Luister naar

Waarom de kwalijke ongelijk­heden in ons schoolsysteem nooit echt zullen verdwijnen.

Nieuws
De meest verontrustende ongelijkheid is ­gesitueerd buiten de school.
Michael Merry Geert Driessen
maandag 17 juni 2019 om 03:00
Kinderen in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Wat kinderen aan kansen in het leven meekrijgen, ligt veel meer aan thuis dan aan school. Of ze worden gestimuleerd om te lezen bijvoorbeeld, of naar musea gaan.
Kinderen in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Wat kinderen aan kansen in het leven meekrijgen, ligt veel meer aan thuis dan aan school. Of ze worden gestimuleerd om te lezen bijvoorbeeld, of naar musea gaan. anp / Bart Maat

In de maanden voor zijn vroegtijdige vertrek uit de Tweede Kamer, ijverde GroenLinks-lid Zihni Özdil meer gepassioneerd dan de meesten van zijn collega’s voor ‘gelijke kansen’ voor álle studenten. Hij benadrukte dat een leenstelsel hen zou bevoordelen die in rijkdom en met privileges zijn geboren.

‘Als je uit een rijk gezin komt’, stelde hij, ‘heb je minder zorgen, want je hoeft je niet in de schulden te steken.’

Dat punt lijkt ons vanzelfsprekend. Minder vanzelfsprekend zijn de mogelijkheden voor het bewerkstelligen van ‘gelijke kansen’. Want onderwijsongelijkheid gaat veel dieper, begint eerder en er is nauwelijks bewijs voor de effectiviteit van de tot nu toe in praktijk gebrachte oplossingen.

kenmerken van ongelijkheid

De kenmerken van ongelijkheid zijn al heel lang bekend:

• grote verschillen in onderwijskwaliteit tussen scholen;

• te vroege selectie;

• het chronisch en toenemend lerarentekort, waarvan vooral scholen in achterstandswijken de dupe zijn;

• de grote aantallen kinderen die geen passend onderwijs krijgen, met als gevolg duizenden langdurig thuiszitters;

• de opkomst van de bijlesindustrie, althans voor degenen die het kunnen betalen;

• de doelbewuste keuze van vooral hoogopgeleide ouders voor een ‘witte’ school;

• de hogere schooladviezen aan kinderen van hoogopgeleide ouders in vergelijking met kinderen met eenzelfde prestatieniveau, maar lager geschoolde ouders.

Naar aanleiding daarvan komen op gezette tijden experts bijeen om te discussiëren over hun visie op ‘gelijke kansen’ in het onderwijs en dan met name die in de Randstad, en wat daaraan gedaan kan worden.

steeds dezelfde voorstellen

Steeds worden dezelfde voorstellen gedaan om onderwijsongelijkheid te bestrijden, zoals

• het afschaffen van artikel 23 van de Grondwet;

• uitstel van vroege selectie tot een latere leeftijd;

• de inzet van meer specifiek toegerust personeel in de klas, vooral voor kinderen die vroeger naar het speciaal onderwijs zouden zijn gegaan;

• klassenverkleining in combinatie met extra individuele aandacht;

• minder administratieve lasten;

• minder druk van de Onderwijs­inspectie.

Wij hebben op zichzelf geen enkel bezwaar tegen deze voorstellen: waar het mogelijk is oneerlijke ongelijkheid in het onderwijs te verminderen, moeten we daarnaar streven. Maar hoe belangrijk deze voorstellen ook mogen zijn, geen daarvan zal naar ons idee de status quo wezenlijk veranderen.

Artikel 23 zal niet of hooguit marginaal worden gewijzigd; vrijheid van het onderwijs, ongeacht hoe die vrijheid landelijk wordt geregeld, zorgt voor veel schoolsegregatie, vooral qua sociale klasse en migratieachtergrond.

De bijlesindustrie groeit steeds in populariteit en niemand kan dat tegenhouden. En als bevoorrechte ouders niet tevreden zijn met wat er binnen het reguliere schoolsysteem wordt aangeboden, zullen ze altijd een beroep doen op alternatieve educatieve strategieën buiten dat systeem, die al dan niet intentioneel de voordelen voor hun kind waarborgen.

Inderdaad, zelfs als we ons een schoolsysteem zouden kunnen voorstellen dat alle kinderen volstrekt gelijke kansen biedt, dan blijft deze ongemakkelijke waarheid overeind. De meeste verontrustende ongelijkheden zijn gesitueerd buiten de school: voorlezen, samen naar de bieb, huiswerkondersteuning, carrièreadvies, buitenlandse excursies, bezoek aan musea, sociale netwerken die ervoor zorgen dat het kind altijd de ‘beste’ opleiding krijgt.

