Direct naar artikelinhoud
Binnenland

Gemeentehuis blijft nog vaak mannenbastion

Veel minder vrouwen in lokale politiek dan op regionaal of federaal niveau
Beeld CREDIT: ID/ Boumediene Belbachir

Een vrouw als burgemeester is nog altijd de grote uitzondering. Meer nog: eens ze de sjerp bemachtigen, blijkt er minder plaats voor vrouwen in het schepencollege. Maar waarom gaat de emancipatie in de gemeentepolitiek zo traag?

Waar is de vrouw in de gemeentepolitiek? Terwijl in het Vlaams Parlement met 44 procent vrouwen een genderevenwicht in het verschiet ligt, domineert de man nog steeds het lokale niveau. Slechts 36 procent van de gemeenteraadsleden is vrouw. Het aantal vrouwelijke burgemeesters ligt nog een stuk lager: slechts 14 procent.

Wat bovendien opvalt: eens een vrouw burgemeester is, daalt ook het aantal vrouwelijke schepenen. Dat blijkt uit de masterproef van VUB- student politicologie Sebastien Dewailly, die het aantal vrouwelijke mandatarissen op lokaal vlak bestudeerde in 2005 en 2011, telkens een jaar voor de verkiezingen.

"Een nieuw inzicht", zegt zijn promotor Karen Celis, professor politicologie en een autoriteit op dit vlak. "Het lijkt erop dat er aan compensatie wordt gedaan. Er is al een vrouw burgemeester, dus moeten we verder geen inspanningen leveren, wordt dan gedacht. Je ziet dat fenomeen vaak opduiken. Mensen denken te snel dat er een evenwicht is bereikt en daarom valt de vooruitgang stil."

'Er is al een vrouw burgemeester, dus moeten we verder geen inspanningen leveren, wordt dan gedacht. Mensen denken te snel dat er een evenwicht is bereikt en daarom valt de vooruitgang stil'
Karen Celis, professor politicologie (VUB)

Maar waarom is het toch zo moeilijk om vrouwen echt te lanceren in de lokale politiek? "Er geraken steeds meer vrouwen in de gemeenteraad, maar dat stapje hogerop blijkt moeilijk", zegt Katrien Partyka, CD&V-burgemeester in Tienen. "Ze aarzelen vaak om echt op tafel te slaan en echt de macht in handen te nemen." Partyka spreekt uit ervaring. Zij moest in de legislatuur eerst de onbestuurbaarheid uitroepen, vooraleer ze na een lokale machtsstrijd de sjerp kon omgorden.

Een zekere bescheidenheid speelt vrouwen parten, vermoedt ze. Al gaat het ook om het vele avondwerk, bevestigt haar N-VA-collega uit Londerzeel Nadia Sminate. "Veel van mijn mannelijke collega's gaan na het werk niet naar huis, maar meteen naar een van de vele vergaderingen."

In tegenstelling tot de nationale politiek, is een lokaal engagement iets wat je 'er bijneemt', bovenop een reguliere job. De verplichtingen zijn talrijk: gemeenteraad, commissievergaderingen, overleg met de middenstand. Om nog maar te zwijgen van de mosselsoupers en pensenkermissen. En dat allemaal 'buiten de uren'.

"Veel vrouwen zijn daar bang voor", zegt Sminate. "Dat ze geen tijd meer zullen hebben voor hun kinderen. Ikzelf probeer altijd tijd te maken om toch elke avond thuis te eten en bij mijn gezin te zijn. Het kan dus."

Machtsbehoud

Ook professor Celis wijst naar het feit dat vrouwen nu eenmaal minder tijd over hebben omdat ze meer instaan voor de zorg van het gezin. Maar ze ziet nog een andere verklaring. "Hoe centraler de verandering wordt aangestuurd, hoe groter het effect. De nationale partijleiding heeft veel meer grip op wat er gebeurt op federaal en Vlaams niveau. Genderpatronen kunnen daarom sneller doorbroken worden."

Op lokaal niveau zijn de meeste afdelingen in eerste plaats bezig met machtsbehoud, en dan spelen ze vaak op veilig. Ze kiezen voor meer van hetzelfde. "Het klopt dat wie ooit burgemeester of schepen is geweest, de volgende keer ook de lijst zal willen trekken", zegt Lydia Peeters, burgemeester voor Open Vld in Dilsen-Stokkem. "En dat zijn vaak mannen. Maar ik bewijs dat het ook omgekeerd kan werken. Ik ben al zeventien jaar burgemeester en hou dus ook telkens een plaatsje bezet."

'Vrouwen aarzelen vaak om op tafel te slaan en echt de macht in handen te nemen'
Katrien Partyka, burgemeester Tienen (CD&V)

Feit is: een evenwichtige verdeling tussen man en vrouw is veel minder een issue in de gemeentepolitiek. Als er federaal of Vlaams amper vrouwen in de regering zitten, levert dat meteen debat op. Op lokaal vlak passeert dat geruisloos.

Celis is daarom voorstander om, zoals in Brussel en Wallonië, te verplichten dat minstens een derde van de schepenen een vrouw is. De door ons gecontacteerde burgemeesters zijn geen fan. "Dan krijg je al snel het etiket dat je enkel op die stoel zit omdat je vrouw bent", zegt Partyka. "En dat is even kwalijk."

Toch zit er ook een (kleine) verbetering in de cijfers. In 2005 waren er nog slechts 7 procent vrouwelijke burgemeesters, in 2011 steeg hun aandeel al naar 8,8 procent, zo stipt de masterproef aan. In 2017 zijn het er dus 14 procent, leert eigen navraag. Het aandeel schepenen zit ook in stijgende lijn.

De door ons gecontacteerde burgemeesters zijn hoopvol. "Ik zie steeds meer vrouwelijke lijsttrekkers, in Londerzeel zijn het er plots vier", zegt Sminate. In Tienen hetzelfde verhaal. "Omdat ze mijn voorbeeld willen volgen?", lacht de CD&V'ster.

Raadpleeg de masterproef van Sebastien Dewailly op scriptiebank.be