Alcohol- en rookmaatregelen van kabinet ontnemen de lagere sociale klasse haar troost
Als klein kind keek ik met mijn ouders naar De Fabeltjeskrant. Momfer de Mol was favoriet bij mijn ouders. De mol baande zich in alle eenzaamheid, zwoegend in het donker, een gang door het leven. Een melancholieke figuur. ‘Mijn sigaar is mijn enige lichtpuntje’, stelde hij ooit triest mompelend vast. Talloze keren citeerden mijn ouders deze uitspraak. Alle mannen in mijn familie rookten. Vroeger.
Roken troost. Je trekt je een moment terug uit de verplichtingen van je werk of je omgeving en komt even bij jezelf thuis. Drank en eten hebben hetzelfde effect. Het is heerlijk om de week af te sluiten met een koud biertje of moed te verzamelen met gebak of chocola.
niet erg bijbels
Bij monde van staatssecretaris Blokhuis (ChristenUnie) streeft dit kabinet naar een preventieakkoord met zorgverzekeraars, sportbonden, zorgaanbieders en andere maatschappelijke partners om het roken uit te bannen en de overconsumptie op het gebied van drank en eten te ontmoedigen. Het zal wel met het oog op ons welzijn en onze gezondheid zijn.
Erg bijbels is dat beleid niet. Dat ontdekte ik een week of twee terug. Volgens het NBG-leesrooster las ik na de maaltijd de raad van koning Lemuels moeder aan haar zoon voor (Spreuken 31). Een bijna hilarisch stukje met een scherpe spits. Wij aten die avond met ons drieën, zwijgend en efficiënt. Na de introductie vroeg ik mijn zoons extra goed te luisteren, want de raad van een moeder slaat een zoon niet in de wind. Dit kabinet heeft dat wel gedaan, zo bleek. Want de moeder van Lemuel adviseert haar zoon, de koning, om ‘drank te geven aan wie een kommervol bestaan leiden. Geef wijn aan wie diep ongelukkig zijn. Laat ze maar drinken en hun armoede vergeten.’
De wijsheid van de woorden van deze koningsmoeder bleken mij tijdens de wekelijkse boodschappentocht. Het koopgedrag van mijn medeburgers observerend, stelde ik vast dat een aanzienlijk deel van de rookwaar kopende mensen afkomstig is uit wat ik maar de lagere sociale klasse noem. In taal van de schrijver Bordewijk: je ziet het aan hun kleding en het gebit. De echte armoedzaaiers onder hen herken je aan het bier dat zij kopen: zwerversbier. Halveliterblikken Bavaria 8.6 en Grolsch Kanon. Kost weinig, veel alcohol. Bier voor mensen die niet willen voelen wat het leven hun aandoet. Die moeder van Lemuel kende de echte mensen uit het koninkrijk van haar zoon.
En nu probeert dit kabinet deze troost aan de lagere sociale klasse te onthouden. Door accijns op rookwaren huizenhoog te laten zijn, de aanschaf te bemoeilijken, nog meer waarschuwingen op etiketten te plaatsen, zorgpremies op te schroeven als je rookt of wat al die maatschappelijke partners allemaal zullen verzinnen. De onderkant van de samenleving zal het weten: jullie zijn de losers van deze samenleving.
niet hunkeren
Lemuels moeder adviseert haar koningszoon zelf niet te veel te drinken. ‘Een leider mag niet hunkeren naar drank.’ Hoe toepasselijk. Onze elite rookt nauwelijks, drinkt minder, beweegt meer en eet gezonder. De betere klasse leeft dan ook aanzienlijk langer. Lang en gelukkig tot ze het zelf zat zijn. Aanstootgevend geluk voor de lagere sociale klasse: ‘Wij staan aan de kant waar de klappen vallen en nu gunnen ze ons ons enige lichtpuntje ook niet meer.’
De moeder van Lemuel adviseert de onderklasse overigens niet om veel te drinken. Haar advies is gericht aan de regering. Daar vraagt zij om mededogen. En haar oproep tot soberheid bij de elite staat niet in het teken van een lang en gelukkig leven. Onthouding moet de bestuurder in staat stellen recht te doen: ‘Bescherm het recht van de vertrapten, oordeel rechtvaardig, geef de armen en behoeftigen hun recht. Spreek voor hen die weerloos zijn.’ Zo’n preventieakkoord vraagt om compenserend sociaal beleid. Misschien is het een idee het advies van Lemuels moeder een keer voor te lezen in het kabinet? Om het volk weer een keer in beeld te krijgen. D66 kan het aan. Het is een leuk stukje. Van een vrouw nota bene. En wellicht geïmporteerd van buiten Israël.