© Belga

Er ligt meer gezonde voeding in de winkel. Maar wat is er nu eigenlijk veranderd voor u?

De voorbije vijf jaar is het aanbod van voeding in de winkelrekken (een beetje) gezonder geworden. Volgens de voedingssector zelf het bewijs hoe goed ze het voor heeft met de gezondheid van de consumenten. Maar voedingsdeskundigen zijn niet overtuigd. “Aan dit tempo duurt het nog vijftig jaar voor de voeding écht gezond wordt”, ­reageert Patrick ­Mullie (VUB).

Pieter Lesaffer

Is onze voeding nu gezonder dan vijf jaar geleden?

In 2012 hebben vertegenwoordigers van de voedingssector en de warenhuizen beloofd om de vetten, suikers en het zout in een aantal producten te doen zakken. Op een persconferentie met de minister van Volksgezondheid, Maggie De Block (Open VLD), kondigden ze gisteren fier aan dat ze die doelstellingen vijf jaar later bijna allemaal hebben gehaald.

Zo bevat het gamma ontbijtgranen dat vandaag in België wordt verkocht, nu 5,8 procent minder suiker. Ook koekjes, frisdranken en zuivelproducten bevatten minder suiker, vetten en zout. Alleen voor chocolade is de doelstelling van -2,5 procent verzadigd vet niet behaald – technisch zou het te moeilijk zijn om de zoetstoffen te vervangen. Voor producten zoals charcuterie of chips zijn geen cijfers. “Een evolutie, geen revolutie”, noemt Jean Eylenbosch, de voorzitter van koepelorganisatie Fevia, die cijfers. Maar voedingsdeskundige Patrick Mullie (VUB) noemt het vooral een gemiste kans. “Dit gaat ontzettend traag. Aan dit tempo duurt het nog vijftig jaar vooraleer de voeding écht gezond wordt.”

Merken we daar iets van in de winkel?

De grootste gezondheidswinst van de voorbije vijf jaar zit niet zozeer in de producten zelf die gezonder worden, maar wel in de komst van nieuwe, gezondere varianten. In Coca-Cola en andere klassieke frisdranken zit bijvoorbeeld nog steeds evenveel suiker. Toch zijn de frisdranken in het algemeen “gezonder” geworden, omdat er meer light-dranken en gearomatiseerde waters worden verkocht. Hetzelfde met ontbijtgranen. De klassieke cornflakes bevatten nog steeds veel suiker, maar daarnaast zijn er meer gezonde ontbijtgranen op de markt gekomen.

Betekent het dat wij gezonder eten?

“De voedingssector wil ons doen geloven dat de Belgen gezonder eten, maar dat kunnen we uit deze cijfers helemaal niet afleiden”, zegt voedingsdeskundige Theo Niewold (KU Leuven). “Dit zijn cijfers over de verkoop van voedingsproducten. Dat zegt niks over de consumptie en het eetpatroon van de Belgen.”

De beste graadmeter om de gezondheid te meten, zijn de statistieken van overgewicht en obesitas. De jongste cijfers dateren van 2013. Toen kampte 13,7 procent van de Belgen met obesitas (tegenover 10,8 procent vijftien jaar voordien). Meer recente, officiële cijfers zijn er voorlopig niet. “Maar het ziet er niet naar uit dat die dalen”, zegt Patrick Mullie (VUB). “Integendeel. We evolueren naar een Amerikaans patroon, waarbij de tussengroep steeds kleiner wordt. Enerzijds neemt het aantal mensen met obesitas toe, anderzijds zijn er ook steeds meer mensen die gezond leven. Dat zie je ook in de aankopen. De eerste groep blijft trouw aan de ongezonde producten, de anderen maken een bewuste keuze in hun voeding.”

Is dit menens of marketing?

“Het is bon ton om suikers en vetten te diaboliseren”, zegt Theo Niewold. “Nochtans zijn vetten en suikers voedingsstoffen die we evengoed nodig hebben, alleen moeten we er gewoon veel minder van eten. Dat is het grootste gezondheidsprobleem in het algemeen vandaag: we eten gewoon te veel.”

Dat zegt ook Patrick Mullie. “Als het de voedingssector menens is, dan zet ze in op minder consumptie. Dan maakt ze bijvoorbeeld werk van minder frisdrankautomaten. Maar dat zie ik niet gebeuren.”

Moet de overheid niet meer doen?

“Het is goed dat de sector zichzelf reguleert”, vindt de minister van Volksgezondheid Maggie De Block. “We moeten ons als overheid niet te veel bemoeien. Het is ook aan de consument zelf om keuzes te maken.” De minister staat dan ook volledig achter de geleidelijke evolutie die de sector zichzelf oplegt. Er komt zelfs een uitbreiding naar sauzen en smeersalades (zoals krab- en vleessalade). Ook engageert de voedingssector zich om tegen 2020 tien procent meer groenten aan de bereide maaltijden toe te voegen.

Wel werkt De Block aan een “nutri-score”, zoals dat al in Nederland en Frankrijk bestaat. Dat is een kleurencode om aan te geven hoe gezond een bepaald voedingsproduct is. Binnen het jaar wil ze dat klaar hebben – meer details wilde ze gisteren niet geven. Vermoedelijk zal die score alleen op de producten komen van bedrijven die hier op vrijwillige basis aan meewerken.