De uitstap begon in deelgemeente Schaffen waar de leden van Neos Lommel een bezoekje brachten aan het opleidingscentrum voor para’s. “En wie kon ons beter uitleggen wat hier gebeurde dan Marc Van Herbruggen die ruim 1.300 parachutesprongen op zijn conto heeft”, klinkt het. “Interessant om te zien was het plooien van de parachutes en de hal met de grote 'zeppelin'. Sinds 1949 wordt ermee getraind in valschermspringen omdat het goedkoper is dan uit een vliegtuig springen. Een van onze leden kreeg de bepakking van een para aangebonden: een valscherm van 18 kilogram, een reservevalscherm van 6 kilogram en de bepakking van 40 kilogramm. Oef! Goed dat er een maaltijd voorzien was, samen met de para’s.”

IJskoude kerk

Daarna ging het naar het centrum van Diest. “Daar stond Jef de Nachtwachter ons op te wachten”, klinkt het bij de Neos-leden. “Met zijn lamp in aanslag vertelde hij de geschiedenis van het begijnhof, Unesco Werelderfgoed sinds 1998. Rond 1700 waren er ruim 400 begijnen, maar in 1926 waren ze allemaal weg. Zeven keer per dag gingen die vrouwtjes bidden, vaak in een ijskoude kerk. Daarom namen ze een kruik mee met hete kolen erin die ze onder hun rokken legden. We kregen er 'Halve Maantjes' bij, Diesterse koekjes, gebakken door Netteke, de vrouw van gids Jef. In taverne De Badmeester wachtte nog koffie en gebak. En dan tevreden terug naar ons Lommel, heimat van onze Neos-groep.”