Direct naar artikelinhoud
Column

Doel, een mooie opgestoken middelvinger aan de bulldozer der vooruitgang

Doel, een mooie opgestoken middelvinger aan de bulldozer der vooruitgang
Beeld Bob Van Mol

Elke dinsdag en donderdag schrijft Ann De Craemer over de kleine en grote dingen des levens die haar beroeren.

Er zijn van die plekken waar je al jaren naartoe wilt, maar om de een of andere reden komt het er niet van. Telkens als ik ‘Doel’ hoorde, dacht ik: volgende week rijd ik erheen. Weken werden maanden, en maanden werden jaren.

Zondag zette ik de tijd een hak: ik trok naar Doel, het polderdorp dat door de tijd al decennia een hak wordt gezet, omdat het sinds de jaren 60 met de sloop wordt bedreigd. De reden: de vooruitgang, meer bepaald de uitbreiding van de Antwerpse haven.

In april werd er nog een baby geboren in Doel, wat het inwonersaantal op negentien brengt. Toch dwaalde ik zondag door een spookdorp. De stilte druipt van de beschilderde gevels. Een kapotte brievenbus meldt het uur van de laatste lichting. Aan de kerk prijken de uren van de misvieringen, maar God heeft het dorp allang verlaten. Op een grasperk staat een schommelpaard waarvan de kleuren vervaald zijn, met daarachter een werkloze glijbaan.

Driewerf hoera: Doel zal niet, zoals het fictieve Oosterdonk in de dramaserie 'Terug naar Oosterdonk', van de kaart verdwijnen

Eind juni kwam de Vlaamse regering met een plan voor het Saeftinghedok, dat de Antwerpse haven extra containercapaciteit moet bieden. In dat plan blijft Doel gespaard. Driewerf hoera: Doel zal niet, zoals het fictieve Oosterdonk in de dramaserie Terug naar Oosterdonk, van de kaart verdwijnen. Het zou een mooie opgestoken middelvinger aan de bulldozer der vooruitgang zijn: Doel dat weer volloopt, het schommelpaard dat een nieuwe laag verf krijgt en huizen die niet langer dichtgetimmerd zijn. Moge Doel snel weer het doel krijgen dat het al zo lang verdient.