Twintig frank voor de coiffeur

Louis van Dievel kijkt elke week met een guitige blik naar de kleine en grote actualiteit. Vandaag: drie kwart van de Vlaamse studenten verdient deze zomer zakgeld met een vakantiejob.

opinie
Louis Van Dievel
Louis van Dievel is schrijver en was journalist bij VRT NWS

Ik heb veel studentenjobs gedaan “in mijn tijd”, niet om een centje bij te verdienen maar uit pure noodzaak. Het is een ingewikkeld familieverhaal dat ik u zal besparen. Ik ben tapper geweest in een alternatieve kroeg, poetser in een fabriek, inpakker van schoolboeken, plukker in een amper verluchte champignonkwekerij, verkoper van ijskreem, afwasser in een goedkope restaurantketen, handlanger in een havenbedrijf, graver van sleuven voor kabels en buizen, uitkuiser van grachten, … Langzaam sijpelen de herinneringen weer naar binnen. Maar mijn allereerste studentenjob was ook de mooiste: slagersjongen in Mechelen. Wat daar beenhouwersgast heet.

Beenhouwerij Miseur

Beenhouwerij Miseur had in Mechelen een naam. Hád, want de zaak bestaat niet meer, heeft allang geleden de strijd tegen de moderne tijd verloren. Maar in de vroege jaren zeventig (van de vorige eeuw) was de beenhouwerij hét van hét. 

Gelegen in hartje stadscentrum. Chic en niet goedkoop. Een beetje Mechelse snob of nouveau riche liet zijn vleeswaren van bij Miseur komen. Want de bestelling aan huis laten bezorgen was nog beter voor je status dan zelf naar de beenhouwerij in winkelstraat Bruul te gaan. En daar kwam ik dan tevoorschijn. Gezeten op een soort bakfiets, gekleed in een witte beenhouwersjas, en met wapperende manen (ik had een geweldige bos wilde krullen, toen). Later ruilde ik de fiets voor een bestelwagentje van het type deux-chevaux. Als promotie kon dat tellen.

De kunst was om met de tientallen bestellingen die ’s ochtends of de avond voordien telefonisch binnen waren gekomen een “ronde” te maken, zodat je geen extra kilometers moest peddelen of rijden. De toer mocht ook niet te lang duren want koeling was er niet op de fiets of in dat autootje. En op den duur begon ook het inpakpapier te scheuren of vleesnat door te laten. U merkt het: voedselveiligheid was toen nog een relatief begrip. 

Het is de jongen van Miseur

Al zeg ik het zelf: ik was goed in mijn job. Ik fietste van her naar der, belde aan bij burgerhuizen of in de hal van de betere appartementsblokken, en riep – in het laatste geval – vrolijk “Beenhouwerij Miseur!” in de parlofoon. Waarna ik bijna altijd iemand tegen iemand anders hoorde aankondigen: “Het is de jongen van Miseur!’, maar dan in het Mechels. Waarna de deur werd geopend of de zoemer ging en ik de lift naar de gezochte verdieping nam. 

Ik moet zeggen dat het onthaal niet overal even hartelijk was. Sommige deuren gingen maar op een brede kier open, sommige klanten spraken geen gebenedijd woord, sommigen kwamen pas uit hun bed of waren al aan de sherry, sommigen begonnen de rekening te controleren of de charcuterie in het deurgat uit te pakken, sommigen haalden slechts node hun portemonnee boven om te betalen. Het was een minderheid.

Op de letter

De meeste klanten zagen mij graag komen. Ik was altijd goed gezind en beleefder dan de doorsnee beenhouwersgast. Ik was ook een beetje een curiosum: een langharig jongmens dat bovendien ook nog eens “op de letter sprak”, wat Mechels is voor ABN spreken. Dat lange haar speelde overigens in mijn voordeel. Ik verdiende niet veel bij Miseur, ik moest het vooral van het drinkgeld hebben. Ontelbare malen kreeg ik geld toegestopt om eens naar de kapper te gaan: “Hier manneke, twintig frank voor de coiffeur.” Wat ik nooit deed, uiteraard niet, mijn wilde haarbos was mijn bron van inkomsten.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen