Permanent zomer- of wintertijd? Publiek kiest voor het laatste in online poll van Frank Deboosere

De vraag is prangend: willen we liever permanent een uurtje langer licht ’s avonds of altijd een uurtje eerder de zon ’s morgens? De Europese Commissie wil dat de lidstaten tegen 1 april kiezen voor een definitieve zomer- of wintertijd. De lidstaten zijn niet zo gelukkig met dit mes op de keel. Hoe moet je in vredesnaam zo’n knoop doorhakken? Nederland en België hebben al afgesproken om dezelfde tijd te kiezen. Zowel bij ons als in Nederland maakt de overheid ook voornemens om via internet te peilen naar de voorkeur van de bevolking, al willen ze er geen echt referendum van maken.

Weerman Frank Deboosere peilt onder zijn 175.000 volgers op Twitter alvast naar hun voorkeur. Gisteravond hadden er al meer dan 1.500 gereageerd. De zeer voorlopige stand: 39% is voor wintertijd, 35% voor zomertijd en 26% wil de afwisseling behouden.

Het is geen wetenschappelijke enquête, maar twee zaken zijn opmerkelijk. Zo deed Deboosere in de voorbije twee jaar dezelfde poll en in 2016 verkoos nog 55% altijd zomertijd, tegen 23% wintertijd. In 2017 was dat 50% zomertijd, 27% wintertijd. Met andere woorden: zomertijd klinkt gezelliger, maar nu het er echt om gaat, hellen we over naar de wintertijd.

De nipte uitslag komt ook perfect overeen met een enquête in Nederland onder 20.000 kijkers van het tv-programma EenVandaag: 37% koos voor wintertijd, 36% voor de zomertijd. De regeringen zullen niet blij zijn met deze nipte verschillen: ze helpen niet om de knoop door te hakken.

Bijna twee uur verschil

Zelf pleit Deboosere op zijn website voor de wintertijd. Vooral omdat die wintertijd al één uur voorloopt op de zonnetijd (voor ons is dat ongeveer de Britse Greenwichtijd): als het volgens de zonnestand 12u is, het midden van de dag, is het in de winter bij ons 12.45u, in de zomer 13.45u, of een verschil met bijna twee uur.

Bij zomertijd in de winter zou het op 1 januari pas licht worden om 9.45u.