© Joren De Weerdt

COLUMN. “Met een naam als de mijne is het geen pretje om de hele dag wildvreemde Kempenaars te moeten bellen”

“Zijde gij dieje van den tellevies?” Ik weet niet hoe vaak u die vraag toegeworpen krijgt, misschien lijkt u wel als twee druppels water op James Cooke of Goedele Liekens? In dat geval (*): ik gedenk u in mijn gebeden. Want ik verzeker u: met een naam als de mijne is het geen pretje om de hele dag wildvreemde Kempenaars te moeten bellen.

Hans Otten

© Joren De Weerdt.

Als ik een euro kreeg telkens iemand mij dit hoorbaar opgewonden aan de telefoon vroeg, had ik nu 316,50 euro. En om maar meteen op uw volgende vraag te antwoorden: nee, we zijn geen familie van elkaar. We stammen nochtans beiden uit het schoonste dorp van de Kempen. Nee, niet Geel-Bel. Nee nee, ook niet Wortel! Ik heb het over de groene parel der Kempen, het bedevaartsoord der gastronomen, het heiligdom der pompoenprofeten – oké, schrap dat laatste – en dat is Kasterlee.

Nochtans begon onze gezamenlijke historie goed. Dat wil zeggen: ik was er éérst, mijn naamgenoot verscheen pas zeven maanden later ten tonele. Tot daar mijn voorsprong. Terwijl ik nog maar net mijn eerste drie puberbaardharen stond te tellen, verzorgde hij al zijn eigen programma op onze lokale Radio Heikant. Een triomftocht langs VRT, VTM en VT4 volgde (voor hem, niet voor mij). Toen ik midden jaren negentig in Leuven op caf… ik bedoel kot zat, ontmoette ik Hans al eens met een klad BV’s na de opnames van 10 Om Te Zien. Dan stelde hij graag zichzelf met míjn identiteitskaart aan alleman voor.

Wee mij, wist ik toen veel dat die naamsverwarring mij zou blijven achtervolgen! Hoe vaak ik nu de teleurstelling in de blikken zie omdat niet ‘dieje van den tellevies’ op hun stoep staat. “Ik ben incognito, ik heb mijn haar niet gekamd”, lach ik dan groentjes. Ik pen al twintig jaar uw dagelijkse gazet vol en nog altijd denken mensen dat het een bijbaantje van HO-de-BV is. Onlangs nog vroeg een dame bij het openen van haar voordeur: “Is Hans er niet bij?” En toch. Nu hij zich meer op het Antwerpse hotelwezen dan op zijn carrière vóór de camera’s toelegt, weten de jongste generaties niet meer wie hij is. Nog een jaar of tien geduld, en Hans Otten is gewoon ‘dieje van de gazet’.

(*) Mag ik u interviewen?