Direct naar artikelinhoud
Column

We verwarren bekommernis te vaak met bemoeienis

Marnix Peeters.Beeld Bob Van Mol

Marnix Peeters (°1965) schenkt u een kort verhaal! Download nu gratis via pottwalpublishers.be Was ik maar Jamal, een verhaal over een Vlaamse auteur die zich in de nesten werkt in het kader van de diversificatie van de Nederlandse letteren.

Ik had gedroomd dat mijn vrouw mij verlaten had. We hadden geen ruzie gehad, ze was gewoon vertrokken. De leegte was onbeschrijfelijk. Ik belde naar De Morgen om te zeggen dat er geen stukjes meer konden komen.

Ik liep er vervolgens de hele dag grom­melig bij. Mij zo in de steek laten, zei ik. Geen denken aan, zei mijn vrouw lachend.

Juni is een drukke maand. Het nieuwe boek moet naar de zetter, en dat zorgt voor een hoop praktisch gedoe, punten en komma’s. Je eigen schrijfsels voor de tiende keer nalezen op tussen-n’en.

Kleurrijke midlifecrisis

Er gaan weer veel mensen schrikken, zei mijn vrouw. Van de titel alleen al. Mensen worden almaar lichtgeraakter.

De roman heet Ik heb aids van Johnny Diamond, en gaat over een man met een wel erg kleurrijke midlifecrisis.

Het zijn juist gouden tijden voor wie uitgesproken is, zei ik. Hoogdagen voor de gespierde humor. Iedereen zit bang in zijn achterkeuken, hopend niemand pijn te doen. De durvers hebben het rijk voor zich.

Mijn vrouw had vorige week een mail naar Greenpeace gestuurd om hen te complimenteren met hun houding aangaande de Plopworst. We zijn het al zo gewend geraakt dat iedereen meteen in paniek schiet als er ergens een meningsverschil gloort, en uitgebreid zijn excuses begint aan te bieden, had ze gezegd, dat we ervan opkijken als iemand tegen Hans Bour­lon zegt: verontschuldigingen? Mijn oor. Uw worst deugt niet, en in geen duizend jaar gaan wij iets anders vinden. Net zo goed zou iemand tegen die Hoge Gezondheidsraad moeten zeggen: lazer op met uw tien glazen per week.

Er bestaat zoiets als troost, en mijn vader heeft het volste recht om die, in het aanschijn van de Onver­mijdelijk­heid, in enkele eenheden Duvel te vinden

Mijn vader drinkt graag elke dag een Duvel, en sinds de dood van mijn moeder soms twee, maar hij maakt zich dan ongerust als hij op de televisie een overbezorgde kraai hoort krassen dat het slecht voor hem is. Laatst lag er een papiertje op tafel waarop hij geprobeerd had zijn eenheden te berekenen. Laat die man met rust, dachten wij toen, laat iedereen met rust, ga wat buiten beeld met je gezondheid en je wijsheid staan pronken. Er bestaat zoiets als troost, en mijn vader heeft het volste recht om die, in het aanschijn van de Onver­mijdelijk­heid, in enkele eenheden Duvel te vinden. Wij hoeven niet perfect te zijn, wij hoeven nergens aan te beantwoorden.

Je eigen beste goochelaar

Er is niks mis met bekommernis, zei mijn vrouw. Maar we verwarren die te vaak met bemoeienis. Net zoals we ‘geen leuk beroep hebben’ verwarren met ‘een zwaar beroep hebben’.

En zo gaan wij de zomer in. Geen stukjes meer in De Morgen – dat is dus niet omdat mijn vrouw ervandoor is. Het put je uit, zo’n moeder die sterft, zonder dat je er erg in hebt – je hebt bij momenten zelfs het gevoel dat het je een bijzonder soort nieuwe energie heeft gegeven, dat je er beter tegen kunt. Dat is maar schijn – als het op overleven aankomt, ben je je eigen beste goochelaar.

En voldoende eenheden per dag.