© Luc Daelemans

Voormalig koersorganisator luidt de alarmbel: “Binnen tien jaar fietst onze jeugd niet meer”

Code rood. Afgelopen weekend raakte bekend dat het totaal aantal wegwedstrijden in onze provincie onder de magische grens van honderd is gezakt. Een daling die al jaren gestaag aan de gang is, maar nu zorgwekkende proporties aanneemt. Victor Pennings, decennialang stuwende kracht achter een prestigieuze Limburgse juniorenkoers, is vertrouwd met alle problemen. “De wereld rondom ons verandert zo snel dat ik denk dat onze jeugd hier over tien jaar niet meer koerst. Zelf hebben we met de club alvast de remmen dichtgeknepen.”

Norbert STAS en Rob RODIERS

Hoewel Victor Pennings pas later toetrad tot de organisatie van de Trofee van Haspengouw lag er voor beide dit jaar een veertigjarig jubileum in het verschiet. Met dit verschil dat het bondsnummer van Aalst definitief is geschrapt en Pennings nog een toekomst heeft in de wielersport. “Louter als seingever. Niet langer organisator”, steekt de door de wol geverfde organisator van jeugdkoersen beide handen in de lucht. “Toetreden tot het bestuur van een nieuwe club? Daar pas ik feestelijk voor!”

Pennings weet waarover hij spreekt. Als ervaringsdeskundige - “Ik heb Merckx hier nog zien starten in Walshoutem” - weet hij precies waar de pijnpunten van de wielertoekomst zich situeren. “Allereerst is er het demografische probleem. Besturen vergrijzen en seingevers sterven - letterlijk - uit”, begint hij zijn opsomming. “Daarnaast zijn er de stijgende kosten betreffende de veiligheid van wedstrijden. En alsof dat nog niet volstaat, zijn wielerwedstrijden niet langer zelfbedruipend. De tijd dat je geld overhield aan een jeugdkoers ligt al een tijdje achter ons. De entourage van een renner heeft tegenwoordig alles bij. Drank en eten delen ze uit aan hun gevolg. Gelukkig hadden wij in onze club een spaarpotje aangelegd waardoor we toch nog jarenlang overleefden. Maar dat was nu helaas opgesoupeerd. Dat heeft ook te maken met de dalende inkomsten uit onze mosselsoupers bijvoorbeeld. Vroeger schoven er nog vijfhonderd man aan in de feestzaal in Aalst, de laatste jaren nog zo’n honderdtal. Vroeger werd daar ook tonnen met repen gedronken, nu nog een paar pintjes.”

“Wij moesten wijken voor het geld van Wouter Vandenhaute"

Bijgevolg legden de wielerclub van Aalst en secretaris Pennings er eind 2018 moegestreden het bijltje bij neer.

“Het voortbestaan hing al een paar jaar aan een zijden draadje”, reconstrueert Pennings de totstandkoming van die beslissing. “Tot voor enkele jaren richtten we drie wedstrijden in. Dat werd herleid tot twee: een topcompetitie voor nieuwelingen en een Beker van België voor juniores. Drie jaar geleden beslisten we noodgedwongen om enkel nog de Bekerwedstrijd voor juniores te organiseren. Dat kwam omdat we moesten wijken voor het kapitaal. Wouter Vandenhaute (Flanders Classics) wilde op de zondag van Gent-Wevelgem bij wijze van stunt zeven wedstrijden op één dag organiseren waardoor de Kattekoers onze datum inpikte. De bond stemde ermee in en wij waren onze vertrouwde datum kwijt. Het begin van het einde, zo bleek.”

“Met de voorbereiding van een koers waren we vier maanden bezig"

Pennings schuifelt op zijn stoel terwijl hij zijn verhaal doet. De eeuwige vrijgezel - de voorbije vier decennia was hij enkel getrouwd met de koers - beleeft momenteel dan ook een aparte winter. Normaal gezien was hij op dit eigenste moment volop in de weer om een toporganisatie op poten te zetten. Anno 2019 hoeft hij zich enkel om zijn moeder te bekommeren. Als inwonende zoon is híj de mantelzorger en kok van dienst. “Hij doet dat redelijke goed hoor”, fluistert de bijna negentigjarige achter zijn rug. “Als ik er niet meer ben, zal hij misschien elke dag spaghetti eten, maar nu kookt hij lekkere warme maaltijden”, lacht mama Pennings die huivert als ze op televisie beelden ziet van een spurtend peloton.

