Direct naar artikelinhoud
Class of 2000

‘Voodoo’ van D’Angelo: het meesterwerk van een soulgod die geen sekssymbool wilde worden

Class of 2000: achttien jaar geleden nam D’Angelo de fakkel over van Prince
Beeld rv

Een viering van de Afro-Amerikaanse muziek en cultuur. Een stomende seksplaat. De definitieve wedergeboorte van de zwarte soul. Voodoo van D'Angelo was het allemaal. Alleen wierp het bejubelde album een dreigende schaduw over het leven van de zanger.

Op YouTube circuleert een amateurvideo waarin de Britse bluesrockgod Eric Clapton, te gast in de New Yorkse Electric Lady  Studios, naar de tijdelijke mixen van een aantal liedjes uit Voodoo luistert, omstreeks 1999. Claptons verbijsterde blik verklapt veel. “Pfoei!”, zucht hij na afloop, verbouwereerd achterover leunend, “I can’t take much more. Is it all like this? God!” Claptons reactie ademt ontzag. Alsof hij net iets heeft gehoord waar hij met zijn verstand niet bij kan.

Nogal wiedes. Voodoo, de tweede plaat van de uit Richmond afkomstige r&b-zanger Michael Eugene Archer, oftewel D’Angelo, wordt beschouwd als het ultieme hoogtepunt van de neo-soul (oftewel de mix van hiphop en soul die de nineties baarden). Het album, dat in januari 2000 verscheen, verzeilde dat jaar in de eindejaarslijstjes van toonaangevende media als Rolling Stone, Time (waar de plaat op 1 stond), The Face, MOJO, Q, Uncut, The Wire, Les Inrockuptibles, OOR en Trax. D’Angelo won er een Grammy voor in 2001. Rolling Stone zou het album in 2009 op de 23ste plaats zetten in zijn lijst met de 100 beste platen van het decennium.

“Ik was er in die tijd snel bij”, zegt de Brusselse muzikant en soulliefhebber Stijn Vandeputte, “Ik was al helemaal weg van D’Angelo’s debuut Brown Sugar, dat vier jaar eerder was verschenen. D’Angelo nam de fakkel over van Prince. Waar die in de jaren 90 was gestopt baanbrekend te zijn, ging D’Angelo verder. Dat heeft Prince trouwens ook grif toegeven. “Je moet niet alleen naar mij luisteren”, zei hij, “luister ook eens naar mensen als D’Angelo.”

D’Angelo nam de fakkel over van Prince. Dat heeft Prince ook grif toegeven

Ook de Antwerpse bassist Dries Laheye (bekend van onder ander STUFF. en BRZZVLL) is een Voodoo-adept van het eerste uur. “Het is een van de weinige platen die ik nog steeds regelmatig op leg. Ik gebruik Voodoo ook graag om op te warmen, vlak voor een concert, om in de sfeer te komen. Vooral het vrije karakter van de plaat is speciaal. Ze mixt Motown en Aretha Franklin, evenals hiphop, gospel en de oorspronkelijke rhythm & blues. Je hoort er het plezier van de muzikanten in, die zich rotamuseerden tijdens opnamesessies die eindeloos leken te duren." 

Writer's block

Nochtans kwam Voodoo moeizaam tot stand. D’Angelo sukkelde na Brown Sugar en de bijbehorende tournee met een joekel van een writer’s block. “Hij was opgebrand en componeerde geen nieuwe muziek meer”, schreef Ahmir 'Questlove' Thompson hierover in zijn boek Creative Quest. Questlove, drummer bij The Roots, ontpopte zich tot de belangrijkste medecomponist op Voodoo. D’Angelo refereert nog steeds naar hem als “mijn copiloot”. “Het moet verschrikkelijk voor hem zijn geweest om na de intense creatieve periode rond Brown Sugar plots elke dag wezenloos te zitten staren naar een lege bloempot”, aldus Questlove. Pas bij de geboorte van D'Angelo's eerste kind met de zangeres Angie Stone – een zoontje dat hij Michael noemde – borrelde de inspiratie opnieuw op.

