© BERT DE DEKEN

Ben Segers: “Je weet nooit welk parcours je aflegt in je leven”

Of acteur Ben Segers (43) zijn favoriete plekken in het geboortedorp Arendonk wilde voorstellen? Heel graag, maar wanneer had hij daar in godsnaam tijd voor? Bens timing was uiteindelijk perfect. Op een zeldzaam zonnige winterdag gidste hij ons langs een verdwenen bos en andere voor hem heilige plekken.

Dominique Piedfort

Rock-’n-roll in de kerk

De plaats van afspraak ligt op de markt van Arendonk. Pal voor de Onze-Lieve-Vrouwekerk wil Ben best poseren. Het is beslist geen toeval. Segers was er als rijpe tiener nog misdienaar. Zelfs toen hij in Antwerpen al op de Studio Herman Teirlinck zat, bleef hij als gitarist lid van het kerkkoor. “Ik denk dat ik al 23 jaar was toen ik ermee stopte. Hoe dat kwam? Ik ben heel katholiek opgevoed. Dat begon als kind, mee naar de mis op zondag met het hele gezin, klassieker kon het niet. Toen er een jeugdkoor werd opgericht, ben ik in die kerk blijven hangen. Er was een koor dat zong. Ik zat in de begeleidingsband. Pas op, dat stelde muzikaal toch iets meer voor dan liedjes van Elly en Rikkert spelen.”

© BERT DE DEKEN

“Achteraf bekeken deed ik dat niet zozeer vanuit een bepaald geloof waar ik mij aan vasthield. Ik hield meer van het showelement. Op dat podium staan, dat was voor mij een soort van rock-’n-roll. Natuurlijk was dat allemaal heel braaf, je stond toch in die kerk. Hoewel, kerk… Elke keer als ik terug in Arendonk kom, vind ik dit helemaal geen dorpskerk. In mijn verbeelding is het bijna een kathedraal.”

In 2014 is er in Arendonk heel wat heibel ontstaan omdat het hekwerk rond de kerk verdween. Die heisa is aan Ben voorbijgegaan. “Dat is me ontgaan. Maar ik ken dat hekwerk wel. Ik heb er na een fuif wel enkele keren tegen gepist, denk ik.”

En zeggen dat hij ooit zo’n brave knul was. Zo is Segers het pausbezoek uit 1985 nog altijd niet vergeten. “Toen was ik wel erg met dat geloof bezig. Ik zat als misdienaar ook op weekdagen in de kerk. Dat kroop op de een of andere manier toch in mijn bloed. Wat is geloof? Dat wilde ik graag onderzoeken. Ik denk niet dat ik ooit echt diep gelovig ben geweest. Ik onderzocht het meer. Mijn ouders zagen wel dat ik als jongste van de vijf kinderen het meende met dat geloof. Mijn vader heeft me daarom meegesleurd naar de paus. Twee keer zelfs: een keer in Brussel en de tweede keer in Leuven. Het is een plezant toeval dat mijn vrouw Lenny (Van Wesemael, red.) met Café Derby een film heeft gemaakt over dat pausbezoek. Ik heb haar toen nog geholpen met foto’s die ik in Leuven had genomen. Ik weet dat ik nog op de lagere school zat. Ik was de enige van de klas die naar de paus ging kijken. Dat was niet echt sexy. Maar die kerk en alles wat daarrond hing, heeft wel enorm meegespeeld in mijn opgroeien. Dat kan ik echt niet wegcijferen. Nu ben ik totaal niet meer bezig met geloof. Ik heb er de tijd niet meer voor. Mijn ouders zijn nog wel diepgelovig. Ik blijf dat schoon vinden. Dat geloof troost en een houvast kan bieden in het leven. Maar die houvast heb ik laten varen.”

Vrijen op Vraaikermis

De volgende halte ligt in het gehucht De Vrij of De Vraai, zoals ze in Arendonk zeggen. We zien alweer een kerk. Wordt dit een wel erg religieuze reportage? Toch niet, Ben loopt naar een achterliggende parking.

