Direct naar artikelinhoud
NieuwsBrexit

Rekenkamer: ‘harde’ Brexit kost Nederlandse overheid 2,3 miljard

Als het Britse parlement dinsdag kiest voor een ‘harde Brexit’, zal dat Nederland op korte termijn 2,3 miljard euro kosten. De Algemene Rekenkamer heeft berekend dat Nederland dan 1,6 miljard euro extra moet afdragen aan de Europese Unie om het abrupt wegvallen van de Britse bijdrage in 2020 en 2021 te compenseren. Daarnaast moet het Rijk nog rekening houden met 700 miljoen euro meerkosten voor het versterken van onder andere de controle-instellingen van de Douane en de NVWA.

Reizigers die zijn aangekomen op Schiphol staan in de rij voor controle van de Douane.Beeld ANP

Op langere termijn zullen de kosten voor Nederland nog verder oplopen, maar dat gebeurt ook bij een Brexit-met-akkoord. Ook dan zal Londen immers na 2021 stoppen met betalen aan de EU. Het Verenigd Koninkrijk draagt circa 12 miljard euro per jaar af aan Brussel. Dat is op Duitsland en Frankrijk na de hoogste bijdrage van alle EU-landen. Het wegvallen van die miljarden moet door de andere EU-landen worden gecompenseerd. Door het vertrek van de Britten zal Nederland vanaf 2026 daarom 2,5 tot 3 miljard euro per jaar meer kwijt zijn aan de EU, meldt de Rekenkamer maandagochtend.

Het Britse parlement stemt dinsdag over het Brexit-akkoord dat premier Theresa May heeft gesloten met de Europese Unie. Nogal wat Britse parlementsleden hebben moeite met dat akkoord, omdat dit het Verenigd Koninkrijk te veel aan de EU zou blijven binden, terwijl Londen straks geen inspraak meer heeft in de Brusselse beleidsvorming. Als de parlementariërs ‘nee’ zeggen tegen de deal van May, verlaat het Verenigd Koninkrijk op 29 maart volgend jaar op chaotische wijze de Europese Unie. Aanvaarden het Lager- en Hogerhuis het voorgelegde Brexit-akkoord wel, dan zal Nederland de komende twee jaar nog geen financiële schade lijden door de Brexit, verwacht de Rekenkamer.

Douane

De Rekenkamer concludeert na eigen onderzoek ook dat de Douane niet klaar is voor zo’n plotselinge Brexit op 29 maart. Minister Blok van Buitenlandse Zaken heeft eerder aan de Tweede Kamer gemeld dat de Douane nieuwe 928 voltijds-medewerkers nodig heeft om al het extra werk dat een harde Brexit met zich meebrengt te kunnen klaren. Volgens de Rekenkamer is er een grote achterstand in de werving en opleiding van al die nieuwe douaniers ontstaan en zijn er eind maart slechts 300 van de benodigde 928 mensen aangenomen, maar moet een deel van hen dan nog worden opgeleid.

 Ook heeft de douane de huisvesting van nieuwe inspecteurs niet op orde en ontbreekt het de controledienst aan voldoende scanapparatuur. Minister Blok stelt in een reactie dat de Rekenkamer iets te somber is: eind maart zouden 500 nieuwe douaniers geworven zijn. Daarvan zijn er volgens Blok 300 al volledig inzetbaar.

De Brexit-kosten die de Rekenkamer nu heeft berekend zijn alleen de kosten voor de overheid. Een harde Brexit zal in de praktijk veel hogere economische kosten met zich meebrengen voor Nederland. Onzeker is hoe hoog de schade zal zijn die ontstaat door de belemmering van de handel. Nederland is een van de belangrijkste handelspartners van het Verenigd Koninkrijk en zal dus zwaar getroffen worden. De overheid voert al een jaar een intensieve voorlichtingscampagne om het bedrijfsleven, met name het midden- en kleinbedrijf, tijdig voor te bereiden op de Brexit.

Video: May stelt Brexit-stemming uit – hoe nu verder?