Luister naar

De eerste dagen na D-day: vliegende bommen boven Londen

Achtergrond
D-day en daarna is een wekelijkse serie over het einde van de Tweede Wereldoorlog, 75 jaar geleden. Vandaag aflevering 3: Het geheime wapen van Adolf Hitler.
Willem Bouwman Willem Bouwman
maandag 17 juni 2019 om 03:00 aangepast 13:01
Een V1 of vliegende bom boven Londen in juli 1944.
Een V1 of vliegende bom boven Londen in juli 1944. u.s. air force en bundesarchiv

In de nacht van 12 op 13 juni 1944, een week na D-day, hoorden waarnemers van de luchtbeschermingsdienst in Londen een geluid dat ze niet konden thuisbrengen. Iemand zei dat het klonk als het geluid van een T-Ford die een heuvel oprijdt. Ineens hield het gesputter op, het werd weer stil, tot er een enorme ontploffing klonk. Het was iets na kwart over vier in de ochtend. Voor het eerst was er een vliegende bom op Britse bodem ontploft. Enkele minuten later klonken nog drie ontploffingen, van nog drie vliegende bommen.

Die vliegende bom was de V1, de afkorting van Vergeltungswaffen, waarmee Hitler de geallieerde bombardementen op Duitsland en de invasie in Normandië vergelden wilde. De vliegende bom vloog met een automatische piloot over een afstand van 240 kilometer, zodat het zuidoosten van Engeland binnen bereik lag. Ze haalde een snelheid van 600 kilometer per uur. De bom kon op het doel worden afgesteld met een kilometerteller. Werd de teller afgesteld op tweehonderd kilometer, dan viel de motor na tweehonderd kilometer uit, klapten de vleugels in elkaar en stortte het wapen bijna loodrecht naar beneden. Zolang de bom nog pruttelde, vloog ze door en was er niets aan de hand. Als de motor zweeg, volgde er na een onheilspellende stilte van enkele seconden een zware ontploffing. De V1 kon een gebied zo groot als een voetbalveld verwoesten.

skischansjes

Hitler verwachtte veel van het wapen. Het was ontwikkeld door de Luftwaffe, de Duitse luchtmacht, die begin 1944 met de eerste exemplaren experimenteren ging. Volgens Erhard Milch, de bevelhebber van de Luftwaffe, kon heel Londen met vijftienhonderd bommen in tien dagen geheel vernietigd worden. De operatie zou beginnen op 20 april, Hitlers verjaardag. Engeland, meende Milch, zou binnen drie weken om vrede vragen.

Zo snel ging het niet. Op 20 april vloog er geen bom naar Londen, en ook in de volgende weken bleef het stil. Aan de kust van Calais, in het noorden van Frankrijk, waar de Duitsers de geallieerde invasie verwachtten, werden vijftig goed gecamoufleerde lanceerinrichtingen voor de vliegende bom gebouwd. Ze leken op skischansjes. De lanceerinrichtingen waren op D-day nog niet gereed, en de productie van de vliegende bommen verliep trager dan gewenst, maar Hitler geloofde erin en zag de geallieerde invasie met vertrouwen tegemoet. In de nacht van 12 op 13 juni werden de eerste tien bommen afgevuurd.

De resultaten vielen Hitler niet mee. Slechts vier bommen bereikten Londen. Een kwam neer in de wijk Bethnal Green, en maakte zes dodelijke slachtoffers. Tegelijk met de raketaanvallen hadden bommenwerpers de stad moeten bestoken, maar dat was op het laatste moment niet doorgegaan. De bommenwerpers stonden klaar op het vliegveld van Beauvais, ten noorden van Parijs, toen ze door geallieerde bommenwerpers vernietigd werden.

De eerste dagen na D-day waren moeilijk voor Hitler. Zijn verwachting dat de geallieerden teruggedreven zouden worden, kwam niet uit. Hij besloot naar Frankrijk te gaan om met de bevelhebbers aan het westfront, Rommel en Von Rundstedt, de strategie te bespreken. Op 17 juni ontmoette hij hen in het Duitse hoofdkwartier in Margival, een ondergronds bunkercomplex, in 1940 aangelegd met het oog op de invasie in Engeland. Voor het eerst sinds de zomer van 1940 was Hitler weer in Frankrijk. Maar de overwinningsroes van toen was geweken.

Rommel liet Hitler weten dat de geallieerden voorlopig niet te stuiten waren. Hij stelde voor dat de Duitsers zich terugtrokken om later een tegenaanval te kunnen ondernemen. Von Rundstedt ging nog verder. Hij wilde de Duitsers tot achter de Seine terugtrekken en vredesbesprekingen beginnen met de westelijke geallieerden. Hitler reageerde verontwaardigd en hield een bozige alleenspraak, waarin hij zei dat de V-wapens de Britten wel op hun knieën zouden krijgen. Na afloop verlieten Rommel en Von Rundstedt het hoofdkwartier en keerden terug naar het front. Kort na hun vertrek, terwijl Hitler nog in de bunker zat, explodeerde een verdwaalde V1 vlak bij het hoofdkwartier. Ontsteld vertrok Hitler dezelfde dag naar huis. Hij zou de Heimat niet meer verlaten.

Hitlers enthousiasme voor zijn geheime wapen werd er niet minder van. Hij verwachtte dat Londen geëvacueerd moest worden en dat de geallieerde oorlogsinspanning ontwricht zou worden. De volgende dag, een zondag, stierven 121 kerkgangers toen hun kerk, de Guards Chapel, niet ver van Buckingham Palace, door een V1 getroffen werd.

De Londenaren waren wel wat gewend. Vanaf september 1940 was hun stad acht maanden lang door Duitse bommenwerpers bestookt. Maar de bommenwerpers kwamen vooral ’s nachts en ze werden van verre gesignaleerd door de radar, zodat men zich in een schuilkelder in veiligheid kon brengen. De vliegende bommen, in de volksmond wenteltorren en zoembommen genoemd, konden elk moment verschijnen, en er was geen tijd om dekking te zoeken.

Vanaf 17 juni werden er elke dag gemiddeld twintigduizend woningen door vliegende bommen beschadigd. Na enkele weken leden vele Londenaren aan angstpsychoses en gebrek aan nachtrust. De voortdurende werkonderbrekingen ondermijnden de productiviteit. Velen verlieten de stand en zochten een veilig onderkomen op het platteland. Half augustus bedroeg het aantal evacués bijna anderhalf miljoen.

De achterblijvers probeerden te overleven in zogeheten Morrison-shelters, vierpersoons schuilplaatsen van gevlochten ijzerdraad en stalen platen, voor gebruik binnenshuis. Elke dag werden er zesduizend van gemaakt. Ze waren genoemd naar Herbert Morrison, de Britse minister van Binnenlandse Zaken. Tijdens een kabinetsberaad over de vliegende bommen brak hij in huilen uit en snikte dat de geallieerden in Frankrijk zich op één dingen moesten richten: het opruimen van de lanceerinstallaties. Niemand nam hem serieus. Voorlopig bleven de Londenaren aangewezen op de Morrison-shelters.

Koekoekslaan

Het gevaar van de V1 nam af, toen de geallieerden oprukten in Noord-Frankrijk en de lanceerinrichtingen in hun handen vielen. Op 31 augustus werd er voor het laatst een V1 over Het Kanaal geschoten. Op 7 september 1944 liet de Britse regering weten dat het gevaar voorbij was; toen waren er 9521 vliegende bommen op Engeland neergeregend. De volgende dag klonken er weer explosies, zwaarder deze keer. Ze bleken afkomstig van een nieuw wapen, de V2, die vanaf de Koekoekslaan in Wassenaar was afgeschoten. De V2 was een raket met een zware springlading. Door zijn grote snelheid was hij niet te onderscheppen.

De V1 maakte bijna 5500 dodelijke slachtoffers en richtte enorm veel schade aan, eerst in Londen, later in bevrijde steden als Antwerpen en Luik. Om het gevaar te keren werden versperringsballonnen opgelaten en luchtafweergeschut ingezet. Jachtvliegers probeerden de vliegende bommen voortijdig neer te laten storten. Het vergde veel van de geallieerde oorlogsinspanning. Maar anders dan Hitler had beweerd, kon de V1 de geallieerde opmars niet tegenhouden.

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.