En hogeropgeleide ouders gaan deze privileges niet zomaar opgeven: ze betogen natuurlijk dat deze allemaal in het belang van het kind zijn.

Niets van dit alles is niet bekend, ook niet onder de experts.

wat Plato al zei

Een significante reductie van onderwijsongelijkheid zou vereisen dat er iets gedaan wordt aan de ‘onverdiende’ voordelen die sommige kinderen van hun ouders meekrijgen – iets wat Plato ooit al heeft betoogd.

Maar omdat de meesten onder ons van mening zijn dat het gezin een eigenstandige waarde heeft, los van ongelijkheid bevorderende kwaliteiten, opteren we voor de sisyfustaak met het bestaande schoolsysteem aan te blijven modderen, wetend dat de meest kwalijke en blijvende ongelijkheden nooit echt zullen verdwijnen.

Zonder meer vasthouden aan het opheffen van ‘ongelijke kansen in het onderwijs’ is wishful thinking. Zeker omdat de capaciteiten van kinderen behoorlijk uiteenlopen, omdat sommige ouders veel meer in hun kinderen investeren dan andere en – dat is misschien het meest verontrustende – omdat sommige institutionele kenmerken van het schoolsysteem niet bevorderlijk zijn voor het bewerkstelligen van gelijke kansen.

Dus laten we eerlijk zijn: ‘gelijke kansen’ in het onderwijs is een mythe en het is moreel dubieus te blijven doen alsof dat anders is. <

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
'Ik zou wensen dat Europa weer bestuurd zou worden vanuit het geloof in God.'

Stemmen op een christelijke partij in Europa? 'Het gaat om wat mensen doen, niet wat ze belijden'

Neemt het belang van de Europese verkiezingen voor u toe nu CU en SGP misschien beide geen zetel bemachtigen? Welke overwegingen maken acht ND-lezers als ze gaan stemmen?

In de rubriek 'Van de redactie' schrijft een lid van de hoofdredactie over de journalistieke keuzes van het Nederlands Dagblad.

De verhalen van Daphne Wesdorp maken ons tot getuigen van oorlog

Daphne Wesdorp is 26 jaar oud, maar heeft meer oorlog gezien dan de meeste mensen. In de afgelopen paar jaar reisde ze voor het Nederlands Dagblad naar landen als Oekraïne, Irak en Ethiopië.

Vaak zitten in verhalen over religieverlating ook complexe onderhandelingen met de tradities en gemeenschappen waar je vandaan komt.

Reken af met luie en oneerlijke vooroordelen over mensen die hun religie verlaten

Veel religieverlaters gaan niet over één nacht ijs. Het is vaak een pijnlijk proces waarbij er veel op het spel staat: je geloof, familie, werk en vriendschappen. Luister eerlijk naar hen, schrijft Nella van den Brandt.

Arbeidsmigranten vallen buiten onze vangnetten van empathie, en hebben weinig verdedigers. Ze worden gezien als economische noodzaak.

Wij, die van jongs af leerden voor onszelf op te komen, weten niet hoe het is arbeidsmigrant te zijn

Er worden in ons land massaal mensen uitgebuit: arbeidsmigranten. We voelen ons vaak weinig met hen verbonden. Schrijfster Anna Looije: 'Maar elke daad van goedheid voor deze kwetsbare groep wordt door God gezien.'

Protest tegen het verdwijnen van normale kassa's bij dit Albert Heijn filiaal in Utrecht.

Afrekenen bij een kassadame of -heer is er nauwelijks nog bij. Ik mis contact bij de zelfscankassa

Thijmen Sprakel doet bij de zelfscankassa van Albert Heijn een ontdekking: hij mist iets. Contact! Met een mens. En nu zoekt hij een supermarkt met een menselijk gezicht.

Mosab Hassan Yousef, een ex-Hamas strijder die nu christen is. 'Ik ben de zoon van de oprichter van Hamas - opgevoed en opgeleid met als doel om Israël te vernietigen. Ik ben tot een keerpunt gekomen en heb Joden van harte lief.

Er zijn hoopvolle voorbeelden in Israël en Gaza: mensen met een trauma die elkaar willen liefhebben

David Verboom begrijpt steeds minder van wat er in Israël gebeurt. Maar een messiasbelijdende voorganger in Israël en een ex-Hamas strijder uit Gaza geven hem hoop.