Direct naar artikelinhoud
Column

En gij gaat die dan nog helpen ook, zegt de vrouw in de legging

En gij gaat die dan nog helpen ook, zegt de vrouw in de legging
Beeld Bob Van Mol

Hilde Van Mieghem, acteur, regisseur en auteur, neemt u mee in haar leefwereld.

Mijn wasmachine heeft het begeven. Ho­pe­lijk niets ernstigs, maar de Miele-man kan pas eind volgende week langskomen. Dus laad ik al mijn te wassen spullen in een hoofdkussen­overtrek, gooi die als de zak van Sinterklaas over mijn schouder en trek naar een wassalon hier om de hoek.

Het is meer dan 30 jaar geleden dat ik nog een voet binnen­zette in zo’n wassalon. Het duurde even voor ik mijn eerste eigen wasmachine had. Ik zie me nog lopen op straat, de wasmand op de buggy, mijn jongste op de wasmand. Zalig vond ze dat, zittend als op een troon keek ze de wereld in, eindelijk niet meer op de hoogte van de stinkende uitlaatpijpen van auto’s.

Als de Marokkaanse vrouw staat te sukkelen met een groot laken, help ik even. De anderen kijken me aan alsof ik niet goed snik ben

We maakten er altijd een uitstapje van, ze vond het heerlijk om het wasgoed in de machine te stoppen, mocht het waspoeder in de bakjes gieten, de centen in het gleufje steken, op de knopjes duwen en had dolle pret als de machine begon te draaien. Daarna gingen we een gebakje kopen en aten dat op een bankje tegenover het wassalon op.

Nu gaat Mr. Wilson mee, mijn hondje.

Ik stap het wassalon binnen en een vochtige warmte slaat me tegemoet. Er zijn vier mensen in het salon. Een man wiens buik die van een hoogzwangere vrouw ver overtreft, hij boert af en toe en kijkt onvriendelijk uit zijn ogen. Een oudere vrouw van wie het hondje niet zo lang geleden overleden is, ik ken haar uit de buurt. Ze groet me niet eens, maar stort zich meteen op Mr. Wilson, spreekt hem liefdevol toe en blijft hem tot ze vertrekt strelen. Mr. Wilson laat het zich welgevallen en wijkt niet meer van haar zijde. Een vrouw van een jaar of 35, in een kleurige legging die met open mond op een kauwgum kauwt, en een Marokkaanse vrouw met hoofddoek, zij ziet er nog het gezelligst uit. Rondborstig en goedlachs, de enige die me toeknikt.

Als ze bij het opvouwen staat te sukkelen met een groot laken, help ik haar even. De anderen kijken me aan alsof ik niet goed snik ben. Ik voel de vijandigheid. Zij glimlacht me dankbaar toe en vertrekt iets later met haar opgevouwen wasgoed. De deur is nog niet dicht achter haar of de man begint denigrerende opmerkingen te maken: die vuile vreemdelingen altijd, kunnen ze geen eigen wassalon krijgen zodat wij niet op die bruinen moeten kijken. De vrouw in legging valt hem bij in het platste Antwerps en richt zich dan tot mij: en gij gaat die dan nog helpen ook.

Heel even waande ik me in een wereld met daarboven een hemel in alle kleuren van de regenboog

Ik zou niet weten waarom niet, antwoord ik. Omdat dat uitschot is, zegt ze, crapuul. Even overweeg ik om in de aanval te gaan, of beter, in de verdediging, maar ik besef dat het geen zin heeft en ik er mijn korte tijd in het wassalon alleen maar mee verziek. Ik ben ook een beetje bang voor die domme, volkse agressie. Laf, ik weet het, maar pick your battles, bedenk ik en deze is niet de moeite waard.

Ik denk weer aan het verjaardagsfeest van mijn broer in Zuid-Afrika, drie weken geleden. Met een kleine twintig mensen zaten we in zijn tuin rond de barbecue. Alle mogelijke kleuren en nationaliteiten. Er waren mensen uit Mali, Burundi, Zuid-Afrika natuurlijk, Congo, Mozambique, een Marokkaanse man die getrouwd was met een Vlaamse en was gaan lopen uit België omdat hij het racisme zat was en het zijn kinderen wou besparen, een Française, een Indonesisch echtpaar, een Zweed, een Nederlander, een Italiaanse schone en wij, een paar Belgen. 

We aten gerechten uit alle windstreken, iedereen had iets meegebracht. Luisterden naar alle soorten muziek, van Zweedse hoempapa tot Zoeloe-krijgsliederen. We spraken alle mogelijke talen en iedereen begreep elkaar. We dansten samen tot in de vroege uurtjes. Die avond bedacht ik vaak hoe eenvoudig het kon zijn om met alle mogelijke culturen samen feest te vieren. Heel even waande ik me in een wereld met daarboven een hemel in alle kleuren van de regenboog.