Reportage Padel

Padel is een blijver, leert het toptoernooi in Tour & Taxis

Landgenoten Bram Coene en Joris De Weerdt (in het wit) konden voor de ogen van honderden fans niet stunten.© Bart Dewaele

Op het Premier Padeltoernooi in Tour & Taxis in Brussel maken recreanten en passanten deze week kennis met de wereldtop van het padel. Nergens anders ter wereld kende de racketsport in glazen kooien zo’n sterke groei als in Vlaanderen.

Bart Lagae

“We are players.” Met een Spaans accent vragen twee jonge vrouwen of ze toegang krijgen tot de tribunes van het centre court in de Gare Maritime. De gerenoveerde hangar op de site van Tour & Taxis is deze week al voor het derde jaar het decor van een prestigieus internationaal padeltoernooi.

In en rond de Gare Maritime klinkt overal Spaans. Dat is niet verwonderlijk voor een sport die zich in de jaren zeventig ontwikkelde vanuit Marbella en tijdens de coronacrisis versneld populair werd in ons land. Zeker in de toplaag werkt de Spaanse afkomst nog door. De top 100 van de wereld bestaat voor 95 procent uit Spanjaarden en Argentijnen. Niet alleen op het terrein, ook op de tribunes is deze week flink wat Spaans te horen. Belgische toeschouwers kunnen supporteren voor twee Belgische mannenduo’s, en één vrouwenduo, die met wildcards een plaats op de tabel kregen.

“Een deel van onze bezoekers zijn Belgen die gepassioneerd zijn door padel”, zegt toernooiorganisator Vincent Laureyssens. “Maar er zitten ook veel EU-functionarissen en andere buitenlanders op de tribune. Samen zorgen ze voor veel sfeer. De beleving van een topfinale in het padel is in mijn ogen sterker dan de finale van Roland Garros. Er zijn meer spectaculaire punten en de supporters leven intenser mee.”

Hoge vlucht

Dat bleek al meteen tijdens de eerste avond, die dinsdag meer dan 5.000 toeschouwers naar Tour & Taxis lokte. Het toernooi biedt niet alleen plaats aan wedstrijden, het doet ook dienst als ontmoetingsplek voor iedereen die in België met padel bezig is. Na de forse groei in de coronajaren – toen padel als buitensport-zonder-contact een van de weinige toegelaten activiteiten was – blijft de sport zich ontwikkelen. Met 90.000 leden is padel de vierde grootste sportfederatie van Vlaanderen, na voetbal, tennis en gymnastiek.

In de monumentale hangar van de Gare Maritime in Tour & Taxis verzamelt de wereldtop van de padelsport zich deze week.© BART DEWAELE

“In de coronaperiode groeide ons ledenaantal met 30.000”, zegt Gijs Kooken, de ceo van Tennis en Padel Vlaanderen. “De groei is er nog steeds, maar niet meer met 10.000 per jaar. Wat we wel zien is dat onze leden steeds actiever worden. Al onze competities, vooral op het basisniveau, zitten eivol. Over alle sporten heen zit je gemiddeld met een jaarlijkse drop-out van 25 procent. Maar we weten dat dat percentage gevoelig krimpt als de leden competitief bezig zijn. Dat doet ons besluiten dat padel in Vlaanderen een blijver is.”

Ging Franstalig België eerst overstag, dan heeft Vlaanderen meer dan een inhaalbeweging gemaakt. De Franse sportartikelenketen Decathlon geeft aan dat zijn vestiging in Antwerpen wereldwijd het grootste aandeel in padelartikelen verkoopt. Behalve in Spanje zijn alleen in Zweden meer padelterreinen per capita aangelegd. “We zien nu dat padelkooien in Zweden worden afgebroken en verkocht in Vlaanderen”, zegt Kooken. “De internationale padelfederatie kijkt met grote ogen naar de hoge vlucht die de sport in onze regio genomen heeft.”

Een precieze reden waarom de sport specifiek in Vlaanderen aanslaat, heeft Kooken niet. “Het enige objectieve verschil met Franstalig België is dat de padelfederatie bij ons is samengegaan met Tennis Vlaanderen terwijl dat bij onze Franstalige collega’s niet zo is. Je ziet nu dat beide sporten elkaar versterken. Heel wat spelers en trainers hebben een tennisachtergrond. Omgekeerd past het tennis zich ook aan aan padel. In de flexibelere manieren waarmee clubs toernooien organiseren bijvoorbeeld.”

Tennissen op een padelveld

Met de toename van de competities, stijgt ook het niveau van de Belgische padelspelers. Volwassen spelers hebben de sport als kind vrijwel nooit beoefend. Wie ooit tenniste zal eerst proberen te tennissen op een padelveld en pas daarna leren hoe de glazen wanden te gebruiken. Toch proberen enkele Belgische spelers zich te meten op het internationale circuit.

De 20-jarige Maxime Deloyer uit Kraainem is een van de weinige Belgische padelprofs. “Op mijn twaalfde ben ik gestopt met tennis en heb ik me toegelegd op padel”, vertelt hij aan de vooravond van zijn eersterondewedstrijd in Brussel. “Toen ik op mijn 18de school verliet, deed ik niets anders meer. Er van leven kan niet – daarvoor is het prijzengeld te klein. Maar gelukkig heb ik een aantal sponsors waardoor ik internationaal toernooien kan spelen en tien weken per jaar in Madrid kan trainen.”

Deloyer staat vandaag 160ste op de wereldranglijst, hij wil graag naar de top 100. “Ook dan zal ik nog niet van mijn sport kunnen leven, maar ik heb wel het geluk dat ik geen Spanjaard of Argentijn ben. Ik krijg meer middelen en kansen als wildcard als Belg.”

© BART DEWAELE

Het toernooi in Brussel is er een voorbeeld van. Het Premier Padel-circuit wordt gefinancierd door Qatar. Die organisatie nam de World Padel Tour over waar Brussel de voorbije jaren deel van was. Als gevolg van de overname kan er professioneler worden gewerkt, zegt Vincent Laureyssens. “Je merkt dat de Qatari veel ervaring hebben met toernooiorganisatie, denk aan alle WK’s van verschillende sporten die daar al plaats vonden.”

Door de overname moesten ook enkele bestaande toernooien verdwijnen. Maar Brussel bleef bestaan, samen met Malmö (Zweden) en Nokia (Finland). “Dat we onze plaats behielden, hebben we te danken aan de spelers”, zegt Laureyssens. “Ze houden van Brussel en het historisch kader van de Gare Maritime, daar is ons land uniek in. Ook de kwaliteit van de infrastructuur en de hotels ligt hoog (de topspelers zijn gelogeerd in het luxueuze Amigo Hotel, red.). Daarnaast is de vliegverbinding met Madrid en Barcelona vlot en goedkoop. Heel wat spelers nodigen hier familie en vrienden uit die er een uitstap in Brussel van maken.”

De kans dat een Spaanstalig duo straks de eindzege pakt, is 99 procent. De 44-jarige Argentijnse legende Fernando “Bela” Belasteguín mag dan door blessure ontbreken, ’s werelds nummers één, Arturo Coello en Agustín Tapia, zijn in Brussel, net als de beste speelsters bij de vrouwen. Woensdag sneuvelden de laatste Belgische duo’s, Helena Wyckaert en An-Sophie Mestach bij de vrouwen en Maxim Deloyer en Clément Geens bij de mannen. Dinsdag verloor ook het andere Belgische mannenduo, Bram Coene en Joris De Weerdt zijn eersterondewedstrijd.