121 miljoen euro kindergeld gaat naar het buitenland
Ons land keerde vorig jaar 121 miljoen euro kindergeld uit aan kinderen die niet in ons land wonen. Dat is een stijging met 14 procent tegenover 2015, toen 106 miljoen euro werd uitgekeerd. Het geld ging naar 35.317 ouders met in totaal 63.422 kinderen, van wie de meesten in Frankrijk en Nederland opgroeien.
Doorgaans wordt kinderbijslag uitgekeerd door het land waar het kind woont, maar er zijn enkele uitzonderingen. Wie hier werkt of een uitkering krijgt en een gezin heeft in een EU-lidstaat, Noorwegen, IJsland of Liechtenstein, of in een land buiten Europa waar België een deal mee heeft, kan beroep doen op het Belgische kindergeld. Denk aan een Franse bankier of een Poolse stielman die in Brussel werkt en van wie de partner in het thuisland niet werkt.
Het leeuwendeel (70 procent) van die 121 miljoen euro ging naar kinderen in Frankrijk (65 miljoen euro) en Nederland (18,8 miljoen euro). Polen (10,79 miljoen euro), Roemenië (9,48 miljoen euro) en Spanje (3,25 miljoen euro) vervolledigen de top vijf. Dat blijkt uit cijfers die Het Laatste Nieuws opvroeg bij Famifed, het federale agentschap dat toeziet op het kindergeld.
In Duitsland stond het kindergeld voor buitenlandse kinderen begin deze maand ter discussie toen het gros van het uitgekeerde budget naar kinderen in Oost-Europese landen bleek te gaan. Tussen 2014 en 2017 steeg het aantal Oost-Europese kinderen dat in aanmerking kwam voor Belgische steun met 48 procent. Het gaat om 18,7 procent van alle kinderen in het buitenland.