© Photo News

Keurmerk Vlaanderen: waarom Vlaamse ploegleiders zo gegeerd zijn in het internationale peloton

Hendrik Redant die op zijn 56ste nog een transfer maakt naar de World Tour, de 59-jarige Dirk Demol die voor twee jaar tekent bij ­Katusha-Alpecin en Klaas Lodewyck (30) die zijn carrière definitief mag lanceren bij Deceuninck-Quick Step. Reken daarbij ook Kevin De Weert en Rik Verbrugghe en we komen aan vijf Belgische ploegleiders die in dit tussenseizoen op het hoogste wielerniveau een transfer ­realiseerden. Drie redenen waarom Belgische ploegleiders gegeerd blijven op de transfermarkt.

Bram Vandecappelle

Vlaams keurmerk als EHBO

Het rijke Katusha-Alpecin boekte amper vijf zeges in 2018. Dimension Data moest tot in de Vuelta wachten op zijn eerste WorldTourzege van het seizoen. Lotto-Soudal reed een belabberde Tour. UAE Emirates had een groot budget, maar amper grote zeges. De vier ploegen die een zwak 2018 achter de rug hebben, halen met respectievelijk Dirk Demol, Hendrik Redant, Kevin De Weert en de Australische Vlaming Allan Peiper een Belgische ploegleider binnen als eerste hulp bij ongevallen, om de zaak mee te helpen rechttrekken. “Belgische ploegleiders hebben al jaren een goede naam in het peloton. We worden geroemd om onze stielkennis en metier”, verklaart Demol.

© Photo News

Volgens Hendrik Redant bestaat er zelfs zoiets als een Belgisch ploegleiderskeurmerk. “We gelden als loyaal, spreken veel talen en hebben meestal een groot netwerk. We zijn bovendien verknocht aan de koers en doen daarom meer dan het gevraagde. Met de auto vanuit België naar Spanje rijden voor een stage? Geen probleem. Twee dagen langer in het buitenland blijven voor een verkenning? Zelfs drie als het moet. We zijn gebeten door de wielermicrobe. Ploegen weten dat ze op een Belgische ploegleider altijd kunnen rekenen.”

Weinig wetenschap, veel hart

Team Sky en Sunweb gelden als de topploegen met de grootste drang naar hyperwetenschappelijke begeleiding. Zij hebben geen Belgische ploegleider in dienst. “Wij Belgen benaderen de koers nog vanuit het hart. Wetenschap en data zijn één ding, maar passie is even belangrijk”, zegt Redant. “Als een renner in de koers op zijn limiet zit, is het de kunst van een ploegleider om toch nog wat extra te doen, zodat hij over zijn limiet gaat.”

Redant denkt daarbij aan de truken van de foor, zoals op de juiste momenten – lees: bij tegenwind – met de volgwagen naast een renner rijden, en zeker ook aan parcourskennis. “Bij ­Dimension Data worden de voorjaars-koersen verdeeld tussen Van Oudenhove, Heynderickx en mij. De drie Vlamingen. Wij kennen de weg uit ons hoofd, een Zuid-Afrikaanse ploegleider moet je niet vragen of de bocht aan de voet van de Oude Kwaremont links of rechts afbuigt.”

Ook ervaring blijkt essentieel. De helft van de Belgische WorldTourploegleiders in 2019 zit toch al op tram vijf, terwijl ploegen als Sky en Sunweb er prat op gaan dat ze werken met dertigers en veertigers. Redant ziet daar geen kwaad in. “Er komt een dag dat we versleten zijn, maar met Lodewyck, Vanmarcke, De Weert en Willems staat er toch een nieuwe lichting klaar. Dat zijn ook niet per se gasten die wetenschappelijke adelbrieven hebben.”

Opportuniteiten

Hoe sterk hun Vlaamse etiket en neus voor koerssituaties ook is, ploegleiders zijn ook ex-renners en dus ook opportunistisch. Dat vijf Belgen afgelopen winter van ploeg veranderden, was omdat ze zich konden verbeteren. Het UnitedHealthCare van Redant stopte ermee. Hij kon terecht bij Dimension Data, omdat Roger Hammond een stap terugzet. Klaas Lodewyck mocht blijven bij CCC, maar kreeg betere voorwaarden en een beter programma bij Deceuninck-Quick Step, waar Brian Holm gaat afbouwen.

Kevin De Weert wou dan weer vaker de actie vanuit de volgwagen beleven en verkoos Lotto-Soudal boven een verlenging van zijn bondscoachschap. “Anders dan de voetbaltrainers werken wij zonder makelaars. Het zijn ook andere budgetten. Als er zich dan een kans voordoet waarbij je jezelf kan verbeteren, moet je daar opspringen”, zegt De Weert.

© BELGA

Dirk Demol is het eens met zijn jongere collega. “Ik mocht nog een jaar bijtekenen bij Trek-Segafredo, maar ik merkte dat ze mij steeds minder betrokken bij het organisatorische aspect en de transfers. Bij Katusha-Alpecin bood ploegmanager Azevedo mij een contract van twee jaar en mag ik mee de koers van de ploeg bepalen. Een totaalplaatje. Dan moet je niet twijfelen, en dat deden de ploegen ook niet.”