“In november begonnen we meestal met de voorbereiding van de koers”, komt Victor weer ter zake. “Decennia geleden met een vijftiental man, de laatste jaren waren we nog met zijn vijven. Een heus huzarenstukje, als je het mij vraagt. Zo moesten we bijvoorbeeld bijna constant ons parcours wijzigen. Een wegversmalling hier, bloembakken aangebracht daar, drempels aangelegd, ga maar door. Met onze reclamefolder, gedrukt op 7.000 exemplaren, waren telkens ook twee, drie man twee maanden lang bezig. Die sponsors van het jaar voordien één voor één afschuimen, dat kost wat tijd he. Helaas stel ik vast dat heel wat commercanten niet meer staan te trappelen om daar nog geld aan te besteden."

“Komt daarbij dat een wedstrijd voor de Beker van België organiseren de laatste jaren al gauw 17.000 euro kostte. Het betalen van de inrichtingsvergunning (circa 2.000 euro) en het prijzengeld (1.600 euro) was het minste van onze zorgen. Die bedragen werden op het laatst bevroren door de wielerbond om de situatie voor organisatoren leefbaar te houden. Het waren vooral de oplopende kosten voor de veiligheid die ons slapeloze nachten bezorgden. Door de forse toename aan ‘straatmeubilair’ en de afname aan vaste seingevers hadden we steeds meer mobiele seingevers nodig. Vrijwilligers die soms van voorbij Gent moesten komen! Nu, die mannen kwamen vooraf ook nog eens verkennen. Dus die vijftig euro per motard was eigenlijk nog goedkoop. Ze hielden er nauwelijks voldoende aan over om hun brandstof te betalen. Maar als je het totaalplaatje bekeek: 25 x 50 euro, dat is wel een forse kost voor een organisator, hé!”

“Die mobiele seingevers kostten ons 25 keer 50 euro"

Wat vaste seingevers betrof, werkte Aalst samen met de clubs van Zepperen, Kerkom en Brustem in het Hesbaniaproject.

“Goed voor een dertigtal vrijwilligers”, weet Pennings. “Ook Omer Bovy (organisator van de Ster van Zuid-Limburg, nvdr.) bracht tien à vijftien tal man aan. Waardoor we genoodzaakt waren om seingevers uit Rapertingen, Houthalen en Vliermaal te laten overkomen. Die moeten ook allemaal 20 euro krijgen, en dan tel ik hun verplaatsingsonkosten en lunchpakket nog niet mee. Nog een geluk dat ik op een groot netwerk kon terugvallen of er was al jarenlang geen koers meer in Aalst. Zelf ging ik twintig keer per jaar seingever spelen, in de hoop zelf hulp te krijgen als ik erom vroeg. Vandaar dat ze me overal kennen. Net over de taalgrens, tot in Hoei toe. Ah ja, mijn vrienden en ik hielpen mee bij de beveiliging van de Ronde van Luik. Eén van mijn vrienden is daar nog moedwillig van de weg gereden door een ongeduldige automobilist. (Schuddebolt) Mensen beseffen niet dat seingevers wel degelijk gemachtigd zijn volgens de verkeerswetgeving.”

“De familie Wellens heeft fantastisch meegewerkt"

Wie Aalst-bij-Sint-Truiden zegt, zegt Tim Wellens. Ondanks zijn internationale faam herbergt het dorp vanaf dit jaar geen wielerclub meer.

“Straf hè?! Tim en zijn familie hebben nochtans altijd fantastisch meegewerkt”, benadrukt Victor. “Als hij in het land was, kwam Tim steevast naar één van onze eetdagen. Zijn broer Yannick en vader Leo en moeder Fabienne staken tijdens onze organisaties altijd de handen uit de mouwen. Maar wat stelden we eveneens vast op wedstrijddagen? De plaatselijke bevolking was hoe langer hoe minder geïnteresseerd. In de openingsronde zag je nog tien inwoners buiten komen, de daaropvolgende ronden haast niemand meer. Als je dan nog tal van problemen uit de weg moet ruimen vooraleer je koers kan doorgaan, zinkt de moed je in de schoenen. Is een hobby plots geen hobby meer. Drie computers heb ik gekocht: puur om een koers te kunnen organiseren. (Mijmerend) Als we echter niet opletten, wordt hier binnen tien jaar niet meer gekoerst. Welke ouder is nog bereid om zijn kind op de openbare weg te laten sporten?”

INFO

Kent u ook een uitzonderlijk sportverhaal? Laat het ons weten via sport@hetbelangvanlimburg.be

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer