Direct naar artikelinhoud
Genetische manipulatie

Zet u binnenkort uw tanden in genetisch gemodificeerde appels?

Links een normale Granny Smith na acht uur, rechts een Arctic Apple na dezelfde tijd.Beeld RV

Genetisch gemodificeerde appels in de supermarkten hier?
Volgens het Nederlands Voedselagentschap is het goed mogelijk. Door het vrijhandelsakkoord CETA zou Canadese voeding ook op onze markt terecht kunnen komen. En dat valt blijkbaar niet te controleren.

Een aangesneden appel die niet bruin wordt na een dagje in de buitenlucht, is mogelijk genetisch gemuteerd. Mogelijk, want niemand kan voorlopig nagaan of de mutatie via klassieke veredeling is verlopen, dan wel met behulp van de CRISPR-Cas-technologie. Daarbij wordt een stuk van het DNA van de appel ‘weggeknipt’ om het ongewenste gen uit te schakelen. Weg met die bruine kleur door een knip op de juiste plaats van het appel-DNA.

De Canadese kweker Okanagan Speciality Fruits levert zo’n immergroene appels bijvoorbeeld aan scholen en ziekenhuizen in Canada en de Verenigde Staten. De ‘Arctic Apple’, zo noemen ze hem, die nooit verkleurt. In Canada en de VS mag zo’n genetische manipulatie, maar in Europa niet. Dat zorgt alvast voor de nodige hoofdpijn bij onze noorderburen.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) maakt zich zorgen over de komst van CRISPR-Cas-voeding naar Europa, nu die in Canada wel is toegelaten. Het Europees Hof van Justitie plaatste die voeding in juli vorig jaar nog onder dezelfde noemer als andere genetisch gemanipuleerde gewassen. Voor ggo’s gelden strikte regels in Europa: als ‘we’ de effecten niet kennen, dan komt het de Europese markt niet binnen. 

Datzelfde voorzorgsprincipe geldt sinds juli dus ook voor CRISPR-Cas-gewassen. Maar via het CETA-akkoord, het vrijhandelsakkoord tussen de EU en Canada, kunnen voedingswaren uit Canada alsnog de Unie binnenstromen. Krijgen we die gemuteerde appel dan toch als vieruurtje voorgeschoteld?

‘Bij gebrek aan een duidelijke detectiemethode voor CRISPR-Cas geloof ik dat bedrijven niet zullen aarzelen om hun gemuteerde producten in te voeren’
Bart Staes (Groen), Europees Parlementslid

Mutagenese

Net als de Nederlanders acht Europees Parlementslid Bart Staes (Groen) de kans zeer reëel dat CRISPR-voeding de Europese markt zal bereiken. “De Europese Commissie laat steevast ggo’s toe, ook al is er geen meerderheid voor in het parlement of de Europese Raad”, laat hij weten. “Bij gebrek aan een duidelijke detectiemethode voor CRISPR-Cas geloof ik dat bedrijven niet zullen aarzelen om hun gemuteerde producten in te voeren.”

Juist hier knelt het schoentje. In Nederland vielen alvast parlementaire vragen aan het adres van Minister van Landbouw Carola Schouten (ChristenUnie): hoe kunnen we de nieuwe biotechnologie opsporen? In eigen land werd minister van Landbouw Denis Ducarme (MR) nog niet geconfronteerd met de problematiek. Hij wenst voorlopig niet te reageren. Ook het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) doet er voorlopig het zwijgen toe.

Toch zal die detectie van de CRISPR-techniek sowieso een moeilijke opgave blijken. “Je kan nooit met zekerheid zeggen of een wijziging in het DNA ligt aan CRISPR-Cas-technieken”, zegt bio-ingenieur Geert Angenon (VUB). “Er treden evengoed spontane genmutaties op, of het genoom kan gewijzigd zijn door straling of chemicaliën.”

‘Ik zou er geen probleem mee hebben om CRISPR-eten op te eten’
Benedikt Sas (UGent), voedingsexpert

Voor- en tegenstanders

Die laatsten zijn op dit moment de enige uitzondering op de Europese ban op gemuteerde gewassen. Het Europees Hof van Justitie scheerde afgelopen zomer alle andere vormen van genetische mutaties over één kam: een strikte risicoanalyse is noodzakelijk, wil een bedrijf een gemuteerd gewas op de Europese interne markt brengen. Sinds dit arrest blijft het debat tussen de voor- en tegenstanders woeden. Waar de ene spreekt over ‘Frankenstein-voedsel’ met nog ongekende effecten op bijvoorbeeld de volksgezondheid, gaat het voor de andere simpelweg over een versnelde vorm van natuurlijke genveranderingen.

Dat de klassieke technieken met straling of chemicaliën niet aan controles zijn onderworpen, vindt Nina Holland, onderzoeker bij de ngo Corporate Europe Observatory, geen goed excuus om het nu voor CRISPR ook niet te doen. “Je kan altijd de productielijn nagaan”, werpt Holland op. “Controleer bedrijven op papier: aan wie verkopen ze hun zaden en aan wie exporteren ze hun gewassen?” Ook Staes vraagt een meer verregaande regulering: “Een bedrijf dat in het thuisland met CRISPR-Cas-technieken werkt, zou in principe geen importvergunning mogen krijgen in Europa.”

Al ziet voedingsexpert Benedikt Sas (UGent) in eerste instantie geen reden om bezorgdheid. “Ik zou er geen probleem mee hebben om CRISPR-eten op te eten”, zegt hij. “De problematiek zegt het zelf. Als je niet eens kan nagaan hoe de mutatie is veroorzaakt, waarom zou CRISPR dan meer risico’s inhouden dan een andere methode?”