© Walter Saenen

Ondanks de vele tegenslagen: Antwerpen na 31 jaar opnieuw landskampioen waterpolo

Niets kon hen tegenhouden. Niet de tragische dood van een van hun vrienden. Niet de sluiting van hun thuisbad, de Wezenberg. Niet de onbegrijpelijke tegenwerking van de zwembond. Integendeel, al die tegenslagen maakten de coaches en de spelers van KAZSC, alias Antwerpse, nóg vastberadener in hun rush naar het landskampioenschap. Voor het eerst sinds 1987 komt de titel in het waterpolo weer waar die thuis hoort: in Antwerpen.

Patrick Vincent

Op 23 maart stierf Jan Bastiaensen op zijn 61ste, ‘Nonkel Jan’ voor de spelers van Antwerpse. Een clubman in hart en nieren die altijd klaar stond voor iedereen. Hij had zelf nog in de laatste Antwerpse kampioenenploeg gespeeld, 31 jaar geleden. “De klap was enorm”, zegt Greg Heirman. “De eerste wedstrijd na zijn begrafenis moesten we naar Moeskroen, een van onze grootste concurrenten voor de titel. We hadden daar al meer dan tien jaar niet gewonnen. We speelden voor Nonkel Jan, met véél emotie, en we hebben die mannen afgedroogd. Toen wisten we het zeker: dit wordt ons jaar.”

En dat werd het. Onder impuls van de kersverse coach Jorn Dams (37), die zelf bijna twintig jaar in de eerste ploeg had gespeeld, en zijn assistenten Danny Evens en Dimitri Bernaerts greep de club haar allereerste landskampioenschap, of – afhankelijk hoe je het bekijkt – haar 27ste. Voorgangers AZC (23) en Scaldis (3) werden immers ook al kampioen voor de fusie. “Ik heb wel even getwijfeld of ik zou stoppen als speler om coach te worden”, zegt Jorn Dams. “Maar ik geloofde in deze gasten. Ik ken hen door en door, heb jaren met hen samengespeeld. Ik wist hoe ik hen kon motiveren. En met een nieuwe tactiek zijn we ervoor gegaan. Ik wist dat de andere topploegen individueel meer talent hadden, maar wij stonden het sterkst als blok. En waterpolo is een teamsport.”

“Katerpolo”

De spirit in deze ploeg vol Antwerpse mannen is ongezien. Zelfs nu, na afloop van het seizoen, komen ze op een donderdagavond nog samen in openluchtzwembad De Molen op Sint-Anneke om te dollen en te grollen. “De meesten van ons spelen al samen van bij de jeugd”, zegt Jens Marquenie, een ingenieur bij Oosterweel die de finale tegen Doornik moest uitzitten met een schouder uit de kom. “Wij weten alles van elkaar en we zien elkaar bijna elke dag. Is het niet op de training, dan wel in onze WhatsApp-groep.”

“De vijfde time is soms belangrijker dan de vier eerste”, lacht Jay Van Hoey, LO-leerkracht in Deurne en topscorer van de kampioenenploeg met 58 goals. “Na een match zakken we met zijn allen af naar de Baron of de Dirty Rabbit. Of we gaan samen bowlen of lasershooten.”

“In de zomer doen we mee aan buitenlandse toernooitjes in openlucht”, zegt coach Jorn. “Dat is een voorbereiding op het seizoen, maar ook teambuilding. Dan durven we al eens uit de bol te gaan tussen de wedstrijden door en spelen we de volgende dag meer ‘katerpolo’ dan waterpolo. In die discipline zou België zonder twijfel wereldkampioen worden.”

