Direct naar artikelinhoud
NieuwsSupermarkt

Omzet supermarkten komt steeds minder bij arbeiders in ontwikkelingslanden terecht

Van iedere euro die consumenten in de supermarkt besteden, komt slechts 8 cent terecht bij arbeiders en kleinschalige boeren in ontwikkelingslanden. Twintig jaar geleden kregen leveranciers in ontwikkelingslanden nog 10 cent per euro. Nederlandse bedrijven scoren aanzienlijk slechter dan internationale ketens.

Boodschappen in een winkelwagen.Beeld ANP

Dat concludeert ontwikkelingsorganisatie Oxfam Novib na onderzoek naar het inkoopbeleid van zestien grote supermarkten in Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Volgens Oxfam Novib ligt een verdere daling in het verschiet. Voor leveranciers in arme landen komt de opbrengst van hun producten steeds dichter in de buurt van de productiekosten. 

Voor deze waardebepaling keek Oxfam Novib naar twaalf tropische producten, zoals bananen uit Ecuador en cacao uit Ivoorkust. Zo’n 44 cent per bestede euro blijft nu hangen bij de supermarkt. De acht grootste supermarktbedrijven ter wereld, waaronder Ahold Delhaize, maakten 22 miljard euro winst in 2016. Zo’n 15 miljard daarvan werd als dividend uitgekeerd aan aandeelhouders.

‘De focus van supermarktketens ligt vooral op het maken van winst voor eigenaren of aandeelhouders,’ zegt Farah Karimi, directeur van Oxfam Novib, in een persbericht. ‘Dit gaat ten koste van de werknemers van hun toeleveranciers in ontwikkelingslanden.’

Het bekende verweer van supermarktketens is dat ze in een uiterst complexe wereldwijde handelsmarkt opereren, dat ze hun best doen om lokale leveranciers tot betamelijk werkgeverschap te bewegen, maar dat ze nu eenmaal geen volledige controle hebben over lokale arbeidsomstandigheden.

‘Ik wil het beeld wegnemen dat er niets gebeurt’, zegt een woordvoerder van Albert Heijn, eigendom van Ahold Delhaize en de grootste supermarktketen in Nederland. ‘Wij willen dat onze ketens eerlijk zijn en daar doen wij onze uiterste best voor. Maar we hebben te maken met ontzettend veel en ontzettend complexe ketens waar talloze leveranciers, partners en autoriteiten deel van uitmaken. Het gaat stap voor stap.’

Betere omstandigheden voor werknemers van lokale leveranciers kosten ook geld. En beursgenoteerde bedrijven zoals het Britse Tesco, het Amerikaanse Walmart, of het Nederlandse Ahold Delhaize hebben een verantwoordelijkheid naar hun aandeelhouders om zo veel mogelijk geld te verdienen. Winstmaximalisatie staat daarom in de weg van meer inkomsten voor leveranciers in verre landen.

Opmerkelijk is echter dat volgens Oxfam Novib de vijf grootste Nederlandse supermarktenketens achterlopen. Zowel op supermarkten in andere westerse landen, zoals Tesco en Walmart, als op internationale levensmiddelenbedrijven zoals Unilever en Nestlé. Albert Heijn, Jumbo, Lidl, Aldi en Plus hebben samen driekwart van Nederlandse markt in handen en scoren allemaal zeer beroerd op de meetlat waarlangs Oxfam ze heeft gelegd.

Die meetlat toetst het beleid van supermarkten, zoals die dat zelf publiek hebben gemaakt, op 93 indicatoren. Die kijken onder andere naar arbeidsomstandigheden en mensenrechten. Zet de supermarktketen zich in voor een leefbaar loon onder werknemers van leveranciers in ontwikkelingslanden? Is er een gedragscode voor de werkgevers in die landen? Zijn de supermarktketens in gesprek met lokale vakbonden? Bedrijven krijgen per indicator een kruisje of een vinkje.

Van de Nederlandse supermarkten scoort Plus het hoogst: de keten voldoet aan 10 van de 93 indicatoren. Maar Tesco en Walmart scoorden het dubbele. Jumbo, dat in oktober 2017 nog de prijzen van honderd producten verlaagde, scoort 0 punten op 93 indicatoren. Albert Heijn voldoet aan afgerond 5 van de 93 indicatoren.

Oxfam Novib heeft gekeken naar het beleid van supermarkten, omdat het volgens hen onhaalbaar is om iedere leverancier van de zestien grote supermarktketens individueel te onderzoeken. Wel heeft de organisatie praktijkonderzoek gedaan in de vis- en garnalenindustrie in Zuidoost-Azië, waaronder Thailand en Indonesië.

‘Supermarkten Albert Heijn en Jumbo, maar ook Walmart en Tesco, kopen visproducten bij leveranciers waar arbeidsrechten zwaar onder druk staan’, aldus de onderzoekers. ‘Garnalenpellers in Azië, vooral vrouwen, werken vaak in vuile, koude en onveilige verwerkingsfabrieken. Zij kunnen vaak amper voldoen aan de verplichte dagelijkse quota en verdienen nauwelijks genoeg geld om hun familie te onderhouden. In sommige verwerkingsbedrijven is toiletbezoek of toegang tot drinkwater beperkt en zwangere vrouwen worden op straat gezet.’

‘Het probleem is dat de Nederlandse overheid te veel vertrouwen stelt in zelfregulering’, zegt Oxfam Novib-onderzoeker Ioan Nemes. ‘Het resultaat is een extractiemodel: de winst wordt behaald door zo veel mogelijk waarde te onttrekken aan het begin van de keten: de werknemer in ontwikkelingslanden.’