Direct naar artikelinhoud

Hulpverleners overschatten familiesteun bij mensen met niet-westerse achtergrond

Hulpverleners overschatten familiesteun bij mensen met niet-westerse achtergrond
Beeld Hollandse Hoogte, Katrien Mulder

Het sociale vangnet van mensen met niet-westerse achtergrond valt bij schokkende gebeurtenissen vaak tegen.

Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond ervaren twee keer zo vaak te weinig steun van hun familie na een schokkende gebeurtenis als hun autochtone landgenoten. Dat blijkt uit het eerste grootschalige onderzoek naar de beleving van slachtoffers in Nederland, in opdracht van Fonds Slachtofferhulp.

Dat staat haaks op hoe hulpverleners tegen deze groep aankijken, zegt psycholoog Peter van der Velden van instituut CentERdata en leider van het onderzoek. “Psychologen gaan bij deze groep juist uit van méér steun van familie.” Volgens hem overschatten behandelaren dit sociale vangnet van mensen met een niet-westerse achtergrond daarom drastisch.

Denk niet dat er wel voldoende hulp komt als familie centraal staat in een cultuur
Peter van der Velden, psycholoog instituut CentERdata

De groep van zesduizend Nederlanders die hij daarvoor ondervroeg, is samengesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Hoeveel steun degenen ervaren die het afgelopen jaar bijvoorbeeld geweld, verkrachting of een ongeval meemaakten, is nu voor het eerst zo breed in kaart gebracht.

Schokkende gebeurtenis

Ruim één op de acht kreeg het afgelopen jaar te maken met zo’n schokkende gebeurtenis. Dat percentage is door te rekenen naar het hele land omdat het panel representatief is. Landelijk kregen zo’n 1,7 miljoen mensen vorig jaar dus zo’n gebeurtenis voor hun kiezen.

In de groep met een niet-westerse achtergrond ervaart 44 procent vervolgens een gebrek aan emotionele steun van de familie. Onder ­autochtone getroffen Nederlanders is dat nog geen 25 procent. Na de vuurwerkramp in Enschede vond Van der Veldens onderzoeksgroep al iets soortgelijks. Turkse Nederlanders voelden toen minder steun van hun omgeving dan autochtone ­Nederlanders, of ze nu direct slachtoffer waren of niet. “Ook die bevindingen stonden toen haaks op wat veel mensen verwachtten.”

Ze vormen dan ook een belangrijke les voor hulpverleners, vindt Van der Velden. “Denk niet dat de omgeving wel voldoende steun zal geven als getroffenen uit een cultuur ­komen waarin de familie centraal staat.”

Bij de eerste generatie migranten zie ik dat zij veel minder gewend zijn te praten over gevoelens
Najat Rabbae, gezondheidspsycholoog

Zelfstandig gezondheidspsycholoog Najat Rabbae kan zich verschillende oorzaken voorstellen voor het verschil in ervaren steun. “Vanuit mijn achtergrond en werkervaring kan ik vooral iets zeggen over de ­Marokkaanse cultuur. Daar zie ik bij de eerste generatie migranten dat zij veel minder gewend zijn te praten over gevoelens. De steun kan dan meer komen in de vorm van dingen doen voor elkaar in plaats van erover te praten.” Dat is niet minder goed bedoeld, maar het zou kunnen dat het slachtoffer daardoor wel minder emotionele steun ervaart.

Loyaliteit

Daarnaast hoort Rabbae vaak in haar praktijk dat cliënten hun ­ouders niet willen belasten met hun problemen. “Ze hebben het al zwaar genoeg, hoor ik dan, door ziekte of andere problemen bijvoorbeeld.” Ook hier zegt een gebrek aan steun voor de eigen problemen dus niets over hoe hecht de familiebanden zijn, stelt Rabbae. “Juist door de loyaliteit en zorg voor hun ouders ­beginnen ze dan niet over hun eigen moeilijkheden.”

Als het gaat om slachtoffers van seksueel geweld is er ook het taboe rondom seksualiteit dat het praten in de weg staat, besluit de psycholoog. “Al speelt een bepaalde gevoeligheid rondom seksualiteit in de ­hele samenleving natuurlijk, toch is het in de Marokkaanse cultuur bijna ondenkbaar om daar met familie open over te praten.”

Het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) kijkt op van de ­resultaten, maar kan er weinig algemeens over zeggen. “De groep mensen is erg divers”, zegt een woordvoerder. “Sommige mensen met een migratieachtergrond wonen hier al veertig jaar, anderen zijn hier net heen gekomen en hebben niet eens familie hier.” Wel gaat het NIP met het onderwerp aan de slag. “Het zet ons aan het denken.”

Lees ook:

Vluchteling moet te lang wachten op hereniging met zijn gezin

De IND beoordeelt 86 procent van de aanvragen voor gezinshereniging niet op tijd.