Direct naar artikelinhoud
Ionica zag een getal

De winnende vergelijking geeft eerst een plaagstoot met links, meteen gevolgd door de uppercut met rechts

De winnende vergelijking geeft eerst een plaagstoot met links, meteen gevolgd door de uppercut met rechts

Een paar weken terug stond het getal 0,0000000000000000000001 hier in het zonnetje. Destijds legde ik uit dat dit getal aangeeft hoe gevoelig een zwaartekrachtgolfdetector is. Een onvoorstelbaar klein getal. Als je één druppel in het IJsselmeer gooit, is de waterstijging 100.000 keer zo groot. Natuurkundige Stan Bentvelsen zocht nieuwe manieren om dit getal voorstelbaar te maken. Namens hem deed ik hier een oproep: hoe zou u dit uitleggen?

Zeer veel dank voor de ruim 150 antwoorden, plus de persoonlijke verhalen en nieuwe vragen die u instuurde. Ik heb alles met veel plezier gelezen. Complete schoolklassen dachten mee en ook diverse wetenschappers mengden zich in de strijd. Zo meldde natuurkundige Sijbrand de Jong dat hij dit getal best groot vond, want het was ‘ruim vierduizend keer groter dan het ruimtelijk oplossend vermogen van het hoogst energetische deeltje dat we bij het Pierre Auger Observatorium hebben gevonden’. Drie punten voor deze diss, maar nul punten voor de vergelijking, want die blinkt niet echt uit in uitleggend vermogen. Ook niet zo verhelderend maar wel heel geestig was ‘dit is het rentepercentage dat je over een paar jaar op je spaarrekening krijgt’.

Sommige inzenders bleven dicht bij de IJsselmeer-vergelijking en gooiden druppels water in oceanen, anderen wilden heel Nederland onder een metersdikke laag zand bedekken en daar een korrel aan toevoegen. Elegant was ook de vergelijking van een speldenprik op het aardoppervlak die in verschillende vormen werd ingestuurd. Klas v5 wiskunde D van het Christelijk Lyceum Delft zocht het verderop in het heelal en vergeleek de massa van dwergplaneet Pluto met een kilo suiker. Zeer hypothetisch was het idee om alle mensen die nu leven honderdduizend jaar lang non-stop te laten typen: als zij daarbij in totaal maar één typefout maken, dan is dat net zo nauwkeurig als de zwaartekrachtgolfdetectoren.

Och, er zat zoveel moois tussen. Met vier anderen keek ik naar de inzendingen: student Stefanie Brackenhoff koos haar favorieten (en hoefde niet zoals sommigen van u suggereerden alles als strafwerk na te rekenen). Op deeltjeslab Nikhef vroeg Stan Bentvelsen zijn collega’s Eric Hennes en Arjen van Rijn om mee te kijken. Belangrijk was dat de vergelijking herkenbare dingen moest gebruiken, dus liever geen atomen of lichtjaren. De natuurkundigen hadden daarnaast een sterke voorkeur voor een vergelijking die over lengte ging. Uiteindelijk gaf hun stem de doorslag, want zij zijn degenen die over dit absurd kleine getal moeten praten als ze hun werk uitleggen. De winnaar maakt in twee stappen duidelijk hoe absurd klein de gevoeligheid van een zwaartekrachtgolfdetector is met zijn 22 nullen. De winnende vergelijking geeft eerst een plaagstoot met links, meteen gevolgd door de uppercut met rechts: ‘Stel dat je een vel papier van 0,0000000000000000000001 meter dik hebt, dan moet je dit zestig keer achter elkaar dubbelvouwen voor je de dikte van een normaal vel printerpapier bereikt. Nou klinkt zestig keer verdubbelen niet als heel veel. Maar als je zo’n normaal vel papier zestig keer zou dubbelvouwen (als je dat voor elkaar kreeg), wordt het zo dik dat je daarmee ongeveer zevenhonderd keer de afstand van de aarde naar de zon kunt overbruggen.’

Gefeliciteerd, Roel Griffioen! Je wint een bouwpakket voor een mini-detector en een rondleiding bij Nikhef. Ik ben benieuwd of ze dan al jouw vergelijking gebruiken.