Baanrenster Braspennincx krachtiger dan ooit

Foto: ANP

Shanne Braspennincx kwam, net hersteld van een hartaanval, niet aan fietsen toe op de Olympische Spelen van Rio. De 26-jarige Brabantse baanrenster putte er wel extra motivatie uit. ,,Ik kreeg een enorme ‘boost’ daar”, vertelt ze halfweg de route naar Tokio 2020. Pas deze winter voelt ze zich ook op de baan weer de oude. ,,Beter nog.” Dat moet leiden tot goede resultaten op de wereldkampioenschappen die woensdag in Apeldoorn beginnen.

Aan een voorspelling waagt ze zich niet. ,,Als het een ‘cool’ evenement is op ‘onze’ wielerbaan ben ik al blij”, zegt de 26-jarige Braspennincx , die drie jaar geleden WK-zilver pakte op keirin. ,,Op dat onderdeel heb ik in ieder geval de meeste kans.”

Braspennincx is volledig terug nadat ze in de zomer van 2015 werd getroffen door een hartaanval. 24 jaar was ze en al gedotterd, een topsportcarrière leek ver weg. Maar Braspennincx mocht in februari 2016 weer de baan op en ging als reserve mee naar Rio. ,,Het was een beloning voor het harde werken, zeiden de coaches. Het is belangrijk voor mij dat ik er geweest ben. De Spelen zijn geen begrip meer voor me, ik heb er nu een beeld bij.”

Tokio 2020 is haar grote doel. Vorig jaar werd ze al weer vijfde op haar favoriete onderdeel bij de WK in Hongkong. Het was een terugkeer op niveau. Maar de bevestiging dat ze er echt weer bij hoort, zo vertelde ze afgelopen week na een training in Alkmaar, volgde dit seizoen. Braspennincx won medailles bij wereldbekerwedstrijden in Manchester en het Canadese Milton en brons met Kyra Lamberink op de teamsprint bij de EK in Berlijn. ,,Hèhè, ik kan het weer”, was de gedachte die bij haar opkwam. ,,Ik heb afgelopen zomer ook zo hard getraind. Het is zo fijn als dan de bevestiging eruit komt.”

Ze was minder op de baan te vinden geweest en meer in het krachthonk. ,,Ik heb gedacht: wat zijn mijn zwaktes en sterktes? Kracht moest beter. Dat kun je zowel op de fiets, met zware verzetten, als in het krachthonk trainen. Maar je hebt wel het risico dat je slomer wordt, iets van je explosiviteit inlevert. Dat bleek dus niet zo te zijn.” Het waren uitputtende trainingssessies, met veel spierpijn tot gevolg. ,,Maar ik ben een procesmens, vind het leuk als het tot iets leidt.”