonderneemster te gast in de PopUpKerk. Ze had jaren in de financiële sector gewerkt en wilde weleens iets zinnigs doen met haar leven, iets ondernemen. Niets ten nadele overigens van alle mensen die heel zinnige dingen doen in de financiële sector.
Ze vertelde over vier rouwtaken: realiseren dat iemand echt dood is, de pijn voelen die daar bij hoort, besluiten dat je weer verder moet met je leven en het een plek geven. Ze zei dat de sfeer van haar werk vergelijkbaar is met die van de kraamzorg. Eenzelfde intense bubbel van feromonen. Natuurlijk zijn mensen moe en soms gespannen of kortaf. Maar er is ook zo veel ruimte, zo veel liefde, vergeving, verbinding.
Onwillekeurig moest ik aan de vruchten van de Geest denken. Dat zelfzucht leidt tot vijandschap, afgunst, intriges en meer van dat soort narigheid, volgens Paulus. Maar dat de Geest leidt tot ‘liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid, ingetogenheid’. Het lijkt erop dat niet alleen die specifieke Geest van God leidt tot dat soort vruchten, maar dat elke geliefde die overlijdt, wiens lichaam niet meer functioneert maar wiens geest nog rondhangt in de harten en hoofden van de omstanders, leidt tot dit soort vruchten. Natuurlijk niet altijd en overal, maar uitzonderingen bevestigen de regel.
Het feest van de Geest komt na het overlijden van de grote rabbi. Er is weliswaar een opstanding, maar daarna gaat hij hemelen. En daarna krijgt zijn geest een plek in de ziel van zijn leerlingen en van veel meer mensen. Dat gaat gepaard met euforie, maar misschien wel meer met de gevoelens van vreugde die er kunnen zijn na een begrafenis. En ook de vreugde die er ondanks alles kan heersen in een huis van rouw. Niet voor niets heeft Petrus het er tijdens de pinkstertoespraak voortdurend over dat Jezus van Nazaret is vermoord.
Christendom is onverklaarbaar zonder een lijfelijke opstanding. Maar na de opstanding gaat de rabbi wél hemelen. Om ooit weer terug te keren, zeggen ze dan. Maar tot die tijd gelden de ‘rouwtaken’. Hij is écht weg, dat kan goed eenzaam voelen, we moeten zelf verder en ‘het verdient een plek’. De Geest, zijn geest, verdient die plek in onze ziel. Opdat we iets belichamen van wie Hij is. Zo zijn rouw en Pinksteren toch een bijzonder goede combinatie. Gek genoeg.