Een stevig klimmenu en kilometers kasseien konden niet verhinderen dat de toppers er met open vizier tegenaan gingen. Bas Vandenbulcke, Aksel Decaestecker en Stan Vernaillen (Onder ons Parike) bundelden de krachten. Valentin Petillon reageerde, maar hij kon de brug naar de leiders niet leggen. Sune De Valck (Van Moer Logistics CT), Mauro Keppens (Isorex CT) en Jinze Joris (Acrog-Tormans) deden dat wel. Kort daarna liep alles opnieuw samen. In de slotronde waagde Seff Van Kerckhove zijn kans op de Berg Te Stene. Belgisch kampioen Emiel Siegers legde als eerste de brug naar de koploper. Er vormde zich een elitegroepje met Joris, De Smet, Keppens, Ian Kimpe, Sander Willems, De Valck, Vandenbulcke en Van Kerckhove. Op de Wolvenberg ontbond Joris zijn duivels. Keppens en De Valck spartelden tegen, maar waren niet opgewassen tegen de krachtsexplosie van de krachtpatser uit Blaasveld.

Goede reactie in huis

Vic De Smet, die er op kampioenschappen een gewoonte van maakt om een podiumstek in de wacht te slepen, won overtuigend de sprint voor de tweede plaats. “Heel content na deze koers”, glundert de Lokerenaar van het Avia-Rudyco CT. “Op de Achterberg was ik niet mee toen er doorgetrokken werd, maar gelukkig viel het stil. Toen Joris op de Wolvenberg doortrok, zat ik iets te ver. We hebben onmiddellijk gereageerd, maar kregen het gat niet meer dicht. Joris is een goede tijdrijder en dus wist ik dat het moeilijk zou worden. Vandenbulcke en Willems, ploegmaats van Joris, waren niet echt stoorzenders. We moesten immers blijven samenwerken, wilden we het peloton op afstand houden. Toen duidelijk werd dat Joris buiten schot was, heb ik gefocust op de sprint voor de tweede plaats. In de slotkilometer heb ik voor het wiel van Willems gekozen. Toen die aanzette, had ik een goede reactie in huis”, zegt de gewezen voetballer van SK Beveren, die sinds dit jaar met trainer Michel Geerinck samenwerkt.

Net als in alle kampioenschappen speelden de Oost-Vlamingen ook nu een hoofdrol. Sander Willems eindigde vierde, Mauro Keppens zesde en Ian Kimpe zevende.