“Vaak wordt na een verkeersongeval alleen over de dodelijke slachtoffers gesproken, maar er zijn nog alle andere slachtoffers die de gevolgen vaak levenslang meedragen.” Dat laat het Vias Institute weten. Het instituut vraagt vandaag, naar aanleiding van de internationale herdenkingsdag voor verkeersslachtoffers, meer aandacht over die zwaargewonden.

Het gaat daarbij voor een groot deel over fietsers en motorrijders. Van de ruim 55.000 zwaargewonden die de voorbije tien jaar op de Belgische wegen zijn gevallen, waren er volgens Vias namelijk 20.000 fietsers en bestuurders van “gemotoriseerde tweewielers”. “Zij blijven een heel kwetsbare groep”, zegt Stef Willems, woordvoerder van Vias.

Het instituut heeft een analyse gemaakt van de ziekenhuisgegevens van alle spoeddiensten. Daaruit blijkt dat 26 procent van alle weggebruikers die minstens één nacht in het ziekenhuis moesten blijven, fietsers waren, en 11 procent motorrijders. Dat is een pak meer dan hun aandeel in het verkeer. Fietsers leggen maar 6 procent van alle verkeerskilometers in België af, motorrijders 2 procent.

Bij de fietsers hangt de ernst van de verwondingen heel erg af van het feit of er een auto betrokken was bij het ongeval. Het risico om te overlijden ligt in dat geval vijf keer hoger, de ernst van de verwondingen stijgt met dertig procent en de gemiddelde opnameduur stijgt naar elf dagen. Als er geen auto in betrokken is, dan is dat zeven dagen.

Verplicht helm

Wanneer het over de letsels bij de fietsers gaat, valt op dat de hoofdletsels het meest voorkomen (35 procent). Pas daarna komen de armen (28 procent), de benen (19 procent) en de borst (10 procent). Dat is ook de reden waarom Vias al langer, ook toen het nog BIVV heette, voorstander is om de fietshelm te verplichten. Al zou ze dat in eerste instantie beperken tot de leeftijd van 14 jaar. Want bij die groep is er in meer dan de helft van de ongevallen een hoofdletsel.

Al is Vias op dit moment ongeveer de enige pleitbezorger van een verplichting. De Fietsersbond bijvoorbeeld is tegen. “Wij willen eerder de oorzaken van die ongevallen aanpakken”, zegt woordvoerder Roel De Cleen. “Dat betekent enerzijds de fietspaden veiliger maken, en anderzijds meer controles om roekeloos rijgedrag aan te pakken.”