Hij lacht en kijkt trots naar zijn spelers, allemaal atleten met het figuur van Griekse standbeelden. “We mogen dan veel plezier maken, maar de opofferingen die deze gasten voor hun sport doen, zijn ongelooflijk. Drie avondlijke trainingen van twee uur per week en een wedstrijd in het weekend. Sommigen trainen dan nog eens onze jeugdploegen. En allemaal gaan ze ook nog individueel lopen of fitnessen. En wat krijgen ze ervoor? Een paar schouderklopjes en een pint na de match. Sterker, ze betálen er zelfs voor: 300 euro lidgeld. In het verlengde paasweekend organiseren we altijd een buitenlandse stage, in Denemarken of Luxemburg. Dit jaar was de eerste keer dat de club het betaalde. Tot vorig jaar betaalden de spelers dat zelf. Er zijn voetbalploegen in provinciale waar spelers zelfs niet naar de training komen als ze daar niet voor worden betaald.”

© Walter Saenen

Op zoek naar een zwembad

Dit seizoen kwamen daar nog eens verre verplaatsingen bij. In maart sloot immers het Wezenbergzwembad voor renovatie en moest Antwerpse op zoek naar een nieuw bad. “We hadden al onze thuiswedstrijden in de eerste helft van het seizoen gepland, wat maakte dat we in de terugronde nog op verplaatsing moesten spelen bij al onze concurrenten”, vertelt Jorn. “Voor de trainingen wilden we naar hier komen, De Molen, maar in maart kwam er nog een onverwachte koudegolf. We hebben twee keer getraind bij vriestemperaturen, maar dat was onverantwoord. Dus moesten we uitwijken naar Oosterhout, tegen Breda. Een uur rijden van Antwerpen.”

“Wat wij geïnvesteerd hebben in naft, ge wilt dat niet weten”, zegt Greg Heirman, net als zijn teamgenoot Sean Van der Brempt een havenarbeider. “Na de training was ik pas na middernacht thuis”, zegt hij. “En voor mijn werk moet ik al om 5u opstaan.”

De ultieme play-offwedstrijd die over de titel moest beslissen, wilde Antwerpse ook in Oosterhout spelen. De club kreeg zelfs een mail van de secretaris-generaal van de bond die zijn toestemming daarvoor gaf. Maar concurrenten Doornik en Moeskroen dienden een klacht in bij de bond. “Ze beweerden dat het illegaal was om in het buitenland te spelen”, zegt Jorn. “Terwijl Doornik zélf eens een volledig seizoen in Frankrijk heeft gespeeld tijdens de verbouwing van hún zwembad. Maar hun klacht werd aanvaard en dus hadden wij een week om een nieuw zwembad te vinden. We konden gelukkig terecht in Seraing tegen Luik.” Hij grijnst: “Lekker ver rijden voor die mannen van Doornik.”

Verdiende kampioen

“We waren razend na heel die affaire”, zegt Kevin Vervoort, technicus in de haven. “Maar dat heeft ons de energie gegeven die we nodig hadden om Doornik te verslaan.” Kevin maakte zelf twee doelpunten in een wedstrijd die voor een Hollywoodfilm bedacht leek. Na een zeldzaam foutje van keeper Dries Stoot kwam Doornik in het derde kwart terug tot 8-7. In het hele vierde kwart werd niet gescoord. “Dat is zeer zeldzaam”, zegt Jorn Dams. “In de laatste seconden maakte Dries zijn foutje goed met een supersave. Noodzakelijk, want met een gelijkspel zou Moeskroen nog over ons gewipt zijn. Maar dat zou oneerlijk geweest zijn. Antwerpse is de verdiende landskampioen. We verloren dit seizoen maar twee keer.”

150 supporters van Antwerpse maakten de trip naar Seraing mee. Ze hadden hun trommels bij én de claxontoeter van Germinal Ekeren. “En die toeter hóór je in het water”, zegt Greg Heirman. “In tegenstelling tot onze coach.” Hij lacht. Jorn Dams, in het dagelijkse leven sales development manager bij het Sint-Niklase bedrijf Niko, vindt het schitterend. Zíjn jongens. Zíjn kampioenen. Antwerpse helden van het zuiverste (polo)water. In september is de Wezenberg weer klaar. “Dan gaan we weer voluit voor de titel.”