Direct naar artikelinhoud
Reizen Waes

Pascal Braeckman, de sterke geluidsman achter Tom Waes: “Tom is een beest, ik ken niemand met zo'n karakter. Maar er moeten zulke mensen zijn”

Pascal Braeckman, de sterke geluidsman achter Tom Waes: “Tom is een beest, ik ken niemand met zo'n karakter. Maar er moeten zulke mensen zijn”
Beeld RV

Voor Reizen Waes: Europa, dat zondag aan de laatste aflevering toe is, volgde geluidsman Pascal Braeckman (56) Tom Waes opnieuw getrouw, naar alle uithoeken van ons continent. Om de enige geluidsman die bekend is bij het ruime publiek uit te horen over zijn ervaringen, moet ik naar zijn woning in Hoboken, na een huiveringwekkende reis waarvan ik het verslag wegens plaatsgebrek achterwege laat.

Zoals verwacht volhardt Braeckman ook op deze waterkoude februaridag in een korte broek, want hij is er nu eenmaal de man niet naar om zich door malle seizoenswisselingen te laten intimideren. Ik heb nog maar net tegenover hem plaatsgenomen of – sakkerse macht der gewoonte – ik hoest al een vraag op.

Tom Waes zegt dat hij berekende risico's neemt voor zijn programma's. Ben jij goed in het inschatten van gevaar?

“Ik denk het wel, ik ben absoluut voorzichtiger dan hij. Maar toch heb ik mijn leven al geriskeerd. We waren aan het filmen in Jemen toen we plots werden beschoten. Achteraf vernamen we dat de schutter dacht dat we zijn vrouw aan het filmen waren. Dat pikte hij niet.

“Als je met Tom Waes optrekt, moet je hem hoe dan ook volgen. Hij is een beest. Ik ken niemand die zo'n karakter heeft. Zodra hij 'Ik doe het!' zegt, kun je hem dat niet meer uit het hoofd praten, ook al heb je de beste argumenten. Vroeger heb ik hem een aantal keren gezegd: 'Tom, 't is máár een tv-programma.' Maar nu denk ik: er moeten zulke mensen zijn.”

‘Als je met Tom Waes optrekt, moet je hem hoe dan ook volgen. Zodra hij 'Ik doe het!' zegt, kun je hem dat niet meer uit het hoofd praten’

Je onderscheidt je van alle andere geluidsmannen doordat je zo nu en dan in beeld komt. Tom Waes heeft je onthuld.

“Dat zal destijds wel een beetje hebben bijgedragen tot het succes van Tomtesterom, mag ik graag denken. Ik ben op tv niet anders dan in het echt. Als men mij al eens vroeg om een voorzetje te geven, heb ik dat altijd op mijn manier gedaan: ik heb nooit een rolletje gespeeld.

“Ik heb de gevolgen van televisiebekendheid wel onderschat, maar goed, 't is altijd fijn om de appreciatie van mensen te voelen, al denkt mijn vrouw daar intussen anders over. Iederéén wil een selfie met mij, en als je al eens iemand afwimpelt, ben je meteen een klootzak, hè? Ik ben geluidsman, ik heb er nooit naar gestreefd om zelf in de schijnwerpers te staan. Ik vind het nog altijd veel fijner om mensen te helpen schitteren.”

‘Iederéén wil een selfie met mij, en als je al eens iemand afwimpelt, ben je meteen een klootzak, hè?’

Wanneer ben je tevreden over je werk?

“Als alles er goed op staat en ik niets vergeten heb. En ook wel als het programma me inhoudelijk bevalt. Ik heb nooit aan studioprogramma's meegewerkt. Het leukste is: met een kleine ploeg op pad gaan.

“De meeste geluidstechnici zijn qua vakbeheersing aan elkaar gewaagd, zodat je op den duur meer wegens je persoonlijkheid gevraagd wordt dan wegens je metier. Als geluidsman speel je ook vaak, bijvoorbeeld wanneer je drie weken lang op elkaars lip zit in het buitenland, een soort bemiddelende rol tussen cameraman en regisseur. Voor de rest ben ik máár de geluidsman. Zo zien veel regisseurs mij. Ik heb daarmee leren leven. En het geluid van een tv-programma valt alleen maar op als het slecht is.”

‘Voor de rest ben ik máár de geluidsman. Zo zien veel regisseurs mij. Ik heb daarmee leren leven’

Moet een beetje geluidsman scherper horen dan gemiddeld?

“Hij moet vooral alert zijn op geluid. Ik zet mijn geluidsopnames altijd heel hard als ik ze beluister. Daardoor hoor ik ook alles, tot het geringste geruchtje op de achtergrond toe, zodat ik me altijd meer zorgen maak dan nodig.”

Bescherm je je oren?

“ Ik ben alleen maar bang voor de knallen van voetzoekers. Mijn laatste gehoortest was goed.”

Je werk heeft ervoor gezorgd dat je een bereisd man bent, maar ben je van nature ook reislustig?

“Ik doe niets liever. Ik heb ook altijd in goed gezelschap kunnen reizen, wat ook al een geluk is.”

Pascal Braeckman, de sterke geluidsman achter Tom Waes: “Tom is een beest, ik ken niemand met zo'n karakter. Maar er moeten zulke mensen zijn”
Beeld RV

Je reist heel veel met het vliegtuig. Heb je intussen al last van vliegschaamte?

