De ngo berekende dat het bij ongeveer 75 procent van de 25.339 moorden die vorig jaar werden opgetekend, ofwel 18.989, om afrekeningen ging tussen criminele bendes. Dat is een stijging met 55 procent ten opzichte van 2016. “Wat we vroeger per jaar optekenden, hebben we nu per maand”, zegt Santiago Roel, directeur van Semaforo Delictivo. Volgens hem lag het aantal executies in 2006 nog op “slechts” 2.100.

De stijging van het aantal moorden is in 26 van de 32 deelstaten te zien. Het spectaculairst was die in de staat Nayarit: +554 procent. Ook de staten Baja California Sur (noordwesten) en Quintana Roo (oosten) – bekend om de toeristsiche badplaatsen Los Cabos en Cancún – kenden forse toenames van respectievelijk 192 en 118 procent.

Volgens de ngo tonen de cijfers het “totale falen” van het veiligheidsbeleid van de regering van Enrique Peña Nieto aan. Hij zette door met de harde strategie van zijn voorganger Felipe Calderon en mobiliseerde het leger in de strijd tegen drugkartels. Het beleid leidde tot de arrestatie van veel sleutelfiguren uit het criminele milieu, maar had ook een keerzijde: de kartels versplinterden en voeren daardoor steeds bitterdere territoriumstrijden.