Hij trok met Questlove naar de Electric Lady Studios en spendeerde er een dikke drie jaar. Ze beluisterden als bezeten oude soulplaten, jamden, componeerden, dronken en rookten. Daarbij werden ze geholpen door vrienden als Erykah Badu, Common, Mos Def, Talib Kweli, producer J.Dilla en soulmuzikanten James Poyser en Pino Palladino die in die periode allemaal op elkaars platen meespeelden. Het collectief werd de Soulquarians gedoopt. 

Vooral de wankele, dronken groove van Questlove die hij met Dilla's hulp perfectioneerde, zette een hele generatie drummers aan tot gelijkaardige stonede funkritmes. “Kijk maar naar STUFF.”, aldus Dries Laheye. “En zowat alle hedendaagse muziekprojecten die beatgericht zijn. Mijn generatie is er in elk geval gek op, vaak tot ergernis van al wat oudere producers die zijn opgegroeid met rechte rockritmes (lacht).”

Writer's block
Beeld RV

Slaapkamerplaat

In tegenstelling tot wat veel fans denken, beslaat Voodoo beslist meer thema’s dan lust, seks en vrouwen. Okee, D’Angelo hangt er om de haverklap de bronstige loverboy uit, maar hij zingt ook liedjes over zijn pasgeboren zoon, mijmert over verloren liefdes en hij verankert zich diep in het spirituele afrocentrisme uit de seventies. “De vocals moesten klinken als het gezang van slaven “picking cotton in the hot fucking sun”, aldus de zanger tijdens een interview voor de Red Bull Music Academy. 

Elders probeert hij zich aan zijn eigen demonen te ontworstelen. De Voodoo van de titel slaat dus ook op de uitdrijving van de eigen duivels. “Ik vind het in eerste instantie een prachtige slaapkamerplaat”, zegt Vandeputte. “Dat getormenteerde liefdesverdriet raakte mij. Pas later dacht ik: shit, er zit op spiritueel vlak ook veel gelaagdheid in. Alleen zijn omgang met vrouwen vind ik wat dubbel. Enerzijds komt hij heel macho uit de hoek, maar op het einde van de plaat zet hij de vrouw toch weer op een voetstuk en wordt hij nederiger, zoals in de hit ‘Untitled’.”

‘Alleen zijn omgang met vrouwen vind ik wat dubbel. Enerzijds komt hij heel macho uit de hoek, maar op het einde van de plaat zet hij de vrouw toch weer op een voetstuk’

‘Untitled’, het laatste liedje dat D’Angelo toevoegde aan Voodoo, werd achttien jaar geleden begeleid door één van de meestbesproken videoclips uit de r&b. De camera glijdt er traag en sensueel over het naakte, supergespierde lijf van de zanger. De clip bombardeerde hem in één klap tot sekssymbool, tot zijn eigen wanhoop. Tijdens concerten schreeuwden dolle, hitsige vrouwen onophoudelijk dat hij zijn kleren moest uittrekken. “Het veranderde de aard van ons intieme project”, aldus Questlove in zijn boek Mo’ Meta Blues. “Al die schreeuwende meisjes die backstage wilden komen, leidden ons meer en meer af van de liefde voor muziek.

De identiteitscrisis die ermee gepaard ging, was een van de redenen waarom de in wezen introverte D’Angelo zich terugtrok uit de muziekbusiness en in een neerwaartse spiraal terecht kwam. In 2005 werd hij gearresteerd voor marihuana- en cocaïnebezit. Wat later reed hij dronken zijn auto in de prak. Hij at ongezond, verdikte enorm en stelde de release van de opvolger van Voodoo zo vaak uit dat niemand er nog in geloofde. Dat album, Black Messiah, verscheen pas in 2014. Tijdens de concerten van de bijbehorende tournee verscheen de zanger als herboren op het podium. Maar eerder dit jaar zegde hij een hele tournee af – waaronder een concert op het Brusselse Couleur Café – wegens niet nader genoemde gezondheidsproblemen.

Het doet niets af aan de grensverleggende, tijdloze grandeur van Voodoo, een meesterwerk dat iedereen van José James over Kendrick Lamar tot Childish Gambino inspireerde. Alleen: komt D’Angelo het versmachtende succes van zijn magnum opus zelf ooit nog te boven?

D'Angelo.Beeld Gregory Harris