“Neen, want ik móét met het vliegtuig reizen. Dat hoort bij mijn werk. Maar ik sympathiseer met de klimaatspijbelaars, natuurlijk moet er iets veranderen: mijn derde kleinkind is op komst, en ik hoop dat het in een leefbare wereld mag opgroeien. Ik eet intussen nog altijd vlees, wat ik niet goedpraat, maar ik ben zo opgevoed. Voel ik me daar schuldig over? Neen.”

Denk je soms dat België een geweldig land is, als je in het buitenland goed om je heen hebt gekeken?

“Ik woon hier heel graag, maar mocht ik niet op reis kunnen gaan, dan zou ik veel gefrustreerder zijn. Hier in Hoboken erger ik me geregeld aan een heikele verkeerssituatie. De man die verantwoordelijk was voor die fout, zei mij: 'Ik weet het, maar het moest van de politiek.' Typisch Belgisch, net als het profitariaat van moeders die zich, zodra hun kinderen vakantie hebben, ziek melden op hun werk. Systematisch. Als kleine zelfstandige kan ik daar niet tegen. Als ik ziek ben, verdien ik simpelweg niks.”

Schommelt je inkomen hevig?

“Ja, maar zo gaat het nu eenmaal in mijn vak. 't Is soms niet prettig, maar het frustreert me ook niet: ik ben ermee vertrouwd. Op de plek waar we nu zitten, moet een keuken komen, en die zal er pas komen als ik er het geld voor heb. Ik heb geduld. Door zoveel te reizen, kan ik alles beter relativeren: als ik aan de levensomstandigheden in Bangladesh denk, ben ik maar al te blij met wat ik heb.

“Wat ik hier in België ook mis, is het buitenleven en het samenhorigheidsgevoel dat ik altijd weer in Zuid-Amerika ervaar.”

Ik vermoed dat je goed bent in vriendschap.

“Dat denk ik wel. Vriendschap is volgens mij altijd onvoorwaardelijk. Toen ik van Buizingen verhuisde naar Hoboken, ben ik heel veel vrienden kwijtgeraakt. Op onze spelletjesavonden – Risk, kaarten – moest ik steeds vaker ontbreken: mijn werk verstoort mijn sociaal leven voortdurend, het is niet anders. Ik weet bijvoorbeeld niet wat ik volgende week ga doen – er staat niets in mijn agenda, maar daar kan straks al verandering in komen. Hopelijk. Morgen heb ik een opdracht, maar ik weet op dit ogenblik zelfs nog niet waar en wanneer. Die onvoorspelbaarheid snapten sommige van mijn vrienden niet. Er zijn er nog een paar overgebleven. Tom Waes is ook een vriend van mij, maar we lopen elkaars deur niet plat.”

Samen met Jan Van Eycken, televisiemaker en Kreuner voor het leven, heb je voor Eén Twee tinten grijs gemaakt: een programma dat zich toespitst op het leven van zestigers en dat later dit jaar op Eén komt.

“Jan is ook een zielsverwant: we hebben ongeveer hetzelfde soort leven geleid, en we begrijpen elkaar. Hij is ook iemand die van dag tot dag leeft, en we hebben het incasseringsvermogen van overlevers. We nemen nooit aan dat er voor een probleem maar één oplossing is: we zien altijd mogelijkheden.”

Waar draait Twee tinten grijs om?

“Om de vraag: 'Wat gebeurt er met iemand van een zekere leeftijd als zijn werkroutine, zijn dagelijkse bezigheden, wegvallen?' Zowel voor Jan, die 64 is, als voor mij is ons werk ons leven, wellicht meer dan voor andere mensen. Ik ken heel veel mensen die alleen maar om den brode gaan werken. Dat betekent vaak ook: tegen hun zin. Plezier in je werk hebben, heeft niet noodzakelijk te maken met het soort werk dat je doet: mijn vrouw is caissière, maar ze gaat heel graag werken. Ik zou nooit iemand willen zijn die 's morgens zegt: 'Over acht uur ben ik er weer van af.' Ik zou niet willen dat mijn leven pas begint als ik 's avonds thuiskom. Als je werk je niet meer bevalt, moet je er onmiddellijk mee stoppen: ik heb dat destijds ook gedaan, toen ik technisch directeur van de Stadsschouwburg was. Ik was in die tijd niet meer wie ik eigenlijk ben.

‘Plezier in je werk hebben, heeft niet noodzakelijk te maken met het soort werk dat je doet: mijn vrouw is caissière, maar ze gaat heel graag werken’

“Vorige week vroeg ik aan een gepensioneerde man van 67 hoe het is om niet meer te werken, en hij begon meteen te huilen. Ik hoop dat ik nooit met pensioen zal moeten gaan. Ik ben me nu aan het bijscholen in postproductie van geluid: vorig jaar heb ik daarvoor in nieuwe apparatuur geïnvesteerd. Dat werk kan ik al zittend doen. Misschien kan ik over enkele jaren de bergen niet meer op.”

Je was ook geluidsman bij De wereld rond met 80-jarigen. Zoveel krasse knarren zie je zelden bijeen, al helemaal niet in het gemiddelde zorgcentrum.

“Ik ken mensen die gelukkig zijn in een zorgcentrum, maar ik zou er niet willen belanden. Betuttelend aangesproken worden, zou ik al onverdraaglijk vinden. Mijn euthanasiepapieren zijn in orde.

“Ik hoop vooral dat ik helder blijf en dat mijn vrouw me nog lang kan verdragen. Het liefst zou ik zo lang mogelijk meegaan, maar ik ben niet bang voor de dood. Ik besef nu al dat ik, ondanks enkele problemen, een mooi leven heb gehad.”

Reizen Waes: Europa, Eén, zondag 17 februari, 20.00 uur

©Humo