© BERT DE DEKEN

Het is hier waar de Arendonkenaren begin augustus helemaal uit de bol gaan. “Mijn grootouders woonden een beetje verder van hier. Maar ik doe deze plek aan omdat hier de befaamde Vrijkermis plaatsvindt. Het is een echt volksfeest met alle taferelen die daarbij horen zoals de ‘vogelenpikkoers’. Dat duurt vijf dagen. Niet alleen de jeugd komt eropaf. Iedereen zit hier. Ook oudere mensen met hun klak op. Ik heb hier heel wat gepensioneerden tegen de korst zien gaan. Want de nadruk ligt toch op feesten en drinken. Het heeft ook nog eens plaats in de zomer. Feesten op warme avonden, dat geeft altijd een speciaal gevoel. Echt, Vrijkermis, dat is bekend tot in Retie, dat mag je gewoon niet missen. Een jaar of tien geleden ben ik hier nog eens geweest. Ik kwam al op televisie, te veel mensen begonnen tegen mij te lallen, het was niet meer aangenaam voor mij. Op deze parking eindigde dat allemaal, met een fuif in een grote tent achter de kerk. Als ik hier nu zo sta, lijkt het allemaal wat minder indrukwekkend. In mijn verbeelding was die tent iets als de Marquee van Rock Werchter. Hier heeft mijn puberteit zich afgespeeld, met alles wat erbij hoorde. De botsauto’s stonden wat verder, maar hier werd er getongzoend. Al moest je wel opletten met wat je in en rond de tent uitstak. Want wat op Vrijkermis was gebeurd, kwam half Arendonk al snel te weten.”

Roddel en achterklap, het is vaak eigen aan een Kempens dorp. Voor veel BV’s is dat de aanleiding voor een haat-liefdeverhouding. Is dat voor Ben Segers herkenbaar? “Bij mij is het ook een beetje zo. Ik kom hier graag, maar vertrek weer even graag. Dat is niet negatief bedoeld, hoor. Waaraan ligt dat? Misschien heeft het met de mentaliteit te maken. Weet je waarop ik mij vaak betrap? De gesprekken zijn allemaal zeer liefdevol, maar het zijn dezelfde gesprekken als 25 jaar geleden. Daar komt het op neer. Er wordt veel gezegd, maar veel meer wordt er niet gezegd. Ik wil het niet te donker maken, maar hier gebeurden best wel duistere dingen. Voor mij kreeg Arendonk daarom wel een donker kantje. Omdat het een afgelegen plek is? Je zit hier toch in een uithoek van het land. De Hollandse grens ligt langs twee kanten vlakbij, ergens zitten we ingekapseld in een deel van Holland.”

Hier weggaan was wel een soort natuurlijke keuze. “Ik wilde toneel gaan studeren, dan moest ik naar Antwerpen en op kot. Zo ben ik Arendonk geleidelijk ontgroeid. Met de nadruk op geleidelijk. Want nadat ik was afgestudeerd, heb ik nog een jaar hier bij mijn ouders gewoond. Dat is iets wat je niet deed. Je moest dan profiteren van de vrijheid. Al had dat voor mij wel te maken met een lief dat ik op Vrijkermis had leren kennen. Dat werd toch even serieus. (lacht)”

Sigaretje rollen, dan naar school

Het ouderlijke huis van Ben Segers stond in de Huiskens. De weg naar school tussen de velden richting het centrum mag niet ontbreken. Wie peilt naar die schoolherinneringen, krijgt alweer enkele fraaie verhalen cadeau.

© BERT DE DEKEN

“Ik zat in het eerste of tweede middelbaar. Die school interesseerde me helemaal niet. Ik deed geen klop. Ik wilde als fan van de Collega’s alleen maar acteren. Dat kwam niet door de liefde voor theater of zo. Cultuur, dat was hier bijna nihil. Je ging met school wel eens naar de Warande in Turnhout of zo. Verder had je hier een amateur­gezelschap met de poppenkast op woensdagnamiddag, daar hield het eigenlijk mee op. Voor mij heeft die tv dus heel veel bepaald. Ik herinner me nog de aanloop naar de eerste aflevering van FC De Kampioenen. Dat wilde ik echt niet missen. Het was de eerste dag dat ik mocht uitgaan. Mijn vrienden hadden om acht uur in het parochiecentrum afgesproken. Ik zei: mannen, ik kom een uur later, ik kijk eerst nog naar FC De Kampioenen.”

“Enfin, mijn ouders zagen de kunsthumaniora in Antwerpen of Gent niet zitten. Een leraar maakte mij toen wijs dat ik best elektronica kon gaan volgen. Ben, sta je op het podium en springt er een lamp, dan kan je die nog repareren, zei hij. Gaandeweg begon ik dat verhaal te geloven. Dus ben ik dat dan maar gaan doen. En die weg naar school zal ik nooit vergeten. Toen ik vijf of zes jaar was, brachten mijn ouders mij naar school. Naar het middelbaar fietste ik zelf. Dat was toch een soort van volwassen worden. Ik sprak met mijn maten altijd iets vroeger af. Dan konden we eerst nog een sigaretje rollen. Wij noemden dat hier altijd de straat van het soepboerke. Hier is alles nog bijna hetzelfde gebleven, schoon.”

Een stukje Doel in Arendonk

Op andere plekken is Arendonk hard veranderd. En dat doet Ben wat pijn. Zijn favoriete bos is verdwenen door de uitbreiding van de industriezone van de Hoge Mouw. Daar wil hij nog graag naartoe. “In mijn jeugd was dat onontgonnen gebied. Het waren velden en weiden waar je kon gaan ravotten en kampen bouwen. Ik sprak er ook af met mijn lief of ging in dat bos zitten als ik geen zin had om naar school te gaan. Ik hoefde dan niet op café te gaan om met mijn maten pinten te gaan pakken, nee, ik ging gewoon naar dat bos. Nu zie ik daar de ene fabriek na de andere met vaak grijze en mottige industrie. Ach, het zal ook wel zijn goede kanten hebben, tewerkstelling en zo, maar toch. Veel woningen zijn hier onteigend. Sommige mensen zijn hier blijven wonen, middenin de industrie. Dat heeft dan vast met wat emotionaliteit te maken. Ik vind het een beetje het Doel van Arendonk.”

© BERT DE DEKEN

De acteur heeft daar in zijn huidige woonplaats geen last van. “Ik woon nu samen met Lenny in Mariakerke bij Gent. We hebben samen een zoontje van twee jaar. Mariakerke is niet echt Gent, het is ook niet de echte buiten. Toch zit ik na Antwerpen weer meer in het groen. Daar ben ik een tijd tegen geweest. Ik zat liever in de stad. Nu is die rustige omgeving me spontaan overkomen. En eigenlijk vind ik dat heel aangenaam, dat doet deugd, zeker in deze drukke tijden. Die rust en dat groen hoeft voor mij niet in de Kempen te liggen. Ik zie mij hier niet meer komen wonen. Zeg nooit nooit natuurlijk. Je weet nooit welk parcours je in je leven aflegt.”

Onderweg naar het bos komt het ouderlijke huis in de Huiskens steeds dichterbij. Eén onvergetelijk moment komt weer naar boven. “Het was een grijze zaterdag, ik was een jaar of vier. Ik was alleen thuis met mijn vader toen er dicht bij ons een vrachtwagen in een huis reed. Je kan dat nog altijd aan die gevel zien. Mijn vader pakte mij op zijn schouders. Hij kon mij niet thuis alleen laten. De truck die in de gevel stond geplant, die chaos, dat zie ik nog heel goed voor mij. Ik heb op die baan, die van de snelweg komt, heel veel ongelukken zien gebeuren.”

Even voor de E34 gaat het naar links en daar is het verdwenen bos. “Fantastisch, hoe lang is dat geleden? Zie je het huis dat daar staat? Daar was vroeger Radio Santana. Ik mocht er een keer de voetbaluitslagen voorlezen. Ik weet nog dat ik de slappe lach kreeg toen ik Wuustwezel moest lezen. Het was meteen gedaan met die radiocarrière.”

Op de bank bij vader

De laatste halte ligt in Berendonk, waar Bens ouders nu wonen. Onderweg poseert hij nog bij een kunstwerk in een veld. Het moet komen en gaan wat symboliseren. Segers kan er zich wel in vinden. “Ik kom nu nog maar één keer per maand op bezoek bij mijn ouders. Of er zijn de familiefeesten. Dat is het dan helaas.” Die middag staan er bij vader en moeder frieten op het menu. Niet alleen daarom wil hij erlangs gaan.

© BERT DE DEKEN

“Mijn vader heeft van de tuin iets bijzonders gemaakt. In de zomer staat het rond die kleine vijver vol wilde bloemen. Vlakbij heeft hij een bank in een klein huisje gezet. Daar zit hij dan zijn boeken te lezen van Felix Timmermans of Ernest Claes. En als er iemand van de familie met een probleem zit, dan wordt het altijd hier uitgesproken. Het is een mooi en speciaal plekje, mijn thuis is het niet meer, maar het komt toch in de buurt.”

Dit artikel komt uit CittA
LEES MEER IN CITTA KEMPEN