Direct naar artikelinhoud
China

China voert dwangarbeid in voor bijna miljoen Oeigoeren

Een agent bewaakt in Yining de weg naar een terrein wat volgens de officiele lezing een ‘beroepsopleiding’ is.Beeld REUTERS

Peking dwingt Oeigoeren te werken in kampen. Een nieuwe fase in de aanpak van de regio Xinjiang.

China zet de bewoners van de westelijke provincie Xinjiang gedwongen aan het werk. In fabrieken die onderdeel uitmaken van kampen waar de mensen vastzitten, produceren zij vooral textiel, tegen een laag loon en zonder dat ze weg mogen. Dat blijkt uit onderzoek van Amerikaanse en Britse kranten.

De gedwongen arbeid lijkt een nieuwe fase in de Chinese aanpak van Xinjiang. De islamitische bevolking van dat gebied, de Oeigoeren, heeft al langer te maken met een zeer repressieve overheid. Na maatregelen die de privacy aantasten, van het gebruik van camera’s en gezichtsherkenning tot het in huis plaatsen van Chinese agenten, is een groot deel van de Oeigoeren in kampen geplaatst.

Bijna een miljoen mensen zit daar inmiddels vast. China ontkent dit ook niet, maar beklemtoont dat het gaat om het heropvoeden en opleiden van mensen die anders weinig economische kansen hebben. In de kampen zouden zij tot moderne Chinese burgers worden gevormd. Peking noemt ook het voorkomen van terrorisme als reden voor de kampen.

In kampen zouden de Oeigoeren tot moderne Chinese burgers worden gevormd

Concentratiekampen

Volgens tegenstanders van het Chinese beleid gaat het in feite om concentratiekampen, bedoeld om de identiteit van de Oeigoeren uit te wissen. Islamitische gebruiken en tradities worden met harde hand afgeleerd, de bewoners moeten Mandarijn leren en als Chinezen gaan leven. Familieleden getuigen in internationale media van mishandelingen die in de kampen plaatsvinden. De Verenigde Naties hebben Peking opgeroepen om de kampen te sluiten.

Nu blijkt dat de kampbewoners ook worden gedwongen om te werken. De kranten baseren hun verhalen op getuigenissen uit de regio, satellietbeelden en ook op officiële documenten. Zo staat in plannen die de Chinese overheid online heeft gezet dat de Oeigoeren en andere etnische minderheden uit de regio heropgevoed moeten worden tot gedisciplineerde arbeiders die trouw zijn aan hun bazen en aan de Communistische Partij.

“De training zal hen veranderen van ‘nomaden’ in geschoolde wonderen”, schreef de staatskrant Xinjiang Daily vorige maand. “Opleiding en training zullen van hen moderne mensen maken, die nuttig zijn voor de maatschappij.” Volgens de staatsmedia werken de mensen er vrijwillig. Maar officiële documenten melden dat de arbeiders, zelfs als zij vrij komen, goed in de gaten worden gehouden in fabrieken die samenwerken met de kampautoriteiten.

Zware omstandigheden

Ook hoogopgeleiden ontkomen niet aan de Chinese heropvoeding. In de Financial Times getuigt de familie van een Oeigoerse tandarts dat hij gedwongen werd om drie jaar lang in een textielfabriek te werken.

Serikzhan Bilash, een activist voor de rechten van etnische Kazachen in Xinjiang, vertelt in The New York Times over zijn onderzoek. Hij hoorde van familieleden van de kampbewoners dat ze gedwongen werden om te werken in kledingfabrieken. Mehmet Volkan Kasikci, een Turkse onderzoeker, meldt zware werkomstandigheden en lonen van ruim tachtig euro per maand. De fabrieken staan op het kampterrein achter hoge hekken en met wachttorens ernaast.

Arbeiders hebben geen keuze in het werk dat ze uitvoeren of waar ze dat doen, zegt Darren Byler van de Universiteit van Washington, die Xinjiang bestudeert en de regio eerder dit jaar bezocht. Peking laat de afgelopen jaren zelden buitenlandse onderzoekers of journalisten toe in dat gebied.

De kleding die in de fabrieken wordt gemaakt, is bedoeld voor de Chinese markt. Maar onderzoekers sluiten niet uit dat de sokken of overhemden ook in het Westen terecht kunnen komen, vanwege de intensieve wereldwijde handel in textiel.

Mehmet Volkan Kasikci, een Turkse onderzoeker, meldt zware werkomstandigheden en lonen van ruim tachtig euro per maand