© BELGA, Jeroen Hanselaer

Blinde jongen (28) ziet vraag om euthanasie onbeantwoord: “Waarom mag ik niet sterven?”

Peter Janssens trekt aan de alarmbel. Sinds drie jaar is de ooit zo levenslustige jongen

levensmoe. Maar van euthanasie willen de artsen niet weten. Intussen is Peter ten einde raad. “Hoe rapper het gedaan is, hoe beter.”

Greg Van Roosbroeck

In kamer 405 van het Antwerpse woonzorgcentrum De Markgrave scheert Peter Janssens (28) zich nog snel. Voor één keer dat er een krant langskomt, wil hij fris op de foto. Het resultaat zal hij evenwel nooit zien. Peter is blind sinds zijn geboorte. Het is ook daarom dat geen enkele lamp brandt in kamer 405. En dat hij zich scheert in een in duisternis gehulde badkamer. De oorspronkelijk uit Koningshooikt afkomstige jongen ziet toch niks.

Ook persoonlijk is het licht voor Peter al een tijdje gedoofd. Peter wil dood. “En liever vandaag dan morgen. Elke avond opnieuw hoop ik dat ik niet meer wakker word. Ik heb om euthanasie gevraagd, maar niemand wil naar me luisteren. Terwijl ik toch zelf mag beslissen of ik verder wil met mijn leven, of niet?”

Altijd moe

© Jeroen Hanselaer

Aan zijn tafeltje in kamer 405, waar hij sinds drie jaar permanent woont, benadrukt Peter dat de doodswens niets te maken heeft met zijn handicap. “Ik ben altijd een gelukkige jongen geweest. Ik had alles wat ik moest hebben en genoot van het leven. Ik volgde lessen Engels en Frans en ging elke vrijdag naar de sportgroep om te kajakken en te muurklimmen.”

Maar toen is het begonnen. “Ik merkte het eerst zelf niet. Het waren de leerkrachten van het opleidingscentrum voor blinden, hier aan de overkant, die me zeiden dat ik er moe uitzag. Ik begon erop te letten en inderdaad: bij de minste inspanning zat ik kapot. Nu nog moet ik na het middageten altijd een uurtje slapen.”

Met de steun van woonzorgcentrum De Markgrave consulteerde Peter verschillende dokters en onderging hij tests. “Maar geen enkele arts heeft iets kunnen vinden. Ik ben zelfs naar de slaapkliniek geweest, maar ook daar hebben ze geen diagnose kunnen stellen. Intussen ben ik wel elke dag opnieuw vermoeid. Ik geniet van niks meer. En niemand kan me helpen. Ik ben radeloos.”

Psychisch lijden

Dat nooit aflatende gevoel van vermoeidheid is niet de enige reden waarom Peter het tijdelijke wil inwisselen voor het eeuwige. Hij heeft ook het gevoel dat niemand hem nog wil. “Noem het gerust een psychisch lijden”, zegt hij. “Sinds een ruzie op vakantie heb ik al jaren geen contact meer met mijn broer. En ook met de medebewoners van het woonzorgcentrum klikt het niet. Gisteren nog botste ik per ongeluk tegen een van hen. Dat gebeurt wel vaker als je blind bent. Maar dan reageren ze meteen erg kortaf. Het minste wat ik zeg, komt verkeerd over. Dat gevoel heb ik toch.”

Niet gerust slapen

Bij De Markgrave luisteren ze naar Peters problemen. Hij krijgt er psychologische begeleiding en antidepressiva. Het is ook een begeleider van het woonzorgcentrum die met Peter naar LEIF gegaan is, de organisatie die zich bezighoudt met levenseinde. “De begeleiders van De Markgrave doen hun uiterste best”, stipt Peter aan. “Ze helpen en steunen me op alle mogelijke manieren en ik ben hier ook graag. Maar de psychologische begeleiding helpt me niet verder. Ook het bezoek aan LEIF was een maat voor niets. Volgens de mensen daar heb ik niet alle behandelingen gedaan. Op euthanasie moest ik niet hopen. Ze zeiden zelfs: ‘Nee, we mogen dat zo vlug niet doen, want anders hebben we niet alles geprobeerd en slapen we niet gerust’.”

Zelfmoord

De radeloosheid van Peter kende vorige zomer een triest hoogtepunt. “Ik had plastic zakken liggen in de kast en wilde eentje gebruiken om over mijn hoofd te trekken. Maar de begeleiders roken onraad en hebben ze weggenomen. Daarna hebben ze me naar een psychiatrische kliniek gebracht. Een dag en ik mocht weer vertrekken.”

Opvallend: Peter ziet er helemaal niet uit als een hoopje miserie. Hij is vriendelijk en lardeert zijn verhaal zo nu en dan met een lach. Zeker als hij vertelt over hoe zijn moeder een dag eerder nog smoutebollen is komen brengen. “Ik neem mijn ouders ook niks kwalijk. Ik ben het gewoon moe om te leven. Elke dag is voor mij een opgave. Ik heb er toch niet voor gekozen om zo te moeten afzien? Ik wil zelf de beslissing nemen of ik leef of niet. En die is: hoe rapper het gedaan is, hoe beter.”

Wie met levensvragen zit, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de site www.zelfmoord1813.be