© AFP

Met de hakken over de sloot: Ursula von der Leyen kan nét genoeg parlementsleden overtuigen

Na een ultiem charmeoffensief heeft de ­Duitse Ursula von der Leyen het voorzitterschap van de Europese Commissie binnengehaald. Al was het met 383 van de stemmen – amper negen meer dan nodig – kantje boord. Von der Leyen mag zich nu de eerste vrouw aan het hoofd van de Commissie noemen. “Ik ben vereerd én overweldigd.”

Arnout Gyssels

Ze slaakte een zucht van opluchting. Ursula von der Leyen moest 374 Europarlementariërs overtuigen, het werden er uiteindelijk 383. Veel overschot had ze dus niet, maar Von der Leyen mag zich wel de eerste vrouwelijke commissievoorzitter ooit noemen. Een dikke maand geleden was ze nog niet eens in beeld.

De regeringsleiders van alle lidstaten hadden haar na een paar rondjes touwtrekken uiteindelijk als compromiskandidaat aangeduid om Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker op te volgen. Buiten de wil van het Europees Parlement om. Veel parlementsleden waren niet opgezet met die machtsgreep van de lidstaten. Het vertrouwen krijgen van het parlement, de laatste horde die ze moest nemen, was dan ook geen sinecure.

Dure beloftes

Twee weken lang trok Von der Leyen van fractie naar fractie om stemmen te ronselen. En vlak voor de stemming zette ze met een speech de laatste eindspurt in. De EVP, de conservatieve fractie waarin ook CD&V zetelt, en Renew Europe, de liberalen, hadden hun steun al toegezegd. Daarmee zou ze al aan om en bij de 300 stemmen zitten. Om dat laatste stukje dicht te rijden, keek ze uitdrukkelijk naar de socialisten en de groenen. Want met een geheime stemming weet je nooit. Veel partijdiscipline komt daar niet aan te pas.

Dus zette ze een hele rits dure beloftes in de etalage in haar laatste speech voor de stemming. Voor elk wat wils. De groenen beloofde ze dat Europa tegen 2050 het eerste continent ter wereld zal zijn dat géén koolstof uitstoot. Binnen de eerste honderd dagen van haar voorzitterschap moet er al een Green Deal liggen, een akkoord dat de weg daarheen uitstippelt. Via een groot fonds wil ze ervoor zorgen dat wie te zwaar getroffen wordt, de nodige steun kan krijgen.

Voor de socialisten speelde ze het op een Europees kader voor minimumlonen én Europese werkloosheidsprogramma’s. Multinationals zullen faire belastingen betalen, zweert Von der Leyen. “Als ze willen genieten van de voordelen van Europa, zullen ze de lasten ook moeten dragen.”

En ook het feit dat ze vrouw is, zette ze stevig in de verf. “Precies veertig jaar geleden werd Simone Veil verkozen als de eerste vrouwelijke voorzitter van het Europees Parlement. Het is dankzij haar en al de andere Europese boegbeelden dat ik mijn visie voor Europa vandaag aan jullie mag voorstellen.”

Late roeping

Die visie mag ze nu met een heel wankel mandaat proberen uit te voeren. Voeling met de stad Brussel heeft ze alvast genoeg. Ze is er geboren en de eerste dertien jaar van haar leven bracht ze daar door. Haar vader Ernst Albrecht – Von der Leyen is de naam van haar echtgenoot van adel – was er een van de eerste Europese ambtenaren en later kabinetschef van een Europees commissaris.

De nationale Duitse politiek is een relatief late roeping geweest voor Von der Leyen. Het grootste deel van de jaren negentig was ze gewoon huisvrouw. Ze voedde haar zeven kinderen op, terwijl haar man aan zijn academische carrière timmerde. Eens ze rond het jaar 2000 de politiek introk, ging het snel. Vijf jaar later was ze al minister. In 2013 werd ze zelfs even getipt als opvolgster van Angela Merkel als sterke vrouw van de CDU.

Sindsdien zat haar carrière eigenlijk in het slop. “De zwakste minister van de regering” noemde socialist Martin Schultz haar. Ze kreeg de Bundeswehr, het Duitse leger, niet op de rails en wordt ervan verdacht het niet altijd even nauw te hebben genomen met de regels rond openbare aanbestedingen.

Maar nu is de “Wunderfrau” weer helemaal terug. Haar eerste werk: een nieuwe Commissie samenstellen. Van Margrethe Vestager en Frans Timmermans, die naast haar job grepen, is al geweten dat ze terugkomen als Eurocommissaris. En en passant zou ze ook wat meer parlementsleden moeten kunnen overtuigen.