Koen Wauters: “Mijn vrouw en kinderen hebben alles beter gemaakt”

© vtm

Geen pruik te gek, geen broekspijp te wijd, geen schoudervulling te dik voor Koen Wauters (50) in ‘Wat een Jaar!’, waarin hij met Nathalie Meskens en Jonas Van Geel door de tijd reist om een nostalgisch spelletje te spelen met twee gasten. Al dat reizen doet Wauters beseffen wat een leven hij zélf heeft gehad. “Voetballer ben ik niet geworden, maar ik ben content.”

Tom De Leur

De wonderpil Viagra komt op, Marc Dutroux ontsnapt, de gabbers maken de dansvloer vrij en Nathalie Meskens flitst naakt door het beeld in de film Blinker: welkom in het jaar 1998. Op het WK voetbal in Frankrijk worden de Rode Duivels getrakteerd op een gastoptreden van Clouseau. ­Later dat jaar, op 22 december, trouwt de zanger van die groep op het eiland Sint-Maarten met Carolijn Lilipaly. Pas een half jaar later lekt het nieuws uit.

Terug naar 1998 met het spelprogramma Wat een Jaar! betekent voor presentator Koen Wauters opnieuw een nieuwe pruik en een nieuwe outfit. “Het viel me op hoe ruim de kleren uit die tijd zaten. Ik was toen twaalf, dertien kilo lichter: dat moet echt geen gezicht zijn geweest.”

Dit programma drijft op nostalgie. Ben jij nostalgisch aangelegd?

“Ik vind het tof om een keertje in het verleden te grasduinen, voor de muziek, de kleren, de gadgets. Maar nostalgisch? Ik kijk vooral uit naar wat komen gaat. Ook al ben ik al vijftig.” (lacht)

Ben je nu gelukkiger dan vroeger?

© Wat Een Jaar!

“Ik vind van wel. Ik ben nog altijd bezig met muziek, televisie en racen, dat is niet veranderd. Het grote verschil is dat ik mijn vrouw Valerie heb ontmoet en nu twee fantastische kinderen heb. Zij hebben mijn leven veranderd, beter gemaakt. Ik kan me eigenlijk niet herinneren dat ik ooit ongelukkig ben geweest. Eén jaar dacht ik wel: Oké, dit moet ik zo snel mogelijk vergeten. Het jaar van mijn scheiding, denk ik (in 2002, nvdr.). Er is ook een periode ­geweest waarin het minder goed ging met VTM. Dan deel je ook in de klappen. Ik herinner me dat ik moest concurreren met Rob Vanoudenhoven, toen op het toppunt van zijn roem. Die scoorde als zot, dat was slikken. Even zaten we in de hoek waar de klappen vielen. Dat is goed, dan apprecieer je de mooie jaren des te meer.”

Kun jij makkelijk herinneringen ophalen?

“Ik heb een slecht geheugen, maar ik weet nog heel veel van mijn jeugd.”

Haal er eens een moment uit?

“Ik weet nog perfect hoe gelukkig ik was toen ik tien jaar werd. Want vanaf tien jaar mocht je voetbal in competitie spelen en werden mijn goals offi­cieel. (lacht) Ik kan me nog scènes van op het veld voor de geest halen. Ik zie hoe ik op een tornooi in Duitsland met RWDM aan de eerste paal sta en een hoekschop met mijn hoofd aan de tweede paal doe binnengaan. Terwijl ik nooit met het hoofd scoorde, ik was klein en frêle, en moest het van de dribbels hebben. Zo kan ik je tientallen momenten geven.”

© Wat Een Jaar

Doe maar, je bent nu toch bezig.

“Allemaal mooie momenten, behalve één: het moment waarop ik op het voetbalveld naar rechts ga en mijn knie naar links. Ik lag daar te kronkelen van de pijn en mijn trainer roept: kom jong, gene zever, sta recht, met uwe cinema. Ik ben afgevoerd met de ziekenwagen, geopereerd aan mijn kruisbanden. Weken later kwam ik op krukken de cafetaria van de club binnen en heb ik geen woord tegen die trainer gezegd. Godverdomme, dacht ik, jij dacht dat ik lag te faken. Ja, voetbal was écht mijn leven. Op zondagavond keken we thuis eerst naar het voetbal in Weekend Sportif op RTBF, dan naar de Duitse tv, dan naar de ­Nederlandse, dan naar de BRT. Op mijn kamer hingen posters van Pelé, Gerd Müller... Ik wou altijd met nummer zeven spelen, omdat Kevin Keegan van Liverpool dat nummer had.”

Voetbal én muziek. Wat weet je nog van je eerste optreden?

“Dat was op school, in de humaniora. In de namiddag was er een vrij podium. Bob Savenberg was opzichter op de school en had gevraagd of ik niet wou invallen voor de zangeres van zijn groepje. Oké, zei ik. In de namiddag stonden we op dat podium: Bob aan de drums, Etienne Berghmans op de gitaar, ik de zang. We eindigden bij de eerste drie en mochten ’s avonds optreden op de fuif. Man, die zaal stond afgeladen vol, ik deed het in mijn broek van de schrik.” (lacht)

© Wat een Jaar!

Hoe is het afgelopen?

“Ik keek de zaal in en herkende geen gezichten, ik zag alleen de contouren van hoofden in tegenlicht. Dat gevoel moeten de kandidaten van The Voice van Vlaanderen ook hebben, denk ik. (lacht) Oké, dacht ik, ik kijk gewoon naar beneden, dan laat ik me niet afleiden. Na ons optreden komt iemand naar me toe gestapt: Eric Baranyanka, de vroegere frontman van de Ketnetband en nog altijd zanger bij De Choco Gang, geloof ik. Echt een straffe zanger, best wel een vedette toen. Hé pee, zei hij, wat staat ge daar naar die planken onder uw voeten te kijken, ge moet omhoog kijken, de mensen kijken naar u op, ge moet dúrven. Een goeie les, maar het heeft toch even geduurd voor ik de zaal in durfde kijken.”

Voetbal, muziek én meisjes zitten in je geheugen gegrift, zeg je. In die volgorde?

(lacht) “Vanaf het moment dat ik kon stappen, liep ik met een bal rond. Maar muziek is er ook bijna altijd geweest, ik zong al op mijn zesde solo in de kerk. Meisjes zal iets later geweest zijn. Het duurde best lang voor ik besefte dat je als zanger ook succes kon hebben bij de meisjes.”

© ISOPIX

Herinner je je nog je eerste kus?

“Dat was in de lagere school, op de bus naar het zwemmen. Weet je dat ik zelfs herinneringen heb aan de kleuterklas? Er was een juf jarig en iemand vroeg: wie gaat er voor de klas dirigeren, we gaan Lang Zal Ze Leven zingen. Ik stak mijn hand op en riep: ikke, want ik heb handschoenen.” (lacht)

Het ziet jouw jaar er nog uit?

“Ik ben bezig met de opnames van The Voice van Vlaanderen en het ­tweede seizoen van Over Winnaars. Binnenkort is er ook Rode Neuzen Dag. Mijn broer Kris is volop nummers aan het schrijven voor Clouseau. We nemen in 2019 de nieuwe plaat op, en in 2020 trekken we ermee op tournee. Nu treden we even niet meer op, maar de tournee van Clouseau 30 was dan ook heel pittig. Ook al omdat we bij momenten vier uur op het podium stonden. Soms duurden de bisnummers langer dan ons concert.” (lacht)

Wat een Jaar!, VTM, zaterdag, 20.25 uur

Lees meer

Hoofdpunten

Keuze van de redactie

Video