Meer loon, meer werkzekerheid en een snellere benoeming. Zo wil Crevits jongeren overtuigen om leerkracht te worden

“Historisch”, noemt onderwijsminister Hilde Crevits (CD&V) het voorakkoord dat ze gisteren sloot met de onderwijskoepels en de vakbonden. Het loon van álle leerkrachten verhoogt en beginnelingen krijgen meer werkzekerheid. Zo kunnen leraren vanaf 1 september 2019 hun vaste benoeming al na twee jaar krijgen, in plaats van drie.

Jens Vancaeneghem

We stevenen af op een groot lerarentekort – vanaf 2019 zijn er jaarlijks tot 7.000 extra leerkrachten nodig – en starters hebben het moeilijk om een vaste job te krijgen. Al járen wordt onderhandeld om daar iets aan te doen en de job van leraar weer aantrekkelijk te maken. Het grote pact met de sociale partners is op de lange baan geschoven, maar gisteren kon Crevits toch uitpakken met de krijtlijnen van een plan – de sociale partners moeten het nog voorleggen aan hun achterban – dat vooral de jonge leerkrachten aan boord moet brengen én houden.

Loonsverhoging

Álle leerkrachten zullen vanaf 1 september 2018 hun loon gestaag zien stijgen. In het begin met slechts 0,3 procent, maar tegen 2021 gaat het om 1,1 procent. Een ingreep die 108 miljoen euro kost, “maar een noodzakelijke maatregel om een job in het onderwijs marktconform te houden”, zegt Crevits. Oudere leerkrachten die 36 jaar in dienst zijn, krijgen een loonsverhoging van 2 à 3 procent. Vandaag bereiken leerkrachten al na 25 jaar het plafond.

Sneller vastbenoemd

Nu moeten leerkrachten drie jaar een ‘proefperiode’ – de zogenoemde tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD) – doorstaan alvorens ze hun vaste benoeming kunnen krijgen. Die periode wordt met een jaar ingekort. De school kan wel altijd beslissen om er toch nog een jaartje aan te breien als die vindt dat een leerkracht nog niet klaar is, maar volgens schattingen zou die ‘tweede zit’ slechts opgaan voor tien procent van de leraren.

Een opvallende beslissing, want nog geen jaar geleden gingen stemmen op bij de onderwijskoepels en meerderheidspartij Open VLD om te morrelen aan de vaste benoeming. De regering geeft nu het signaal dat de vaste benoeming blijft: meer nog, leraren hebben er sneller recht op.

Het handigheidje van de Vlaamse regering brengt 56 miljoen euro op. Voor een vastbenoemde leerkracht moet de overheid immers minder sociale bijdragen betalen.

Vast contract van één jaar

Dat geld zal onder meer gebruikt worden om beginnende onderwijzers in de basisschool een vast contract van één jaar te geven. Het zou gaan om 2.500 leraren, gemiddeld zes à zeven per scholengroep- of gemeenschap. Wie in zo’n ‘lerarenplatform’ werkt, moet voor 85 procent van de tijd zieke of afwezig leerkrachten vervangen. Valt er niemand te vervangen, dan kunnen ze bijvoorbeeld aan co-teaching doen.

In het middelbaar is de situatie complexer door de vakken. Daar wordt eerst geëxperimenteerd met 350 leraren, met de bedoeling om uit te breiden in het schooljaar 2019-2020.

Intensieve begeleiding

Om te vermijden dat starters ten onder gaan in een moeilijke klas of verzuipen in het werk, worden scholen voortaan verplicht om hen intensief te begeleiden. Doorgaans gebeurt dat met een collega-mentor. Die geeft bijvoorbeeld feedback over de manier waarop de beginneling les geeft of geeft psychologische en emotionele steun.

Basisscholen krijgen daar 16,5 miljoen euro voor vanaf 2019, maar ze kunnen dat geld ook voor een stuk gebruiken om meer omkaderend personeel - zoals een secretaresse - aan te werven. In het middelbaar gaat het om 12 miljoen euro.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer