Direct naar artikelinhoud
ColumnSheila Sitalsing

Zo openlijk willen snijden in het sociaal minimum is zelfs voor de VVD nieuw

Zo openlijk willen snijden in het sociaal minimum is zelfs voor de VVD nieuw

Het was Marga Klompé, de eerste vrouwelijke minister van Nederland, die in 1965 de Algemene Bijstandswet invoerde, de wet die hulp aan mensen zonder inkomen uit de sfeer trok van kerkelijke charitas en particuliere goedertierenheid. Wie zich niet kon redden, hoefde niet langer gebrek te lijden of te hopen op de toevallige vriendelijkheid van vreemden, maar kon voortaan rekenen op een door de overheid gegarandeerd sociaal miminum.

Klompé was van de KVP en ze weigerde knieperig te doen, want ook wie het zelf niet redt moet, zo vond zij, fatsoenlijk kunnen leven en zich dingen kunnen permitteren die het leven leefbaar maken : ‘Dat sigaartje en een bloemetje op tafel, een klein beetje ontspanning, en een cadeautje van een gulden voor het jarige nichtje.’

Joseph Luns, collega-KVP-minister, schimpte dat Marga een staatssecretaris nodig had om het raam open te houden waaruit zij het geld met bakken kon gooien. Maar hij kwam, de Algemene Bijstandswet. Met dat bloemetje op tafel als ijkpunt van beschaving.

De opvattingen over de verzorgingsstaat zijn sindsdien een paar keer grondig herzien, er is opgeruimd, opgejaagd en afgestoft. De vanzelfsprekendheid waarmee iedereen die het even niet zag zitten een uitkering kon aanvragen, is allang verleden tijd. Tegenwoordig is de bijstand een nogal schrale armenwet waar een mens pas na een lang parcours vol hoepels en hindernissen in belandt. Vervolgens wordt hij er met man en macht weer uit gejaagd, achtervolgd door eisen en plichten.

Geklaag over bijstandtrekkers is van alle tijden, net als discussies over hoe moeilijk je het mensen moet maken. Maar dat de bijstand de ondergrens van de beschaving is, het absolute minimum dat nodig is om fatsoenlijk te kunnen eten en wonen (942,15 euro per maand voor een alleenstaande, 1.346,45 voor samenwonenden), was altijd een breed gedragen opvatting.

Alleen in obscure kringen hoorde je weleens dat het werkweigerende tuig vast harder zou gaan lopen als we die uitkering zouden halveren, of gewoon zouden afpakken. Zoals bij Hans de Boer, voorman van VNO-NCW, die op 24juni 2015 in deze krant voorstelde al die labbekakken naar de aspergevelden te jagen en de bijstand omlaag te gooien.

Bij de VVD zijn ze al jaren voor een veel eenvoudiger en beperkter stelsel van sociale zekerheid, met meer plichten en minder rechten. Openlijk pleiten voor snijden in het sociaal minimum deden ze evenwel zelfs daar niet zo vaak. Bij de afgelopen verkiezingen deden ze het nog een beetje stiekem: weggestopt in de financiële verantwoording van het VVD-verkiezingsprogramma stond een verlaging van de bijstandsuitkering van 5 procent ingeboekt. ‘We schrappen het vakantiegeld’, verklaarde Rutte toen desgevraagd. Want uitkeringstrekkers met vakantiegeld: belachelijk. (Van dat ‘vakantiegeld’ worden doorgaans grotere noodzakelijke uitgaven gedaan.)

Dat Klaas Dijkhoff in zijn grote toespraak voor het VVD-congres afgelopen weekend een speerpunt maakt van drastisch korten op het sociaal minimum (‘We beginnen met een lagere bijstandsuitkering. Als je solliciteert: stapje erbij. Als je de taal leert: stapje erbij.’) is nieuw. Het is geen proefballonnetje, het is geen zoethoudertje voor een nieuwe achterban van extreem-gekken, het is geen trucje om de pers te halen. Het is een stapje erbij op weg naar het gedroomde ministelsel van de VVD.