Essay: De verborgen glans van soberheid
Op 14 september 1975 bezocht de 38-jarige W.A. de R. het Rijksmuseum. Hij liep door de vleugel met 17e-eeuwse meesters, kwam in de zaal met de Nachtwacht van Rembrandt, liep resoluut op het kunstwerk af, trok een groot mes en begon diepe krassen op het doek te maken. Een suppoost wist hem te overmeesteren. Volgens ooggetuigen was de dader keurig gekleed en maakte hij geen ongewone indruk. De politie liet weten dat de man reeds enkele malen in een psychiatrische inrichting was verpleegd. De onbesuisde actie was wereldnieuws en riep alom afschuw op.
Het tafereel waar ik als 12-jarig jochie gretig alle details over las, komt me weer voor de geest als ik nadenk over de manier waarop veel christenen vandaag met de schepping omgaan. De vergelijking gaat mank, inderdaad, want het is in werkelijkheid nog veel erger. Rembrandt was op het moment van die aanslag al ruim driehonderd jaar dood. Maar vandaag wordt onherstelbare schade toegebracht aan de schoonheid van de schepping, in aanwezigheid van de Kunstenaar. Alsof je een topstuk molesteert, terwijl de schilder naast je staat. Hoelang zal hij dat aanzien? Christenen zeggen zelfs de Maker te eren en te aanbidden …
Het regent rapporten over de zorgwekkende staat van onze planeet – en over ons aandeel in de toedracht. De gemiddelde Nederlander heeft een ecologische voetafdruk die minstens drie keer groter is dan deze aarde aankan. Met onze ongebreidelde productie en consumptie, onze grote behoefte aan mobiliteit maken we veel slachtoffers, nu en in de toekomst. We lijden aan klimatologische automutilatie, schrijft de Vlaamse psychotherapeut Dirk de Wachter. ‘Wat we de natuur aandoen, doen we onszelf aan. Het is zelfvernietiging op wereldschaal.’
De aard en de omvang van de problematiek en het onvermogen van burgers, politici en industriëlen om het proces te keren – daar lig ik geregeld wakker van. En mijn betrokkenheid bij het christelijk geloof maakt het probleem niet kleiner, eerder groter.
Vrijwel dagelijks ontmoet ik oprechte christenen die een graad van milieubewusteloosheid aan de dag leggen waar ik stil van word. Ze gedragen zich als messentrekkers bij de Nachtwacht. Daarmee zeg ik uiteraard niet dat ze psychisch gestoord zijn. Het zijn keurige mensen, volledig toerekeningsvatbaar, die qua milieuvriendelijkheid lijnrecht ingaan tegen wat je van hen verwacht. Ze zijn actief lid van een christelijke gemeente, maar houden er een in veel opzichten identieke levensstijl op na als de gemiddelde Nederlander. Hoe doen ze dat toch? En zo zijn er nog wel meer vragen. Het wemelt bijvoorbeeld tegenwoordig van ‘geestelijke leiders’ en bewegingen die oproepen te ‘luisteren naar wat de Geest zegt’. Hoe kan het dat de Geest – althans volgens hen – nooit iets zegt over onze stervende planeet? Zou het kunnen zijn dat de innerlijke secularisatie nog omvangrijker is en zich nog dieper in de gemeenten heeft genesteld dan in sombere analyses wordt benoemd?
Stel je voor, schrijft Philipp Blom in zijn boek Wat op het spel staat, dat over vijftig jaar een jonge historica zou werken aan een geschiedenis van de vroege 21e eeuw. Ze staat dan voor de opgave om een aantal onbegrijpelijke zaken voor haar lezers inzichtelijk te maken. Bijvoorbeeld, dat de wetenschap de opwarming van de aarde al lang in de smiezen had, maar dat de toenmalige samenleving tergend traag en aarzelend op die enorme transformatie reageerde. Zeg nou zelf: betrekkelijk kort na de klimaatconferentie van Parijs, met haar onheilspellende toekomstscenario’s barstte in Nederland de discussie los over de ‘noodzakelijke’ uitbreiding van Schiphol naar Lelystad, vooral als gevolg van … vakantievluchten. Knappe historica die dat logisch op een rijtje krijgt.
Stel je nu eens voor dat zij ook belangstelling heeft voor kerkgeschiedenis. Ik vrees dat ze dan nog wat ingewikkelde paragrafen heeft te gaan, over het falen van de kerk en van gewone gelovigen, zoals ik er een probeer te zijn. Mogelijk zal ze nog wat noteren over goede bedoelingen die zijn gesmoord in een onthutsende wereldgelijkvormigheid of een breed geaccepteerde afgodendienst.
Wekelijks beginnen onze kerkdiensten met het votum: ‘Onze hulp is in de naam van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft, die trouw houdt tot in eeuwigheid en niet laat varen het werk van zijn handen.’ Maar als God zo hartstochtelijk trouw blijft aan zijn schepping, onderdeel van ‘het werk van zijn handen’, waarom laten wij het op ditzelfde punt dan zo vaak, zo massaal en zo schromelijk afweten? Voor ons kan niet goedkoop zijn, wat voor God duur is, aldus de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer.
Wat staat ons te doen? Ik kan het allemaal niet voor elke lezer bedenken of voorschrijven. Maar ik weet wel de richting: terug. Naar God: ‘Wij staan collectief schuldig, we kunnen zelfs de omvang van onze schuld amper peilen. Het probleem loopt ons aan alle kanten over de schoenen. Erbarm U over ons.’
Christelijke bezinning op de milieucrisis begint met inkeer. Die zal wel even tijd vergen, want ze zet een streep door veel van wat we lange tijd volkomen vanzelfsprekend vonden. Er is een samenhang tussen inkeer en omkeer. Vandaar ook: terug naar het eenvoudige leven. Zelfbeheersing is óók een vrucht van de Geest. We zullen een proces op gang moeten brengen waarin we ons hele leven kritisch onder de loep durven te nemen. Via die route (her)vinden we het eenvoudige leven in dankbaarheid.
Wat dat concreet inhoud verschilt uiteraard per individu. De redactie van het Nederlands Dagblad vroeg mij naar mijn keuzes: ik rijd al jaren geen auto meer, hoewel dat gezien mijn agenda best handig zou zijn. En hoe intens ik ook zou genieten van reizen en andere culturen, ik pieker er niet over om een vliegticket te kopen. Bij ons thuis staat er nooit vlees op het menu en ik prijs me gelukkig met een afvalarme supermarkt in onze stad.
Trek zelf je eigen plan. ‘Eenvoudig’ leven in dankbaarheid, betekent in deze cultuur: keuzes maken. Afstand doen van ‘welvaart’ die die naam eigenlijk niet mag dragen, omdat ze ten koste gaat van onze relatie tot God, de schepping, onze naaste en uiteindelijk onszelf. Dus: kappen nou met de afgoden van deze tijd! Radicaler kan ik het niet maken.
Geloof het of niet: het zal je leven niet verarmen, eerder verrijken. Ik ervaar het als een echte ontdekkingstocht: je doet ervaringen op die je niet voor mogelijk hield. Je leert genieten van genoeg, van herstel van relaties; je ontdekt dat soberheid een verborgen glans heeft, je geniet samen van een (h)eerlijke maaltijd, je herwaardeert de natuur om de hoek, de smaak van het seizoen en de streek en de schoonheid van het Hollandse landschap.
Dit is een sterk ingekorte versie van een pamflet dat deze week aan de synodeleden van de Protestantse Kerk in Nederland en aan een paar honderd voorgangers uit allerlei kerkverbanden is verstuurd. Het document is te downloaden via www.arocha.nl.