Zeven manieren om te voorkomen dat bijverdienen als gepensioneerde een dure grap wordt

© Brecht Van Maele

Voor steeds meer gepensioneerden is een bijverdienste de enige manier om het hoofd boven water te houden. Maar zo’n extra zakcentje kan u ook zuur opbreken. Wie te veel bijverdient, riskeert niet alleen een inkorting van het wettelijk pensioen, maar kan ook fiscaal een fikse rekening gepresenteerd krijgen. Zeven tips om er ook zelf iets van over te houden.

Frida Deceunynck

1. Stel uw bijverdienste uit tot u 65 bent

Vanaf 1 januari van het jaar waarin u 65 wordt, mag u onbeperkt bijverdienen zonder gevolgen voor uw pensioen. Ook gepensioneerden die minstens 45 loopbaanjaren op de teller hebben bij de ingang van hun wettelijk pensioen, mogen onbeperkt bijverdienen, zelfs als ze nog geen 65 zijn.

Let wel op: geregulariseerde studieperiodes tellen alleen mee voor de berekening van uw pensioenbedrag, niet om de lengte van uw loopbaan te bepalen.

2. Beperk uw bijverdienste

Voldoet u niet aan de voorwaarden voor onbeperkt bijverdienen, dan doet u er goed aan uw inkomsten te beperken.

In een werknemers- of ambtenarenstatuut mag u dit jaar tot 7.856 euro bruto bijverdienen zonder gevolgen voor uw rustpensioen. Voor een zelfstandige bijverdienste ligt de grens op 6.285 euro. In dit geval gaat het wel over het nettobedrijfsinkomen, dus na aftrek van de beroepskosten en sociale bijdragen. Die grensbedragen worden met 15 procent opgetrokken voor gepensioneerden met kinderlast.

Gaat u over de grens, dan wordt uw pensioen verminderd met het percentage van de overschrijding. Verdient u bijvoorbeeld 35 procent meer dan het toegelaten inkomen, dan moet u 35 procent van uw pensioen voor dat jaar terugbetalen in het jaar nadien.

Zodra u meer dan het dubbele verdient van het toegelaten jaarbedrag, wordt uw pensioen volledig geschorst en moet u het ontvangen pensioen voor dat jaar volledig terugbetalen.

3. Stel de opname van uw wettelijk pensioen uit en blijf gewoon doorwerken

Ambieert u nog een substantieel inkomen, dan heeft u er alle belang bij om de opname van uw wettelijk pensioen uit te stellen en gewoon door te werken. Zo vermijdt u niet alleen dat u het ontvangen pensioen later moet terugbetalen (geheel of gedeeltelijk), maar blijft u ook verder pensioenrechten opbouwen, zodat uw wettelijk pensioen later groter zal zijn.

Hetzelfde geldt voor uw aanvullend pensioen. Eenmaal gepensioneerd mogen geen verdere premies meer worden betaald, maar zolang u uw wettelijk pensioen nog niet heeft opgenomen, kan uw aanvullende pensioenspaarpot verder aangroeien. Blijft u actief tot de wettelijke pensioenleeftijd en neemt u pas dan uw kapitaal op, dan valt uw aanvullend pensioen bovendien onder het verlaagd belastingtarief van 10 procent, in plaats van het normale tarief van 16,5 procent.

4. Wees op uw hoede voor de fiscale pensioenval

Gepensioneerden die alleen een rustpensioen ontvangen, genieten een belastingvermindering. Pensioenen tot maximaal 15.568,12 euro zijn hierdoor zelfs volledig belastingvrij. Zodra daar een ander inkomen bijkomt, kan de fiscale druk echter snel oplopen. Enerzijds wordt dat extra inkomen belast tegen de normale tarieven van de personenbelasting, anderzijds wordt dan ook de belastingvermindering voor pensioenen afgebouwd.

Voor een alleenstaande met een pensioen van 15.500 euro betekent dit dat ongeveer de helft van zijn bijverdienste wegvloeit naar de fiscus. Concreet is op een rustpensioen van 15.500 geen euro belasting verschuldigd. Met een bijverdienste van 4.500 euro stijgt de fiscale druk meteen tot 2.387 euro. Loopt de bijverdienste op tot 10.000 euro dan is onze gepensioneerde 4.995 euro belasting verschuldigd.

5. Vergeet uw sociale bijdragen niet

Voor gepensioneerden met een zelfstandige bijverdienste is aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds verplicht. Blijft uw bijverdienste beneden de 2.847,81 euro op jaarbasis, dan zijn er geen sociale bijdragen verschuldigd. Boven de grens betaalt u 14,70 procent van uw netto beroepsinkomen. Wie weinig verdient, moet er rekening mee houden dat de minimale kwartaalbijdrage 107,85 euro bedraagt.

6. Stel uw beslissing nog even uit

In het Zomerakkoord zitten verschillende maatregelen om de combinatie van werken en pensioen aan te moedigen. Vanaf 1 januari 2018 zult u tot 6.000 euro per jaar belastingvrij kunnen bijverdienen als gepensioneerde. En vanaf 2019 zal het voor werknemers en zelfstandigen mogelijk worden om deeltijds met pensioen te gaan. Bij een deeltijds pensioen zal u ook deeltijds kunnen blijven werken en bijkomende pensioenrechten opbouwen.

7. Werk met een vennootschap

Richt u een vennootschap op, dan kunt u uw inkomen zelf ‘tunen’. Uw vennootschap factureert uw diensten dan aan uw opdrachtgever en keert aan u iedere maand een bezoldiging uit.

Bij de bepaling van die bezoldiging kunt u rekening houden met de inkomensbegrenzing voor uw pensioen en uw fiscale situatie. Kiest u bijvoorbeeld voor een vennootschap onder firma (VOF), dan blijven de kosten van de vennootschap beperkt, vermits voor de oprichting ervan geen minimale kapitaalinbreng, noch een financieel plan of een notariële akte vereist is.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer