Direct naar artikelinhoud
Binnenland

Duivenmelkers laten verloren gevlogen vogels in de steek: "Eet ze op met worteltjes en erwtjes"

Opvangcentra zitten vol met jonge duiven
Beeld shutterstock

Duivenmelkers hebben amper nog interesse in hun duiven die verloren vliegen, dat bericht Het Nieuwsblad. Slechts vijf procent van de verloren gevlogen dieren die in een opvangcentrum worden opgevangen, wordt opgehaald door de eigenaar. "Draai ze in de soep", klinkt het vaak.

Het zijn vooral jonge, onervaren dieren waarmee de opvangcentra tegenwoordig vol zitten, volgens Jan Rodts van Vogelbescherming Vlaanderen. "Het probleem is dat duivenmelkers veel te jonge dieren onmiddellijk laten meevliegen. We krijgen duiven binnen van amper 3 à 4 maanden oud. Onervaren dieren die moe en uitgeput geraken.”

De duiven zijn geringd, dus het is niet moeilijk om contact op te nemen met hun eigenaars. Toch zijn de duivenmelkers in 95 procent van de gevallen niet geïnteresseerd om hun diertje weer op te pikken. Medewerkers krijgen vaak te horen: "draai ze in de soep", "wring ze de nek om" of "eet ze op met worteltjes en erwtjes".

'We krijgen duiven binnen van amper 3 à 4 maanden oud. Onervaren dieren die moe en uitgeput geraken'
Jan Rodts, Vogelbescherming Vlaanderen

"Spijtig dat duivenliefhebberij stopt daar waar de duif niet meer presteert", aldus Rodts. Hij hoopt dat de Koninklijke Belgische Duivenliefhebbersbond haar verantwoordelijkheid opneemt en haar leden verplicht om hun duiven op te halen. 

Frans Hermans van de Kbdb reageerde in het Radio 1-programma De Ochtend: "in principe sensibiliseren we onze leden om elke duif waar mogelijk op te halen." Dat blijkt echter niet altijd even evident. Een eerste probleem is de afstand. "Duiven uit West-Vlaanderen worden soms opgevangen in Limburg", aldus Hermans. Anderzijds is er de leeftijd van de duivenmelker: "De gemiddelde leeftijd van de duivenmelker in ons land is meer dan 70 jaar. Het is voor hen niet altijd gemakkelijk duiven op grote afstand te gaan ophalen."

'Spijtig dat duivenliefhebberij stopt daar waar de duif niet meer presteert'
Jan Rodts, Vogelbescherming Vlaanderen